Verslag van de vergadering van 4 juni 2019 (2018/2019 nr. 33)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.33 uur
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil de minister bedanken voor het beantwoorden van onze vragen. Ik ben zeer overtuigd van de oprechte bedoelingen van de minister om het probleem dat voorligt op te lossen. Ik ben er ook van overtuigd dat die goede bedoelingen ook bij ambtsvoorgangers aanwezig waren. Die goede bedoelingen hebben echter tot nu toe niet tot een integrale aanpak geleid die echt toereikend is om de problemen het hoofd te bieden zoals die zich elke opnieuw voordoen.
Nog eventjes over de beantwoording van de vragen. Ik heb aan de minister gevraagd of zij meer helderheid kan geven waarom er te veel rechten zijn uitgegeven en aan wie. Ik heb gevraagd of de minister in een brief duidelijk kan maken om welke knelgevallen en bezwaarmakers het gaat. Daar krijg ik graag nog een antwoord op.
Ik heb naar aanleiding van de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven erop gewezen dat de fosfaatrechten die zijn toegekend aan vleesveehouders, nu nog buiten het sectorplafond melkvee vallen, tenzij die vleesveehouders de rechten verkopen aan melkveehouders. Wat doet deze wetswijziging om dat probleem te voorkomen? Dat aspect heb ik gemist in de beantwoording van de minister.
Dan heeft de minister toegezegd dat er een aantal onderzoeken loopt om de stikstof-, fosfaat- en klimaatproblemen in kaart te brengen die samenhangen met de veehouderij, maar ik denk dat er op dit moment meer dan dat nodig is. Om die reden wil ik graag een motie indienen die vraagt om een integraal beleidsplan met afrekenbare doelen, want daaraan heeft het echt ontbroken de afgelopen jaren. Ik denk dat dit de komende tijd heel hard nodig is, zeker ook omdat de klimaateffecten van de veehouderij nog steeds niet goed worden meegewogen om in 2030 belangrijke doelstellingen te halen.
De voorzitter:
Door de leden Koffeman, Reuten, Binnema, Overbeek, Ten Hoeve en Van Zandbrink wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de vigerende wetgeving op het gebied van veehouderij en mestbeleid onvoldoende soelaas biedt bij het beteugelen van de stikstof- en fosfaatuitstoot en bij het bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen waarvoor Nederland zich gesteld ziet;
overwegende dat het Europese Hof heeft uitgesproken dat Nederland te weinig doet tegen te veel stikstof in de natuur;
overwegende dat incidentele wetgeving op het gebied van de afroming van fosfaatrechten onvoldoende uitzicht biedt op structurele oplossingen;
verzoekt de regering te komen met een integraal beleidsplan voor de veehouderij met afrekenbare doelstellingen op het gebied van fosfaat, stikstof en klimaateffecten, waarin ook het behalen van de klimaatdoelen voor 2030 wordt betrokken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter D (35208).
Dank u wel, meneer Koffeman.
Ik geef het woord aan de minister, als zij in staat en bereid is om direct te antwoorden. U heeft tien minuten.