Verslag van de vergadering van 28 mei 2019 (2018/2019 nr. 32)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.58 uur
Mevrouw Duthler i (Fractie Duthler):
Dank u wel, voorzitter. O, dit gaat naar beneden, maar ik blijf goed staan. Dat doe ik wel vaker.
Dank aan de minister voor de beantwoording van de vragen in eerste termijn. Mijn fractie had zeven vragen, zeven punten. Je zou ook kunnen zeggen: zeven twijfels. Vooralsnog heeft de minister die twijfels voor een groot deel niet weggenomen. Een belangrijke twijfel betreft de toegankelijkheid, de effecten van dit wetsvoorstel op de toegankelijkheid en de onderbouwing van de noodzaak van dit wetsvoorstel. Als het gaat om de toegankelijkheid blijft de minister steeds bij de Monitor Beleidsmaatregelen en haar verwachtingen en overtuiging. Maar de monitor kijkt natuurlijk naar de effecten van lopend beleid, van lopende maatregelen van bestaand beleid, maar niet naar voorgenomen beleid en niet naar voorgenomen aanpassingen van regels.
Mijn fractie was juist op zoek naar ander onderzoek dan deze monitor, ander onderzoek dat wat zegt over die effecten. Mag ik concluderen dat de minister inderdaad geen onderzoek heeft gedaan, anders dan die monitor, naar de effecten van het wetsvoorstel? Daar zou ik graag een duidelijk antwoord op willen.
De minister heeft het ook steeds over de maanbedragen en de maandlasten voor de verdienende, opgeleide oud-student, maar niet over de totale schuld. Mijn fractie kan zich maar heel moeilijk voorstellen dat de totale schuld, dus niet de maandbedragen, niet van invloed is op de beslissing om wel of niet te gaan studeren of wel of niet voor een pittige studie te gaan. Kies je vanwege de hoge studieschuld misschien toch eerder voor economie dan voor econometrie bijvoorbeeld? Ik hoor graag van de minister of zij van mening is dat de totale studieschuld nu wel of niet van invloed is op de keuzes die aankomende studenten maken.
Kortom, er zijn veel onzekerheden en twijfels die door de minister niet zijn weggenomen. De effecten — ik heb het al genoemd — op bijvoorbeeld de toegankelijkheid blijven onduidelijk. Gelet op het feit dat dit wetsvoorstel pas over 40 jaar substantieel gaat bijdragen aan de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in relatie tot genoemde onzekerheden, maakt dat mijn fractie niet overtuigd is van de noodzaak om dit wetsvoorstel op dit moment te aanvaarden.
Ik voeg daaraan toe dat ik uiteraard de antwoorden van de minister afwacht, maar ik acht de kans eerlijk gezegd niet heel groot dat de minister andere antwoorden gaat geven. In dat laatste geval zal mijn fractie niet voor het wetsvoorstel stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Duthler. Ik geef het woord aan de heer Rinnooy Kan.