Verslag van de vergadering van 27 mei 2019 (2018/2019 nr. 31)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.44 uur
Mevrouw Teunissen i (PvdD):
Dank u, voorzitter. Niet een leven lang leren, maar een leven lang lenen. Onze jongeren hebben het idee gekregen dat het aangaan van schulden een deugd is die bij je algemene ontwikkeling zou horen. Je gaat studeren en dus moet je lenen, tenzij je ouders je willen en kunnen sponsoren, want anders heb je gewoon pech. Het leenstelsel is ons verkocht onder het mom van "de rente is verwaarloosbaar laag, het kost je hooguit een Snickers per maand aan rente en wat is dus het probleem?" Maar diezelfde wetgevers die disclaimers verplicht stelden met de tekst "let op, geld lenen kost geld", laten de nieuwe generatie in een rentefuik zwemmen die ze decennialang kan hinderen in het opbouwen van een zelfstandige toekomst. Mogelijk kunnen ze geen hypotheek afsluiten om zelf een huis te kopen, waardoor ze overgeleverd zijn aan huisjesmelkers die meer huur vragen dan onze jongeren anders aan hypotheek kwijt zouden zijn.
De cruciale vraag is wiens schuld dit alles is. Is het de schuld van de jongeren die onbekommerd lenen, zonder de consequenties voor de toekomst voldoende te wegen of te kennen? Of is het de schuld van progressieve partijen die zich graag ook "onderwijspartij" noemen en zich ervoor hebben laten lenen om pleitbezorgers te worden van de schuldeneconomie? Partijen als D66, GroenLinks en PvdA, die met open ogen onze jongeren hebben uitgeleverd aan loan sharks, die de hele toekomst van onze toekomstige generaties bedreigen.
Zien wij de overheid als een loan shark, voorzitter? Nee, zeker niet, maar wel als een badmeester die onze jongeren tijdens het schoolzwemmen in een bad met loan sharks laat springen, waar ze de eerste decennia niet meer uit kunnen. Want wie schulden heeft en toch wat wil, komt vanzelf bij loan sharks terecht. Het grootste bezwaar van mijn fractie tegen het leenstelsel en deze voorliggende wijziging is dat het kabinet niet de toegankelijkheid en de kwaliteit van het onderwijs maar de betaalbaarheid ervan vooropstelt.
Voorzitter. We hebben het over de bouwstenen van een samenleving. Het gaat om goed onderwijs, niet om een rendementsysteem waarin je bijdrage aan de economie centraal staat. De discussie gaat dus ook over de vraag wat de kwaliteit van het onderwijs dan precies is. Toegang tot onderwijs voor iedereen, ruimte om jezelf te ontwikkelen, ruimte om te ontdekken waar je talenten liggen, waar je hart ligt, daarbij een verkeerde inschatting mogen maken en de ruimte hebben om die te herstellen. Dat zijn kernwaarden voor een kwalitatief onderwijssysteem. Iedereen in dit land, ongeacht zijn afkomst, zou moeten kunnen studeren, gewoon omdat je daar de hersens voor hebt. Het belang daarvan is van onschatbare waarde.
Het ideaal van gelijke kansen voor iedereen in plaats van het om te draaien en de toegankelijkheid van het onderwijs sluipenderwijs weer af te breken, in gang gezet met het leenstelsel dat dankzij D66, PvdA en GroenLinks kon rekenen op een ruime meerderheid in dit huis. En nu wil de regering daar nog een schepje bovenop doen. De rente zal stijgen, waardoor een student gemiddeld €5.000 extra schuld moet afbetalen. De opbrengsten voor de overheid zijn geschat op 226 miljoen in 2060, maar het kabinet is niet van plan om deze opbrengsten ook te investeren in het hoger onderwijs.
Mijn fractie maakt zich ten eerste grote zorgen over de druk die dit veroorzaakt bij de studenten. Volgens het onderzoek van Motivaction — het is al een paar keer aangehaald — leiden studieleningen tot veel stress. Ruim 60% van de studenten zegt regelmatig stress te ervaren door een studieschuld. En 40% spreekt over emotionele uitputting. Ook andere onderzoekers en studentenpsychologen rapporteren veel stress, depressies en andere psychische problemen onder studenten. Volgens de minister kan die stress niet worden toegeschreven aan één factor — de studieschuld — maar aan een opeenstapeling van factoren, zoals de hogere eisen die studenten zichzelf opleggen, de onderlinge concurrentie en de invloed van sociale media. Maar als we dan al die onderzoeken zien, hoe duidt de minister die dan? Is zij niet met ons van mening dat op z'n minst de financiële positie een onderdeel is dat bijdraagt aan die stressfactor? Graag een reactie. En is zij met mijn fractie van mening dat meer maatregelen nodig zijn om deze druk te verminderen?
Voorzitter. De toegankelijkheid van het onderwijs komt met dit voorstel verder in het geding. Het aantal havisten uit een bijstandsgezin dat naar het hbo doorstroomt, is sinds de invoering van het leenstelsel al met 10% gedaald. Doordat de basisbeurs verdween, is de armere student er dus netto op achteruit gegaan. En na invoering van het leenstelsel is de gemiddelde schuld van Nederlanders flink gestegen. In 2014 lag die nog op €14.000 en inmiddels is het gemiddelde bedrag gestegen naar €21.000. De verwachting is dat die stijging doorzet. De studieschuld beperkt de mogelijkheden bij het afsluiten van een hypotheek terwijl de huizenprijzen de pan uit rijzen.
Voorzitter. Het wetsvoorstel is ook in strijd met het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten. De minister heeft ons met haar reflectie en reactie op het Interstedelijk Studenten Overleg niet van iets anders kunnen overtuigen. De invoering van deze maatregel is niet noodzakelijk om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen blijven waarborgen, zoals wel in het verdrag wordt gesteld als één van de voorwaarden. De kwaliteit van het onderwijs en de studenten profiteren niet van deze renteverhogingen, want de opbrengsten verdwijnen in de algemene middelen. Daarmee zou het voorstel onrechtmatig zijn. Ik vraag de minister precies op dit punt om een reactie, omdat dit punt nog niet voorkwam in haar reflectie op het verdrag in relatie tot deze wijziging.
Het is een gotspe dat uitgerekend GroenLinks, een van de veroorzakers van het asociale leenstelsel, nu een petitie is gestart om deze wet tegen te houden. Voor ons voelt dat als het toppunt van opportunisme, maar laten we het positief benaderen: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. In die zin vinden we het positief dat een van de daders van deze onverantwoorde wetgeving zich eindelijk lijkt te gaan bekommeren om de slachtoffers. Dat zou best vaker mogen gebeuren.
De heer Ganzevoort i (GroenLinks):
Voorzitter, als je zo uitgedaagd wordt ... Ik snap heel goed dat de Partij voor de Dieren het moet opnemen voor de haai ... Nee, juist niet voor de haai in dit geval.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nee, juist niet, de lone sharks.
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
In dit geval niet voor de haai.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het gaat niet om ons, hoor, we nemen het op voor de studenten.
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
Daar zijn we het helemaal mee eens. Even voor de goede orde. Natuurlijk gun ik het de Partij voor de Dieren dat zij een andere mening had over het leenstelsel. Maar dat stelsel versoepelde op heel veel manieren de voorwaarden voor de studenten. U mag daar een andere mening over hebben, maar dat deed het in ieder geval wel. Nu zeggen we: hoe werkt het nu uit en aan welke knoppen draaien we dan? Zorgen we er nu voor dat het verslechtert of verbetert? Op dat punt nemen wij een heel duidelijke positie in, omdat het gaat om de toegankelijkheid. Ik vind het prima als de Partij voor de Dieren een andere interpretatie heeft van de discussies van de afgelopen jaren, maar voor de goede orde: de lijn van GroenLinks is wat mij betreft volstrekt consistent. We zijn voor de toegankelijkheid. We zijn ervoor om met name studenten uit lagere inkomensgroepen et cetera te ondersteunen. Om precies die redenen draaien we niet aan deze knop van de renteverhoging, omdat die averechts werkt.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Een prachtig betoog. Helaas zijn de verkiezingen net voorbij. Ik denk dat ik net heb betoogd dat wij toch kritiek hebben op het hele leensysteem. Je maakt studenten afhankelijk van dat lenen. Deze wijziging bouwt voort op dat leenstelsel. Ik heb geprobeerd dat op een integrale manier duidelijk te maken. Maar een betere toegankelijkheid, zoals ik van de heer Ganzevoort heb gehoord, daar kunnen wij elkaar natuurlijk in vinden.
De heer Ganzevoort (GroenLinks):
Naar onze overtuiging is dit niet iets wat voortbouwt op het leenstelsel. Naar onze overtuiging ondermijnt dit het leenstelsel. Dat is precies een van de redenen waarom daarmee het draagvlak ook wegvalt. Maar laten we vooral kijken waar we nu staan met het voorstel dat nu voorligt. Daar kunnen mevrouw Teunissen en ik elkaar volgens mij heel goed op vinden.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dat klopt. We kunnen elkaar inderdaad vinden op de ondermijning van het leenstelsel. Volgens mij zijn we het gewoon eens. Ik heb het betoog van de heer Ganzevoort net heel goed gehoord, dus dat is een van de argumenten die je kunt aandragen om specifiek tegen dit wetsvoorstel te zijn, namelijk dat het een bedreiging vormt voor het leenstelsel. Maar mijn fractie ziet graag dat ook dat in onze ogen asociale leenstelsel van tafel gaat.
Voorzitter. Eigenlijk wilde ik dat zeggen, dat als het aan ons ligt het asociale leenstelsel en de asociale renteverhoging van tafel gaan. Ik noem het nog maar even.
Tot slot vraagt mijn fractie zich af welk probleem dit wetsvoorstel nu eigenlijk oplost. De minister heeft vaak gezegd dat het doel is de houdbaarheid van het leenstelsel en de rijksfinanciën in brede zin. Zonder dit wetsvoorstel zouden die onhoudbaar worden. Het is al vaker door collega's aangehaald: daar wordt verder weinig toelichting op gegeven. Met andere woorden: hoe legt de regering nu precies die term "financiële houdbaarheid" uit? Dat is de vraag van mijn fractie. Er is geen dreigend probleem dat moet worden opgelost. Er is geen financiële crisis die moet worden afgewend. Een houdbaarder stelsel is gewoon een goedkoper stelsel, lijkt het. En vooral een stelsel dat rekening houdt met de financiële houdbaarheid van dit hele leenstelsel. Maar over de kwaliteit van het onderwijs hebben we de minister weinig gehoord. Dus graag een reactie.
Voorzitter, ik rond af. Belangrijke gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit. Er wordt al hardop gespeculeerd over de "nacht van Duthler", maar wat ons betreft zou elk lid van dit huis zich vrij moeten kunnen voelen om de toekomst van onze jeugd niet langer te verhypotheken. Elk lid van dit huis zou in de nacht van — vul uw eigen naam maar in — kunnen voorkomen dat onze jongeren slachtoffer worden van woekeraars. Het is altijd rente in de ogen van de coassistente. En dat is niet de samenleving die ons voor ogen staat. We kunnen het rentespook waar onze studenten van wakker liggen, stoppen. Laten we dat doen. Het is zo'n beetje de laatste goede daad die u in de Kamer in deze samenstelling kunt verrichten.
Voorzitter, ik kijk met belangstelling uit naar de reactie van de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Teunissen. Ik geef het woord aan mevrouw Duthler.