Plenair Huijbregts-Schiedon bij behandeling Vereiste van ingezetenschap voor wethouders en gedeputeerden



Verslag van de vergadering van 28 mei 2019 (2018/2019 nr. 32)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Huijbregts-Schiedon i (VVD):

Voorzitter. Zoals de minister terecht aangeeft, is dit wetsvoorstel gebaseerd op een motie van juni 2014. Ik heb die nog even nagelezen. Volgens mij had de minister in de vijf jaar tussen die motie en de behandeling van dit voorstel hier best eens een keer een debat kunnen wijden aan de positie van en de veranderingen binnen het lokaal bestuur, en de consequenties daarvan voor het profiel van de bestuurders. Wij hebben daar over gesproken bij het wetsvoorstel Deconstitutionalisering benoemingswijze burgemeester. Ook dat was zo'n wetsvoorstel dat verregaande consequenties heeft voor het functioneren van het lokaal bestuur. Iedere keer wordt er wat gerepareerd aan het huis van Thorbecke, maar het is toch jammer dat we die onderlinge verbanden niet kunnen leggen. Dat doet de constructie van het huis geen goed.

Voorzitter. De minister zegt dat het principe van het wetsvoorstel is dat niet de wetgever, maar de gemeenteraad over de ontheffing gaat. Mijn fractie is een heel groot voorstander van de lokale autonomie. Wij hebben vertrouwen in de gemeenteraden. Dat hebben wij ook verschillende keren naar voren gebracht bij wetgevingsvoorstellen die een beetje aan die autonomie voorbijgingen. Ook andere vakdepartementen deelden de gemeente in wetgevingsprocessen weleens een taak toe waarin die autonomie nou niet direct tot haar recht kwam. Maar de wetgever bepaalt de ruimte waarbinnen gemeenten die keuzevrijheid hebben. Die bepaalt dus de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om die keuzevrijheid en die ontheffing te verlenen. Dat is ons grote bezwaar. Het grootste bezwaar van de VVD is dat het een ongeclausuleerde keuze is. Doe maar. Als je wilt, doe maar. Dat is in feite de boodschap die wij aan gemeenten afgeven. Dat is niet de taak van de wetgever. Als wij met elkaar vinden dat het woonplaatsvereiste de basis is van onze lokale en provinciale democratie, dan zullen wij restricties moeten verbinden aan die uitzonderingsmogelijkheid.

Voorzitter. De VVD heeft duidelijk een andere appreciatie over de betekenis van dat woonplaatsbeginsel dan de minister. Wij worden het daar in dit debat toch niet verder over eens. Ik heb wel een reactie van de minister gemist op onze stelling dat het van tweeën één is: óf je houdt het woonplaatsvereiste overeind en daar verbind je restricties aan, óf je laat het helemaal los en je laat het over aan de autonomie van de gemeente. Dat is consequent en dat is ook heel erg duidelijk.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Huijbregts. Ik geef het woord aan de heer Köhler.