Verslag van de vergadering van 9 juli 2019 (2018/2019 nr. 38)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 12.30 uur
Mevrouw Sent i (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Graag dank ik de staatssecretaris voor haar heldere antwoorden op onze vragen. We zijn blij met haar aangekondigde novelle. Dit is in het parlementaire gebruik een wetsvoorstel tot wijziging van een wetsvoorstel dat nog aanhangig is bij de Eerste Kamer, dus niet aanvaard is door de Eerste Kamer. Dit wordt na instemming door de Tweede Kamer tegelijkertijd met het oorspronkelijke wetsvoorstel door de Eerste Kamer afgehandeld. Wij steunen dus het ordevoorstel van de heer Kox.
Voorzitter. Graag loop ik de antwoorden en de toezeggingen van de staatssecretaris langs. Ten eerste hebben wij aandacht gevraagd voor de timing van de brief. Wij zijn het met de collega-senatoren eens dat het beter is om ten halve te keren dan ten hele te dwalen. We hebben ook aandacht gevraagd voor de uitvoerbaarheid van wetgeving vanuit het perspectief van Belastingdienst, UWV en SVB. We hebben in het bijzonder stilgestaan bij de uitvoerbaarheid vanuit het perspectief van de burger, vanwege het beperkte doenvermogen. Daardoor is de overheid een belangrijke, zo niet de belangrijkste veroorzaker van de schuldenproblemen onder Nederlanders. Wij kijken uit naar de bevindingen voortvloeiend uit het interdepartementaal beleidsonderzoek hieromtrent. Mogelijk zien wij daarin ook aanleiding om hierin als Kamer extra agenderend te werk te gaan.
Voorzitter. Ik rond af met de dringende oproep om nu eens te stoppen met het draaien aan allerlei knoppen in reactie op koopkrachtplaatjes, maar de machine zelf nu eens grondig te reviseren. Koopkrachtplaatjes gaan er namelijk van uit dat er niets verandert in de leefsituatie van de burger. Echter, het grootste effect op de koopkracht ontstaat nu juist wanneer er veranderingen plaatsvinden in die leefsituatie van burgers door veranderingen in werk, kinderen, scheiding, pensioen en dergelijke. Juist bij dat soort veranderingen zien we dat het doenvermogen van de burgers het onderspit delft en juist daar ontstaan de problemen. De koopkrachtplaatjes geven wat ons betreft een uiterst vertekend beeld. Wij doen een dringende oproep om dat bredere perspectief te benaderen bij wetsvoorstellen.
Ik heb nog een paar afsluitende woorden. De PvdA acht het prematuur, zoals ik al in de inleiding zei, om het voorliggende wetsvoorstel in stemming te brengen voorafgaand aan de instemming van de Tweede Kamer met de novelle. Gegeven de ervaringen van deze Kamer met het Belastingplan heeft de staatssecretaris mij er ook niet van overtuigd dat dit voor 1 november door deze Kamer moet worden aanvaard. Daarom steunen wij de oproep en het ordevoorstel van het lid Kox.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Sent. Dan geef ik het woord aan mevrouw De Bruijn.