Verslag van de vergadering van 9 juli 2019 (2018/2019 nr. 38)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.52 uur
Mevrouw Rookmaker i (FvD):
Dank u wel, voorzitter, en dank u wel, mede-Kamerleden. Ter aanvulling van mijn brief en beknopte cv wil ik graag iets meer vertellen over wie ik ben en waarom ik denk een goede aanvulling te kunnen zijn op het bestuur van uw Kamer. Ik ben bijna 55 jaar geleden geboren in de kop van Noord-Holland, in Petten, als derde dochter van in totaal vier dochters van een apotheekhoudend huisarts. Mijn middelbare school volbracht ik in Groningen. Mijn vader overleed helaas toen ik 16 was. Ten gevolge hiervan verliet ik vroeg het ouderlijk huis, te vroeg, en ik kreeg twee kinderen. Toch heb ik in een moeilijke periode mijn vwo-diploma gehaald en heb ik gestudeerd toen mijn twee kinderen klein waren. Vanaf de geboorte van de jongste stond ik alleen voor de taak van kostwinner en opvoeder, tot ik in 2003 mijn huidige man ontmoette, met wie ik nu al alweer vijftien jaar zeer gelukkig getrouwd ben.
Ik houd van kunst, muziek in het bijzonder, lezen en de natuur, ook de oneindig complexe menselijke natuur. Mensen die mij goed kennen, beschrijven mij als moedig, oorspronkelijk en betrouwbaar. Ik vind het altijd een beetje moeilijk om zoiets over jezelf te zeggen; dat heb ik anderen dus maar laten doen.
Sinds de eerste klas van de middelbare school ben ik in politiek geïnteresseerd. Ik heb mij daar, afgezien van een kort verblijf in de gemeenteraad van Groningen voor D66, nooit actief mee bemoeid. Daar had ik eenvoudigweg geen tijd voor. Dat neemt niet weg dat ik de politiek altijd heb gevolgd, soms met verwondering, vaak met stijgende verbazing en zelfs met verbijstering, maar altijd met interesse. Hoe kan het dat wij onze zo zwaar bevochten democratische rechtsstaat van Nederland en onze autonomie zo gemakkelijk afstaan aan een democratisch veel minder ontwikkeld instituut als de EU? Waar komt toch de overtuiging vandaan dat veel belangrijke zaken alleen in EU-verband zijn aan te pakken? In het bedrijfsleven, waarin ik vele jaren vooral in leidinggevende functies functioneerde, geldt een precies tegenovergestelde opvatting: hoe kleiner een project, hoe beter de beheersing ervan.
Afijn, waarom acht ik mij nu in de politiek geschikt als eerste Ondervoorzitter van de senaat? Op grond van mijn opvoeding, opleiding, werk en levenservaring acht ik mij zeer goed in staat om representatieve taken te vervullen, zowel uw vergaderingen als de organisatie te leiden en de renovatie en verhuizing van de Eerste Kamer goed te begeleiden.
Maar ik breng ook extra zaken met me mee. De verwondering die ik als nieuwkomer ongetwijfeld zal ervaren — ik ken mezelf — leidt tot een gratis, en dat moet Nederlanders aanspreken, inside-out-blik. Ik heb mij aangewend om, wanneer ik in een nieuwe werkomgeving kom, die verwondering vast te leggen. Als nieuwkomer sta ik bovendien zeker open voor verbeterinitiatieven, ook van uw kant. Ik ben namelijk nog niet gehecht aan de huidige manier van werken.
Mijn tweede extra bijdrage ligt in het borgen van integriteit en het implementeren van de gedragscode. Onderzoek heeft aangetoond dat organisaties waarin werkrelaties zich over jaren ontwikkelen — daar schaar ik de Eerste Kamer ook onder — kwetsbaar zijn. Het blijkt lastig om elkaar in de praktijk aan te spreken op gedrag. Een gedragscode, zeker de gedragscode die wij hebben, is goed. Dat is één ding. Maar de crux is: ernaar handelen. In een van mijn banen ben ik zelf klokkenluider geweest in een stevig fraudedossier. Dat was heel zwaar, maar ik heb het overleefd. Het duurde ongeveer anderhalf jaar. Het heeft me onder meer geleerd om elke stap heel goed te overwegen, dat moed en doorzettingsvermogen onmisbaar zijn en, evenzeer, dat onderzoeksvragen heel simpel zijn te manipuleren, zodanig dat de echte boosdoeners buiten schot blijven. Aan de positieve kant leerde het me dat een heel stevig voorbeeld navolging krijgt en een gedragscode een levend document kan worden. Mijn beloning kreeg ik achteraf. Ik heb mijn collega's moediger zien worden.
Ten slotte, en dat is misschien wel het belangrijkste, zal mijn toetreding tot het bestuur van de Eerste Kamer recht doen aan de verkiezingsuitslag. Veel kiezers gaven in maart een duidelijk signaal af, een signaal dat wantrouwen illustreert. De Voorzitter van de Eerste Kamer is, hoezeer hij of zij ook streeft naar onpartijdigheid, ook een mens en dus ook, zoals iedereen, belast met aannames, voorkeuren, antipathieën et cetera, ikzelf in de eerste plaats ook. Daarom zijn ingebouwde checks-and-balances zo belangrijk. We moeten samenwerken. Dat zullen we ook doen, met respect voor ieders opvattingen en zienswijzen.
Ik hoop dat u mijn kandidatuur ondersteunt en wacht uw vragen rustig af. Ik dank u voor uw aandacht.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Rookmaker. Wenst een van de andere leden het woord om aan één of meer kandidaten vragen te stellen? Dat is het geval. Ik zal de leden het woord geven in de eerder afgesproken volgorde van grote naar kleine fracties. Wilt u duidelijk aangeven tot wie uw vraag zich richt? Wilt u zich proberen te beperken tot één vragensteller per fractie, indien mogelijk? Nadat alle vragen zijn gesteld, krijgen de kandidaten de gelegenheid om de tot hen gerichte vragen in hun geheel te behandelen. Dat gaat per kandidaat.
Ik kijk even of er van Forum voor Democratie iemand is die een vraag wil stellen aan één of meer kandidaten. Ja, de heer Van Pareren. Gaat uw gang.