Plenair Stienen bij behandeling Wijziging Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten



Verslag van de vergadering van 5 november 2019 (2019/2020 nr. 5)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 10.24 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Stienen i (D66):

Voorzitter. Ik kijk even naar de tijd. De naam van de wet die voorligt, past helaas niet in het plan van het kabinet voor helder taalgebruik en de ambities van de Direct Duidelijk-campagne. Het is een echte tongbreker. Voor het gemak en het begrip zal ik het in mijn inbreng namens de D66-fractie hebben over de Wet deactivering van de quotumheffing.

Voorzitter. Voor D66 is een inclusieve arbeidsmarkt absoluut een prioriteit die voortkomt uit onze Grondwet, onder andere artikel 1, en onze internationale verplichtingen zoals het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De vorige sprekers hebben ook gesproken over het belang voor mensen met een beperking en voor onze samenleving als geheel. Daar sluit ik mij namens D66-fractie graag bij aan. Want wij vinden dat iedereen een kans moet krijgen om bij te dragen aan onze samenleving in een werkomgeving, vanuit hun eigen talent en mogelijkheden.

Voor ons geldt dat ook voor mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt, door bijvoorbeeld een arbeidsbeperking, en die daarom extra hulp en begeleiding nodig hebben. We willen ook dat dit op een duurzame manier gebeurt, zodat mensen langere tijd in een baan kunnen blijven werken of op een goede manier kunnen overstappen. Uiteraard begrijpt mijn fractie dat dit streven flink wat vraagt van de werknemers met een beperking en van de werkgevers op het gebied van flexibiliteit, kennis en doorzettingsvermogen. We zien dat het bedrijfsleven daar veel meer succes in heeft geboekt dan de overheid. Over het achterblijven van de overheid heeft mijn fractie grote zorgen. Daar kom ik later in mijn inbreng nog op terug.

Voorzitter. Uit de Monitor Arbeidsmarkt van april 2019 blijkt dat de arbeidsparticipatie van arbeidsgehandicapten uitgaand van de meest recente cijfers neerkomt op 66%. Dat is nog steeds 15 procentpunt lager dan de gemiddelde arbeidsdeelname van alle personen tussen 15 en 64 jaar met een arbeidsvermogen, van 81%. Op basis van de gegevens van het CBS waren er in 2014 1.541.000 arbeidsgehandicapten in de beroeps- en niet-beroepsbevolking. Daarvan hadden er toen 540.000 een baan. Voor D66 is het niet duidelijk welke cijfers uit welk jaar nu gebruikt worden als nulmeting. Zou de staatssecretaris dat willen toelichten? Want dat is wel relevant voor de weging van het uiteindelijke resultaat van de banenafspraak om in 2025 125.000 banen voor arbeidsbeperkten te realiseren. Vanwaar die 125.000? Zouden we, gezien de cijfers, niet nog ambitieuzer moeten zijn, vragen wij de staatssecretaris.

Voorzitter. Vandaag gaat het om de reparatie van een wettelijke omissie, of zoals de memorie van toelichting bij de Wet deactivering van de quotumheffing zegt: "Een technische wijziging om buiten twijfel te stellen dat een arbeidsbeperkte meetelt voor de banenafspraak en dat de werkgever aanspraak kan maken op de financiële voordelen van de no-riskpolis en loonkostenvoordeel, zolang iemand geregistreerd is voor de banenafspraak en de zogenaamde uitlooptermijn geldt." Ook weer een hele mondvol.

Namens de D66-fractie zie ik dit plenaire debat vooral als een kans om met de staatssecretaris te bespreken hoe de voorliggende wetsaanpassing beter kan bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van de Wet banenafspraak en of de wijziging voldoende wortel is om de overheid en marktsectoren te blijven stimuleren, zodat de stok achter de deur van de quotumheffing niet nodig is. In de praktijk is gebleken dat het huidige systeem tot belemmeringen leidt voor de werkgever, met name als het gaat over de voorwaarde van registratie van een gecreëerde arbeidsplaats. In andere woorden: wanneer hoort een gecreëerde arbeidsplaats bij de private of de publieke sector? Verder kregen de werkgevers te maken met een ingewikkelde zware inleenadministratie. We begrijpen dat de t+2-regel — ik moest dat echt heel vaak lezen — met deze wetswijziging wordt afgeschaft. Dat wil zeggen, de regel die bepaalt dat iemand niet langer tot de doelgroep van de banenafspraak behoort, telt wel nog mee voor de banenafspraak na het tweede kalenderjaar waarin dat het geval is. Dat is niet zo duidelijk, maar als je het heel vaak leest, begrijp je het. Hierdoor blijven mensen opgenomen in het doelgroepregister. Dit draagt eraan bij dat werknemers uit de doelgroep meer zekerheid krijgen over hun plaatsing op de baan en dit geeft werkgevers meer stimulans te blijven investeren in hun werknemers. Maar hoe wil de staatssecretaris dan resultaten meten? Is er dan helemaal geen beperking meer hoe lang mensen in het doelgroepregister geregistreerd blijven?

Daarnaast vraagt mijn fractie de staatssecretaris hoe het zit met mensen die een arbeidsbeperking krijgen tijdens het werk bij hun vaste werkgever en die na een bepaalde periode van arbeidsongeschiktheid weer bij die werkgever aan de slag willen, ook nu ze een arbeidsbeperking hebben. Tellen deze mensen dan ook mee voor de banenafspraak? Graag een antwoord van de staatssecretaris.

Voorzitter. Mijn fractie zou ook graag van de staatssecretaris in begrijpelijke taal een voorbeeld willen horen van hoe deze deactivering van de quotumheffing nu precies werkt en wat dat betekent voor de uitvoering en handhaving. Anders gezegd: hoe kan de voorliggende wet bijdragen aan een vereenvoudiging van de registratie van arbeidsplaatsen en de inleenadministratie voor arbeidsbeperkten? Zou de staatssecretaris daarbij kort willen meenemen wat het betekent voor het UWV en de Belastingdienst? Want deze organisaties zijn net ingewerkt op het huidige systeem en moeten nu weer omschakelen.

Voorzitter. Uit de resultaten van de banenafspraak 2018 blijkt dat de overheid in 2018 slechts 7.940 van de 125.000 heeft gerealiseerd, terwijl de doelstelling op 12.500 banen lag. De markt daarentegen realiseert 13.017 banen meer dan de 31.000 in de doelstelling van het sociaal akkoord. Inderdaad, D66 wil het bedrijfsleven complimenteren met het behalen van deze doelstelling. Mijn fractie is zeer kritisch op de tegenvallende resultaten bij de overheid. D66 begrijpt de verklaring van de staatssecretaris dat vooropstaat dat iemand met een arbeidsbeperking een baan krijgt. Dat is belangrijker dan waar iemand werkt. We zien ook dat soms banen door de overheid worden gerealiseerd via het inlenen van mensen via bedrijven. Dat kan de juiste toerekening inderdaad onnodig complex maken. Mijn fractie hoort graag van de staatssecretaris hoe zij dit ziet.

Hoe dan ook, dit ontslaat de overheid niet van het geven van het goede voorbeeld van het realiseren van banen voor mensen met een beperking op de arbeidsmarkt. D66 is kritisch, maar we zijn ook blij om te zien dat het kabinet dit erkent en het boetekleed heeft aangetrokken. We zouden graag van de staatssecretaris vernemen welke resultaten inmiddels al geboekt zijn sinds zij in april 2019 een bestuursakkoord heeft gesloten met de overheidswerkgevers en met een breed offensief is gestart. Daarnaast vernemen wij graag hoe zij regionale en lokale overheden ondersteunt en of er aandacht is voor kleinere gemeenten. We zijn het eens met de stelling dat van afstel geen uitstel moet komen. Betekent dit dat de staatssecretaris ervan uitgaat dat in 2020 de overheidswerkgevers wel de doelstellingen moeten kunnen halen? Graag een reactie.

De staatssecretaris heeft inmiddels een inclusiviteitsopslag en een bonus geïntroduceerd. Als we het goed begrijpen, worden werkgevers beloond die banen voor mensen met een arbeidsbeperking hebben gerealiseerd. Geldt dit op gelijke wijze voor de overheid en de markt? Zou de staatssecretaris hier een toelichting op willen geven? Welk tijdschema heeft ze hierbij voor ogen? Mijn fractie wil dan graag weten hoe deze bonus wordt gegeven en geadministreerd in het geval van publiek-private samenwerking of inlenen. Is er met de introductie van deze inclusiviteitsopslag en -bonus mogelijk een nieuw administratief doolhof in de maak? Mijn fractie wil graag een heldere uitleg van de staatssecretaris.

Voorzitter, ik ga afronden. Al met al denkt D66 dat de koers die de staatssecretaris nu inzet, kan werken, maar de streefdatum van 2025 is al dichtbij. Het is belangrijk om daarom goed de vinger aan de pols te houden. Komt de staatssecretaris met een terugkoppeling en een tussentijdse evaluatie naar beide Kamers? Hoe denkt de staatssecretaris met deze wet in de hand te kunnen bijsturen als blijkt dat het pakket aan maatregelen toch niet het gewenste effect heeft en met name de overheid niet de inhaalslag maakt?

Voorzitter. Uiteindelijk is het van belang dat zo veel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking op een goede manier een plek vinden op die inclusieve arbeidsmarkt. Daarom kijkt mijn fractie uit naar de beantwoording van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is nu aan mevrouw Oomen.