Verslag van de vergadering van 21 mei 2019 (2018/2019 nr. 30)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.03 uur
De heer Atsma i (CDA):
Mevrouw de voorzitter, dank. Ook vanuit de CDA-fractie gelukwensen in de richting van de heer Klaver met de geboorte van zijn derde zoon. Klavertje vier is nu compleet, zou je kunnen zeggen. Dat brengt geluk, vier klavers. Van harte gefeliciteerd!
Wij waren te spreken over de wijze waarop de initiatiefnemers vanmiddag hun dilemma's hebben geschetst. Dilemma's in de zin van: wij hadden wel meer willen doen of wij hadden wat anders willen doen, maar dit is het compromis dat eruit is gerold. Kortom, die openheid en die eerlijkheid sieren de initiatiefnemers.
Tegelijkertijd leidt dat natuurlijk ook tot een vraag. Men had namelijk graag meer binnen willen halen. Vanmiddag kwam het al even langs: de 55%-grens, niet als streefwaarde, maar als hard doel. Het emissiebudget werd ook genoemd. Mijn vraag aan de initiatiefnemers is: is er ook sprake van enig commitment ten aanzien van de afspraken die nu zijn gemaakt? Het ging immers in de kern ook om het bieden van stabiliteit en voorspelbaarheid. Ik zou me dus goed kunnen voorstellen dat de initiatiefnemers daar onderling afspraken over hebben gemaakt, zodat ze niet per kerende post straks met nieuwe plannen komen. Want dat zou juist haaks staan op die in de wet omschreven hang naar stabiliteit en voorspelbaarheid.
Ook in de richting van de heer Jetten uit ik mijn waardering voor hetgeen hij heeft aangegeven, zeker ook in relatie tot het klimaatplan. Daar zijn we uitgebreid op ingegaan. Wij hebben een flink aantal vragen gesteld, juist ook over de positie van deze Kamer ten opzichte van het klimaatplan. Ik vind dat de heer Jetten en in tweede instantie ook de minister daarover duidelijk zijn geweest. De heer Jetten was duidelijk toen hij zei: "Als er moties worden ingediend en die worden aangenomen, dan heeft dat consequenties. Daar gaan wij van uit." Dat proefde ik ook van de zijde van de minister, dus in die zin denk ik dat ons verzoek om te kijken of de amenderende motie eventueel ook een optie zou kunnen zijn ... Ik ben blij te horen dat het inderdaad een instrument is dat bestaat. Anders had ik mijn eigen huiswerk ook niet goed gedaan, denk ik. Maar door die toezegging van de minister en ook door de interpretatie van de initiatiefnemers is het eigenlijk volstrekt helder dat als de Kamer een uitspraak doet, het in principe zo hoort te zijn dat het kabinet zich daaraan houdt.
Ten slotte, mevrouw de voorzitter, nog een aantal vragen. De minister zegt: ik ga niet in op de CO2-problematiek en op de beprijzing daarvan. De minister zegt: ik ga niet in op Amsterdam. Dat heeft overigens staatssecretaris Van Veldhoven volgens mij namens het kabinet gedaan, maar dat terzijde. De minister is vooral ingegaan op de betaalbaarheid en daarmee ook op de haalbaarheid van datgene wat uit de Klimaatwet aan maatregelen zou kunnen voortvloeien. Hij heeft ons hier vanavond voorgehouden dat de 0,5%, oplopend naar 0,6% in 2030, specifiek voor de huishoudens zal zijn. Ik denk dat het wel terecht is om nog even aan de minister te vragen wat er in die 0,6% is meegenomen: welk type kosten?
Ik heb de minister niet gehoord over de kosten voor het bedrijfsleven. Zit dat ook in die range van 0,5% tot 0,6%? Of moeten we dat anders duiden? En als dat zo is, dan heeft de minister naar mijn oordeel een impliciet oordeel gegeven over sommige plannen met betrekking tot de hoogte van een CO2-taks.
Mevrouw de voorzitter. Haalbaarheid en betaalbaarheid zijn twee belangrijke criteria voor de CDA-fractie. De minister is daar klip-en-klaar over geweest. Wij mogen hem dus ook aan die percentages houden.
Dan de internationale component. Ik heb daar zijdelings iets over gehoord. De heer Jetten heeft het op enig moment zelfs gehad over afschalen — dat heeft de heer Reuten volgens mij goed gehoord. Nou, dat kan ook een andere kant opgaan, maar laat ik maar zeggen dat dat alles te maken heeft met die internationale component. Ik hoop dat ik dat goed heb verstaan. De minister zou zich ook in die bewoordingen hebben willen uitlaten, als ik hem tenminste goed heb verstaan.
Kortom, de CDA-fractie is dus blij met de wijze waarop dit debat is gevoerd en met de verduidelijking die zowel van de zijde van de initiatiefnemers als door de minister is gegeven. Wij zullen geen moties of anderszins indienen. Wij zullen onze fractie rapporteren over hetgeen hier is gewisseld. Ik heb al in het kort aangegeven wat mijn opvatting daarover is.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Atsma. Ik geef het woord aan de heer Ten Hoeve.