Verslag van de vergadering van 2 juli 2019 (2018/2019 nr. 37)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.11 uur
Mevrouw Moonen i (D66):
Voorzitter. Allereerst wil ik iedereen bedanken die mij heeft gefeliciteerd met mijn maidenspeech. Natuurlijk wil ik graag van de gelegenheid gebruikmaken om te zeggen dat ik heb genoten van de speeches van de heer Frentrop, de heer Van Ballekom, de heer Crone en de heer Van Gurp. Graag wil ik ook de nieuwe voorzitter van de Eerste Kamer succes wensen.
Voorzitter. We hebben een goed debat gehad vanavond, denk ik. Namens de D66-fractie wil ik inbrengen dat naar ons het idee het voorliggende principeakkoord het pensioenstelsel persoonlijker en robuuster kan maken, met behoud van een vorm van solidariteit en verplichtstellingen aan het fonds. Dat is een heel belangrijk en degelijk raamwerk, dat ons ook evenwichtig overkomt.
Het doet ons deugd dat door het vandaag en vanavond voorliggende wetsvoorstel er een stelsel komt waardoor het voor eenieder haalbaar wordt gezond werkend het pensioen te bereiken. Dat is belangrijk voor de betrokkenen. Dat is belangrijk voor de families en degenen die te maken hebben met mensen die het nu toch lastig hebben om gezond die eindtermijn te halen.
Ik vond het ook prettig om te bemerken dat de minister echt gepassioneerd raakte toen hij sprak over duurzame inzetbaarheid. Hij gaf vandaag in het debat ook aan dat hij zich daar persoonlijk voor zal gaan inzetten en dat hij zelf betrokken zal blijven bij de uitwerking van het Leven Lang Leren.
We hebben ook gesproken over zaken die in het principeakkoord staan. Ikzelf niet, omdat ik me echt heb beperkt tot het wetsvoorstel dat hier voorligt. Dat neemt niet weg dat ik buitengewoon geïnteresseerd ben in de uitwerking die we gaan krijgen, en in de roadmap. Heel belangrijk daarin zal zijn het waarderingskader dat er gaat komen, de evenwichtige verdeling over de generaties. Ik vraag de minister om aan de stuurgroep mee te geven dat, als we het over dergelijke thema's hebben, het nogal uitmaakt hoe het gaat uitpakken voor de verschillende typen pensioenfondsen die we in Nederland hebben. Want we hebben zeer verschillende fondsen. We hebben bedrijfstakpensioenfondsen. Ze zijn vanavond vaak met name genoemd. Maar we kennen ook fondsen voor ondernemingen. Grote ondernemingen, die nog eigen pensioenfondsen hebben. We hebben ook beroepspensioenfondsen, voor specifieke beroepen. Ik denk dat het belangrijk is, als we straks kaders en uitwerkingen krijgen, dat we ons steeds realiseren hoe die uitwerken voor de totaal verschillende typen fondsen die het land kent.
Dan kom ik op de beantwoording van de vragen. Het doet me deugd dat de minister aangaf dat we, als het gaat om de Sociale Verzekeringsbank, tegenwoordig beschikken over een community. Een soort AOW-community begreep ik, waar maar liefst 850.000 personen in zitten, waar zaken aan getoetst worden voordat er daadwerkelijk in brieven gecommuniceerd gaat worden naar deze groep. Dat vond ik dus een adequate beantwoording van mijn vraag hierover.
Ook het antwoord inzake de Belastingdienst vond ik duidelijk.
Op één vraag wil ik nu nog wel terugkomen. Mevrouw Oomen van het CDA sprak daar zojuist ook over. Ik vond de beantwoording als het gaat over langer doorwerken wat minder duidelijk, want enerzijds gaf de minister aan: we hebben vanuit de regering de wettelijke belemmeringen weggehaald. Dat klopt, dat erken ik ook. In de volgende zin gaf hij aan: we hebben het ook via wetgeving aantrekkelijker gemaakt. Ik vind het weghalen van belemmeringen iets anders dan iets echt aantrekkelijk maken. Ik ben dan ook benieuwd — mevrouw Oomen vroeg er ook al naar — hoe de regering het daadwerkelijk in de toekomst aantrekkelijk gaat maken voor mensen die nu reeds in een functie zitten, gezond en vitaal zijn en ontzettend graag willen doorwerken, maar het toch niet voor elkaar krijgen. Hoe wordt dat mogelijk gemaakt? Zeker in het licht van de schrijnende tekorten die we gaan krijgen op de arbeidsmarkt en binnen al die beroepsgroepen die ik vanochtend in mijn eerste termijn heb genoemd. Naar mijn idee gaat het hier om een groot maatschappelijk belang. Een regering hoort zich ook te buigen over de grote maatschappelijke belangen van deze tijd.
Tot slot: heel veel waardering van de fractie voor het totale geheel van het principeakkoord. Ik zal de fractie van D66 adviseren om in te stemmen met dit specifieke wetsvoorstel dat voorligt.
Dank u hartelijk.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Moonen. Dan geef ik nu het woord aan de heer Crone.