Verslag van de vergadering van 28 mei 2019 (2018/2019 nr. 32)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.45 uur
De heer Diederik van Dijk i (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik dank ook de staatssecretaris hartelijk voor haar kwieke beantwoording. Ik wil mijn tweede termijn kort houden. Ik kan mij aansluiten bij een aantal kritische vragen die in tweede termijn zijn gesteld door mijn collega's Fiers en Klip. Ik denk daarbij aan het evaluatiemoment: wat kun je nog doen na 2022 als we niet op koers liggen? Ik denk ook aan de kritische vragen over dumpingen.
Voor het overige — dan kom ik meer op de conclusie van mijn fractie over het wetsvoorstel — raakt het de hoofdlijn die ik heb proberen te schetsen in mijn eerste termijn. Volksgezondheid is ontzettend belangrijk. Met volksgezondheidsbelangen mag je niet schipperen, die moet je uiterst serieus nemen. Maar tegelijkertijd mag je bij volksgezondheid ook een serieuze baten- en kostenafweging maken. Daar ligt het grote probleem, want de baten, de zogenaamde gezondheidsbaten, zijn er hoegenaamd niet, of ze zijn zo klein dat ze niet meetbaar zijn. Dat heeft er voor een deel mee te maken dat asbest in de buitenlucht momenteel eigenlijk gewoon geen werkelijk risico is. Er zijn dus helemaal geen serieuze stappen te maken. Dat gebeurt in ieder geval ook niet met dit wetsvoorstel, is onze inschatting. Daar staan wel hele hoge kosten tegenover. De proportionaliteit en haalbaarheid zijn wat ons betreft zoek. Daarom staat de SGP erg sceptisch ten opzichte van dit wetsvoorstel.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Ik geef het woord aan de heer Binnema.