Verslag van de vergadering van 29 oktober 2019 (2019/2020 nr. 4)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.29 uur
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter, dank u wel. Ik dank de minister-president voor de beantwoording. Dat debat wordt zeker in de komende tijd voortgezet, hopelijk ook snel weer in deze Kamer.
Ik stel vast dat de minister-president niet bereid is om een rekenregelcommissie in te stellen. Ik stel ook vast dat volgens mij de minister-president de brief niet goed gelezen heeft, maar vanwege de tijd zal ik dat nu even laten rusten. Dat blijkt vanzelf wel.
Voorzitter. Ik heb één motie over de verhoging van de ouderenkorting.
De voorzitter:
Door de leden Van Rooijen, Baay-Timmerman, Otten, Rookmaker, De Vries, Faber-van de Klashorst en Cliteur wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de arbeidskorting in de komende drie jaar met ongeveer €1.000 extra wordt verhoogd, met een budgettair beslag van 2,15 miljard;
overwegende dat de ouderenkorting alleen met de tabelcorrectiefactor wordt verhoogd, hetgeen tot een maximale verhoging van die korting leidt van ongeveer €100 in de komende drie jaar;
verzoekt de regering de ouderenkorting in de komende drie jaar aanzienlijk extra te verhogen en de afbouw van de ouderenkorting over een langere periode te spreiden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter K (35300).
Deze motie wordt voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslaging.
Dan dank ik de heer Van Rooijen en kijk ik naar de heer Schalk.