Verslag van de vergadering van 5 november 2019 (2019/2020 nr. 5)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 21.37 uur
De heer Dittrich i (D66):
Dank u wel, voorzitter. Wat een verrassing. Ik dacht eigenlijk dat mijn collega-maidenspeecher de heer Van Wely aan de beurt was, maar hij ziet kennelijk af van ...
De voorzitter:
Leden kunnen afzien van een tweede termijn.
De heer Dittrich (D66):
Oké.
Goed, dan wil ik even heel kort een aantal toezeggingen langslopen die beide ministers gedaan hebben en die voor de fractie van D66 in deze tweede termijn van belang zijn.
Ik heb minister Bruins duidelijk horen zeggen dat jongeren in instellingen expliciet worden meegenomen in de onderzoeken van het Trimbos-instituut. Voor mijn fractie was dat een belangrijke toezegging.
Ik heb gehoord dat de ministers hebben geantwoord op vragen van collega De Boer van GroenLinks dat eigenlijk elke datum mogelijk is voor inwerkingtreding van de wet en alle nevenregelingen. Voor mijn fractie is dat ook van belang, want we willen geen tijd verliezen. We willen zo snel mogelijk dat de voorbereidingsfase in werking treedt.
Internationaal wordt open en transparant over het experiment gesproken. Wij weten dat we goede diplomaten en goede ambtenaren hebben die dat kunnen doen. Ook de minister zelf is daarbij betrokken. Dat is belangrijk omdat er altijd politieke sluiervorming kan ontstaan, ook vanuit de andere landen. Politici willen vaak ergens tegen ageren omdat ze denken dat dit interessant is voor een bepaalde achterban. Maar het is heel goed dat feiten gepresenteerd gaan worden, zoals wat het experiment behelst.
Ik ben blij met de mededelingen over de maatregelen die door politie en Openbaar Ministerie tegen georganiseerde criminaliteit genomen kunnen worden als men het experiment wil misbruiken of in een kwaad daglicht wil stellen.
Ik heb verder genoteerd dat teeltgemeenten echt expliciet betrokken worden, ook in het kader van handhaving.
Dan nog even een puntje over het rapport van de heren Tops en Tromp. Ik wil steeds "Trump" zeggen, maar het is "Tromp". Dat was inderdaad een opiniestuk, dat verschenen is ná het rapport, nadat er heel veel maatschappelijke discussie was over de inhoud van het rapport. Wat ik dus maar wil zeggen, is dat we de mening van deze twee heren niet zomaar terzijde moeten stellen omdat ze in een opiniestuk hebben gezegd dat zij op basis van de gegevens die zij gevonden hebben, vinden dat de richting van legalisering moet worden ingeslagen. Ik zeg niet dat de fractie van D66 dat hier propageert, want ik wil het echt beperken tot het wetsvoorstel dat we bespreken over cannabis en de tien gemeenten.
Ik heb ook gehoord dat er gekeken wordt naar de betrokkenheid van Utrecht in relatie tot de onderzoekscommissie. Dat is ook een punt dat voor de fractie van D66 van belang is.
Ik ben blij met de toezegging dat de toezichtactoren gegevens uitwisselen en coördineren en dat ze bekijken hoe er op een hele goede manier toezicht gehouden kan worden en gehandhaafd kan worden.
Voorzitter. Als laatste punt kom ik bij de motie van collega Rombouts en anderen. Ik heb de motie hier bij me. De motie is heel breed; het woord "cannabis" staat er niet in. Dat is geen kritiekpunt, maar dat is een visie op de samenleving die met name gericht is naar georganiseerde criminaliteit waar het gaat over harddrugs. Dat gaat om de voorbeelden die de minister gaf, zoals cocaïnehandel. Ook heb ik Colombia horen vallen. Dat zijn natuurlijk allemaal zorgwekkende ontwikkelingen. Ik denk dat er niemand in de Kamer is die ertegen is dat de ondermijning van de rechtsstaat tegengegaan wordt. Ik heb gehoord dat de minister op allerlei punten zegt dat hij daar wel wat in ziet en dat hij die overneemt. Ik besluit mijn tweede termijn met een vraag aan collega Rombouts: mag ik ervan uitgaan, nu de minister deze motie overneemt, dat u de motie intrekt en dat het debat zonder motie eindigt?
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik stel voor dat de heer Rombouts dat punt aan de orde stelt als hij aan het woord is. Of wilt u er nu op reageren?
De heer Rombouts i (CDA):
Het bespaart misschien toch nog bespiegelingen over die motie door alle sprekers als ik hier nu zeg dat het overnemen van de motie door de minister in feite betekent dat die motie niet van tafel is en dat we die ook niet hoeven in te trekken. De motie maakt onderdeel uit van de beraadslaging, maar volgende week hoeven we er niet meer over te stemmen.
De voorzitter:
Dat betekent dat u de motie intrekt en dat u de antwoorden van de minister beschouwt als een toezegging.
De heer Rombouts (CDA):
Ja, u hebt gelijk. De motie trek ik in, maar deze maakt onderdeel uit van de beraadslaging tot nu toe. De motie staat in de Handelingen en de minister weet wat ermee bedoeld wordt. Wij hoeven er volgende week niet meer over te stemmen.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Rombouts c.s. (34997, letter Q) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
De motie is ingetrokken, maar de tekst van de motie is aan de orde geweest in de beraadslaging en staat in de Handelingen.
Het woord is aan de heer Janssen.