Plenair De Vries-Leggedoor bij voortzetting behandeling Kwaliteitsborging voor het bouwen



Verslag van de vergadering van 23 april 2019 (2018/2019 nr. 27)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.44 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw De Vries-Leggedoor i (CDA):

Voorzitter, dank. Deze wet kent een lange voorgeschiedenis, zowel qua voorbereiding als qua behandeling. Anderen hebben het er al over gehad. De eerste keer — eigenlijk moet ik zeggen de laatste keer — dat wij over deze wet spraken, is alweer twee jaar geleden. Het wetsvoorstel is toen op verzoek van toenmalig minister Plasterk aangehouden. Aan deze huidige minister de taak om het vervolg op zich te nemen. De CDA-fractie wil hier benadrukken dat zij respect heeft voor de manier waarop de minister zich hiervoor heeft ingezet.

De CDA fractie had twijfel bij de vormgeving van de aansprakelijkheid, de waarschuwingsplicht en de rolverdeling tussen gemeente en kwaliteitsborger in de Wet Kwaliteitsborging. En natuurlijk het tijdpad: wanneer gaat de wet in? Sinds de plenaire behandeling van juli 2017 ontving de Eerste Kamer in juni 2018 een brief en in januari 2019 het tussen Rijk en VNG afgesloten bestuursakkoord. Naar aanleiding van een schriftelijke ronde over deze stukken reageerde de minister met de beantwoording op 26 maart jongstleden. Uit de gevoerde correspondentie bleek dat de aansprakelijkheid en de waarschuwingsplicht niet verder in deze wet of het Burgerlijk Wetboek zullen worden uitgewerkt, zelfs niet in lagere regelgeving, terwijl dit uit de brief van juni 2018 wel kon worden opgemaakt.

Dat laatste zouden wij trouwens al twijfelachtig hebben gevonden. In onze ogen is dit een probleem. Immers, nu wordt nergens vastgelegd hoe lang de aansprakelijkheid voortduurt en wanneer de waarschuwingsplicht wel en niet geldt, niet in deze wet en niet in het Burgerlijk Wetboek. In de ogen van de CDA fractie was dat nodig geweest en ook niet ongewoon. We doen het ook op andere terreinen.

Constructeurs, architecten, kwaliteitsborgers: allemaal kunnen ze financieel hun aansprakelijkheid beperken, maar de aannemer niet. Een onbalans. Onderling andere afspraken maken, zoals de minister suggereert, gaat wellicht op voor hele grote dominante marktpartijen, maar kleine en grote mkb'ers zullen dit door de ongelijke machtsverhouding niet voor elkaar krijgen. Tevens stelt de minister in haar brief dat een aannemer niet verantwoordelijk is voor fouten van anderen, maar dat staat nergens in de wet en ook nergens in het Burgerlijk Wetboek en de minister wil dit ook niet opnemen.

De waarschuwingsplicht. Conform het van kracht zijnde Besluit Vaststelling Uniforme Administratieve Voorwaarden uit 2012 en die voor de Geïntegreerde Contracten, worden er ook berekeningen door aannemers gepleegd. Een beperkte waarschuwingsplicht voor opdrachtgevers maakt hier deel van uit. Zij moeten de berekeningen controleren. Met dit wetsvoorstel wordt dit dus weer teniet gedaan, of het is ermee in strijd. Deze wet bevat enkel een waarschuwingsplicht voor de aannemer. Schriftelijk. Hij geldt, zo zegt de wet en de minister, ook bij aanbesteding van werken. De minister stelt dat in de Gids Proportionaliteit wordt geadviseerd inschrijvers de mogelijkheid te bieden tijdens de aanbestedingsprocedure suggesties te doen voor te hanteren contractvoorwaarden, maar dat is niet meer dan een advies. Feit is — en de minister erkent dat ook — dat bij een aanbesteding een inschrijving waarin een voorbehoud wordt opgenomen om bepaalde onderdelen van de opdracht niet of anders uit te voeren, als ongeldig terzijde dient te worden geschoven. Hoe reëel en houdbaar is hier dan die waarschuwingsplicht?

Het bestuursakkoord tussen Rijk en VNG. Blij dat het er is. Het schept in ieder geval duidelijkheid, maar ook vraagtekens. Er worden enkel pilots in gevolgklasse 1 gestart, de makkelijkste categorie. De ongelukken uit het verleden, waar de veiligheidsraad aan refereerde, deden zich voor in de gevolgklassen 2 en 3. Hierin geen proefprojecten. Nu weten we na afsluiting van de proefprojecten nog steeds niet of de bouwkwaliteit wordt verbeterd en of zulke ongelukken hadden kunnen worden voorkomen. Ook gezien de tijd heeft de CDA-fractie ernstige twijfels of de pilots in hun geheel kunnen worden afgerond.

Ook lazen we dat een halfjaar voor inwerkingtreding van de wet — met alle betrokken partijen — wordt bekeken of en, zo ja, hoe de wet op een goede manier kan worden ingevoerd. Dit laatste, die heroverweging een halfjaar voor inwerkingtreding, gecombineerd met de mededeling van de minister dat pilots onder de huidige wetgeving al kunnen worden uitgevoerd en het feit dat met het gesloten bestuursakkoord duidelijker wordt gekeken naar de rolverdeling tussen kwaliteitsborgers en gemeente, brengt de CDA-fractie tot de slotsom om de minister te vragen of het niet verstandiger is de tussenliggende tijd te gebruiken voor het maken van een betere wet, waarin, hetzij in de wet zelf, hetzij in het Burgerlijk Wetboek, duidelijker de verschillende verantwoordelijkheden, rechten en plichten van de diverse partijen worden vastgelegd dan in deze wet het geval is.

Voorzitter. Een lastige afweging, ook voor mijn fractie, want in deze wet zitten ook goede dingen. De omgekeerde bewijslast voor aannemers/particulieren is een goede zaak, maar iets wat buiten deze wet wat ons betreft ook snel geregeld kan worden. We steunen ook de intentie om het bouw- en woningtoezicht te verbeteren en daarmee de bouwkwaliteit te vergroten. De pilots kunnen starten buiten deze wet om. Of het marktsysteem met kwaliteitsborgers, dan wel het versterken van kennis en kunde bij gemeenten de voorkeur verdient, kunnen we dan in alle rust beoordelen.

Wij zijn benieuwd naar het antwoord van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw De Vries. Ik geef het woord aan de heer Köhler.