Verslag van de vergadering van 28 mei 2019 (2018/2019 nr. 32)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.31 uur
De heer Koffeman i (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Oost west, asbest. In heel Nederland is asbest verwerkt in huizen, bedrijven en huishoudelijke apparaten. Het is goedkoop, makkelijk en zonder nadelen, zo was de gedachte toen asbest op grote schaal op de markt gebracht werd. Sinds de jaren dertig van de vorige eeuw is het bekend dat asbest tot grote gezondheidsschade kan leiden. Zelfs de vrouwen van mannen die werkten met asbest, werden ernstig ziek doordat de werkkleding van hun man door hen gewassen werd. Collega Ruers heeft talloze slachtoffers bijgestaan bij het indienen van schadeclaims. Feit is dat pas ruim 50 jaar nadat de dodelijke gevaren van asbest bekend werden, een landelijk verbod op het gebruik van asbest werd afgekondigd. Wie het boek Merchants of Doubt kent, weet dat het ontkennen van ernstige gevaren rond schadelijke stoffen een lucratieve bedrijfstak is en dat het zaaien van verwarring een beproefde methode is om maatregelen uit of af te stellen.
Voorzitter. Veel woningeigenaren maken zich zorgen, vooral over de kosten van het saneren van hun dak met asbest. In 2024 moet het klaar zijn, maar woningeigenaren kunnen het vaak niet opbrengen. Het is ook een emotioneel onderwerp, omdat asbest zeer schadelijk is voor de gezondheid en ernstige ziekten kan veroorzaken. We hebben daar voldoende over gehoord bij de vorige sprekers. Asbest is een seriemoordenaar die sluipend te werk gaat en die de bescherming heeft genoten van ingehuurde hoogwaardigheidsbekleders. De incubatietijd is 20 tot 50 jaar na blootstelling. Nu nog sterven in Nederland jaarlijks ongeveer 750 mensen aan asbestgerelateerde ziekten. Ze sterven vaak binnen een jaar na het vaststellen van de diagnose en na een ingrijpend ziekbed. De Partij voor de Dieren vindt het belangrijk dat asbest wordt verboden en verwijderd, maar deze wetswijziging stuit toch op een aantal belangrijke bezwaren.
Voorzitter. Ik ga even terug naar het verleden. Asbest gold decennialang als de ideale grondstof. In de jaren zestig en zeventig waren de schadelijke gevolgen van dit materiaal niet langer te ontkennen, maar het duurde nog jaren voordat er een totaalverbod zou komen. We kennen de verhalen van asbestfabriek Eternit in Goor en dochterbedrijf Asbestona in Harderwijk, waar werknemers decennialang zonder beschermende kleding werden blootgesteld aan asbest en waar de Arbeidsinspectie niet ingreep. Asbestafval werd door fabrikanten gratis aan boeren verstrekt om het erf of de wegen mee te verharden. Nog steeds zien we in die regio's een significant hoger aantal gevallen van mesothelioom. Door een gebrek aan daadkracht van de overheid en een sterke lobby van Eternit konden de fabrieken langdurig en ongestraft doorgaan met hun vervuilende werkzaamheden. Bij die lobby was ook de politiek betrokken, zoals blijkt uit het feit dat Eternit oud-bewindslieden van Financiën, Ferdinand Grapperhaus van de KVP en Fons van der Stee van het CDA, in het bestuur opnam. Men kan zich afvragen: wat maakt nou juist invloedrijke ex-bewindslieden zo geschikt om bij een omstreden bedrijf op de payroll te staan?
In dezelfde periode slaagde het bedrijf erin om beschermende wetgeving jarenlang tegen te houden. Ook werden medische onderzoekers in de hand genomen om de gevaren van asbest te bagatelliseren. Zo ontstaat het beeld van een industrie en overheid die werkgelegenheid en financieel gewin zwaarder lieten wegen dan de gezondheid van fabrieksarbeiders en hun omgeving. Pas in 1993 werd asbest verboden in de bouw. En het duurde nog tot 1999 voordat de overheid de saneringsregeling, de asbestregeling en het Besluit asbestwegen in het leven riep, waarin de sanering van vervuilde terreinen werd geregeld.
Met het besluit dat vandaag voorligt, moet alle asbest van daken zijn verwijderd voor 2025. Voor de Partij voor de Dieren is de schadelijkheid van asbest boven elke twijfel verheven. Talloze nationale en internationale wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat asbest zelfs bij geringe blootstelling tot kanker kan leiden en dat er geen veilige ondergrens is voor blootstelling. Relevant is ook dat er sprake is van een cumulatief risico, wat betekent dat iedere blootstelling leidt tot een grotere kans op ziekte. Hoe ouder het asbestdak, hoe sterker de verwering, hoe meer vezels er loslaten, hoe groter het risico voor omwonenden.
Voorzitter. Er is nog ongeveer 80 miljoen vierkante meter aan asbestdaken over. Maar de subsidiepot die in 2016 werd opengesteld, is al uitgeput. De regeling was bedoeld om het proces tot sanering van asbestdaken te versnellen, en dat is goed gelukt, zo schrijft de staatssecretaris. Maar de 75 miljoen euro die in de pot zat, is op en er kunnen geen nieuwe aanvragen meer worden ingediend, zo laat ze de Kamer weten. Een subsidieregeling die al na drie jaar is uitgeput, terwijl we nog zes jaar hebben tot 2025, daar is iets mee mis, vindt de Partij voor de Dieren.
Na Fons van der Stee, een van de beschermheren van Eternit, is de staatssecretaris van plan om nog dit jaar een tweede fonds, een asbestfonds, in het leven te roepen, waarmee tot dusverre minder draagkrachtige woningeigenaren het verwijderen van asbest kunnen financieren. Daarmee kiest de staatssecretaris voor een overstap van subsidie naar financiering, een lening dus. Geen asbest, wel schuld. Waarom wordt er niet voor gekozen om de subsidieregeling te verlengen, zo vraag ik de staatssecretaris? Dat zou, gezien het belang van het verwijderen van asbest en de hoge kosten die ermee gemoeid zijn, toch de meest logische oplossing zijn? Het fonds wordt deels gefinancierd door decentrale overheden die bijdragen naar rato van de hoeveelheid asbest dakbedekking in hun provincie en regio. Dat betekent dat de gemeenten de asbestdaken moeten inventariseren. Uit de landelijke kaart van de versnellingsaanpak blijkt dat bij een groot aantal gemeenten in Groningen, Noord-Brabant en Friesland nog geen inventarisatie beschikbaar is. Klopt het dat de bewoners van deze gemeenten dan geen aanspraak kunnen maken op het fonds? Gaat de landelijke overheid deze gemeenten ondersteunen bij de inventarisatie? Het fonds is er bovendien nog niet. Daarmee is 2019 eigenlijk een verloren jaar. Waarom duurt het zo lang? Kan de staatssecretaris aangeven wanneer het fonds wel operationeel zal zijn?
Voorzitter. Bijna driekwart van de asbestdaken bevindt zich bij boerenbedrijven. Denk aan stallen, loodsen en schuren. Alleen al Tubbergen, het modeldorp uit het verkiezingsspotje van het CDA van vorig jaar, het veiligste dorp van Nederland, bestuurd door het CDA, heeft de twijfelachtige eer 500.000 m2 asbestdaken te hebben op een bevolking van 20.000 inwoners. LTO geeft aan dat 30% van de agrariërs geen geld heeft om de daken te saneren en dat een lening daar weinig aan verandert. Dat brengt risico's met zich mee. Asbestvezels die loslaten bedreigen de gezondheid van de agrarische medewerkers, de omwonenden, de dieren en de akkers. Bovendien vinden er jaarlijks tientallen stalbranden plaats. Bij deze branden sterven niet alleen duizenden dieren een afschuwelijke dood, maar komt vaak ook asbest vrij die een gevaar oplevert voor de omgeving. Collega Stienen heeft voorbeelden gegeven van wat dat voor de omgeving kan betekenen. Het verwijderen van dat asbest is bovendien kostbaar. Is de staatssecretaris bereid om brandpreventie voor oude boerderijen verplicht te stellen? Graag een reactie.
Voorzitter. De VNG en de Vereniging Eigen Huis hebben begrijpelijkerwijs grote bezwaren tegen de manier waarop de staatssecretaris het verbod op asbestdaken heeft vormgegeven. Ze wijzen erop dat de gemakkelijke vierkante meters, schuurtjes, al zijn of worden gesaneerd, maar dat de complexe asbestdaken, die vaak zijn voorzien van asbestleien, blijven liggen. Geschakelde daken kunnen alleen gezamenlijk worden gesaneerd en dat vereist overeenstemming tussen bewoners. Veel bewoners kunnen of willen niet meedoen. Daar zijn verschillende redenen voor. Ze gaan binnenkort verhuizen. Ze zijn al op leeftijd. Het zal hun tijd wel duren. Ze kunnen het niet betalen of de buurt krijgt het niet georganiseerd omdat iemand vrijwillig de kar moet trekken. Ook geven sommige bewoners prioriteit aan andere maatregelen zoals het verduurzamen van hun woning. VNH en VEH pleiten voor ontzorging door gemeente of landelijke overheid van begin tot eind, ook om te voorkomen dat eigenaren met malafide bedrijven in zee gaan en voor te hoge kosten worden gesteld. De Partij voor de Dieren is het daarmee eens. Wat de kosten betreft: die zijn hoog aangezien woningeigenaren het asbest moeten laten verwijderen door gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijven. De markt is krap en dat is terug te zien in de snel stijgende prijzen. Als het al mogelijk is om een offerte te vragen — dat is zeker in het westen van het land een hele uitdaging — blijkt dat de prijzen vele malen hoger liggen dan in de rekentool van Milieu Centraal wordt aangegeven. Die prijzen zullen alleen maar hoger worden naarmate de deadline van 2025 nadert. Saneringsbedrijven zijn spekkoper. In sommige regio's worden prijzen gerekend van €250 per m2 waar €20 per m2 volgens experts een redelijk bedrag is. Deze hoge prijzen leiden ertoe dat mensen zelf maar gaan klussen met alle gevolgen van dien voor hun gezondheid en die van hun omgeving. Het afval wordt in veel gevallen gewoon gedumpt. Staatsbosbeheer meldt een verdubbeling van asbestafval op zijn terreinen. Graag een reactie van de staatssecretaris. Hoe wil ze voorkomen dat dit een nog grotere vlucht gaat nemen in de komende jaren.
Voorzitter. De asbestsaneringsindustrie is een zelfregulerende sector. Sinds 2012 bepaalt hij zijn eigen prijzen en regels en houdt zelf toezicht op de naleving. Er is geen enkele prikkel bij de asbestbedrijven om te kiezen voor eenvoudige en betaalbare oplossingen. Ook blijkt de veiligheid bij 30% van de asbestverwijderingslocaties niet op orde, zo lezen we in het inspectierapport van SZW uit 2016. Gaat de staatssecretaris maatregelen nemen om dat probleem aan te pakken? Zijn er aanwijzingen dat het sinds 2016 verbeterd is? Komen er extra inspecties en hogere boetes? Graag een reactie.
Voorzitter. Een verbod heeft weinig zin als er niet wordt gehandhaafd. In dit geval ligt de handhaving bij de gemeenten. De staatssecretaris stelt dat de gemeentelijke handhavingslasten laag zullen zijn omdat wordt ingezet op een totale sanering voor 31 december 2024. Maar de VNG geeft al aan dat de gemeenten niet bereid zullen zijn om bewoners uit hun huis te zetten omdat er nog asbest op het dak zit, terwijl de eigenaar de sanering logischerwijze niet kan betalen. Gemeenten zitten ook niet te wachten op het opleggen van dwangsommen aan bewoners die geen geld hebben. Hoe gaat de staatssecretaris daarmee om? Is daar een plan voor? Is dat niet een extra reden om de subsidieregeling toch te verlengen of om werk te maken van betere begeleiding van bewoners? Graag een reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter. Ik rond af. Dat asbest van onze daken verwijderd moet worden staat volgens de Partij voor de Dieren buiten kijf. De gezondheidsrisico's zijn te groot. Maar zonder financiële en organisatorische steun van de overheid gaat dat niet lukken, niet binnen de gestelde termijn. De staatssecretaris legt het probleem nu bij de woningeigenaren, terwijl de overheid tegen beter weten in vele decennia lang niets heeft gedaan om die woningeigenaren en de bevolking te beschermen tegen asbest in onze werk- en leefomgeving. Dat schept een ereschuld die niet op burgers kan worden afgeschoven. De Partij voor de Dieren sluit zich aan bij het commentaar van het Expertise Centrum Asbest & Vezels. Ik citeer: "De Overheid kan niet zomaar zeggen dat het de verantwoordelijkheid van de eigenaar is. Dezelfde Overheid wist namelijk halverwege de jaren 60 van de vorige eeuw al dat asbest zwaar kankerverwekkend is en heeft ondanks deze kennis het gebruik van asbest toegestaan tot 1 juli 1993. Daarmee heeft de Overheid zichzelf eigenaar van het huidige probleem gemaakt en dient zij haar verantwoordelijkheid te nemen om zorg te dragen voor een gezond leefmilieu."
Voorzitter, we zien de reactie van de staatssecretaris graag tegemoet. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. Ik geef het woord aan de heer Atsma.