Plenair Gerkens bij voortzetting behandeling Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie



Verslag van de vergadering van 3 december 2019 (2019/2020 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.30 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Gerkens i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Kolen zijn altijd een belangrijke brandstof geweest. De Romeinen zagen kolen al als een betere brandstof dan hout, maar toentertijd waren kolen ook moeilijk verkrijgbaar. Ze werden eigenlijk alleen maar gebruikt wanneer ze op de aardkorst te sprokkelen waren. Dat veranderde in de middeleeuwen. Toen werd men al geconfronteerd met de eindigheid van hout als brandstof. U ziet dat niets van deze discussie nieuw is onder de zon. Men ging toen de kolen opgraven die dicht onder het oppervlak lagen, voornamelijk in de zeegebieden.

Maar toen kwam de industriële revolutie. De komst van de stoommachine zorgde ervoor dat we kolen ook uit de grond konden gaan halen. Kolen werden de voornaamste brandstof in Europa en waren een belangrijke aanjager van de industriële groei. De kolen hebben echter ook een keerzijde. Voor de mensen die ze moeten delven en voor de mensen die in de omgeving wonen. Ik was in Datong, een bekende mijnstreek in China, waar letterlijk de hele stad onder het koolstof ligt. Mijnwerkers sterven aan koolstoflongen, of aan instortende mijngangen. Kolen zijn ook een van de meest vervuilende brandstoffen voor de CO2-uitstoot. Deze keerzijde is niet onlangs aan ons bekend geworden.

Sinds 1988 weten we zonder twijfel dat de aarde opwarmt door toedoen van de verbranding van fossiele brandstoffen. In 1998 werden de Kyotodoelstellingen vastgesteld, maar de Nederlandse overheid opende nieuwe kolencentrales. Daarover zei een fors aantal partijen in de toenmalige Tweede Kamer dat dit geen stap in de goede richting was, ondanks de opmerkingen van toenmalig minister Brinkhorst dat deze keuze breed gedragen werd. Ik was er ook bij. Het begint al een beetje een event te worden. "Was u er ook bij?" Ik was er ook bij toen minister Brinkhorst bij hoog en laag aan ons beweerde dat de opening van die nieuwe kolencentrales nagenoeg geen nieuwe milieuschade zou opleveren, omdat ze zo modern waren en van alles konden. Dat leverde toen al een pittige discussie op. Dat is logisch, want het was eigenlijk al een doelstelling om van die kolen af te gaan. En toch zette die toenmalige minister door, zonder de waarschuwingen serieus te nemen. Hoe anders was de wereld nu geweest als we toen hadden geïnvesteerd in duurzame energie?

Voorzitter. Mijn fractie heeft daarom eerlijk gezegd ook wel wat moeite met partijen die vragen om compensatie. Ze hadden kunnen weten dat de centrales die 40-jarige levensduur niet zouden halen, gezien het feit dat er al zo veel informatie bekend was. Dat deze discussie terug zou komen, stond eigenlijk buiten kijf. De vraag was alleen: wanneer zal zij terugkomen? Wellicht hebben ze het risico zelfs allang in hun prijs ingecalculeerd. Ik vraag ook aan de minister of er toen of nu afspraken zijn gemaakt over de sluiting van de centrales en over compensatie of het afzien daarvan.

De situatie waarin we nu zitten, is het gevolg van een heilig geloof in fossiele brandstoffen, in plaats van investeringen in alternatieven, alternatieven waarvan we toen al wisten dat ze zouden moeten komen, vanwege de opwarming, vanwege de uitstoot, vanwege de eindigheid van fossiel en, inderdaad meneer Pijlman, vanwege geopolitieke redenen. Regeren is vooruitzien, maar dat kabinet bleek behoorlijk bijziend.

Voor het bereiken van de doelstelling van dit kabinet om de CO2-uitstoot te verlagen met minimaal 49% in 2030, is het sluiten van de kolencentrales een goede stap, maar we moeten dan ook de terechte vraag stellen of de leveringszekerheid overeind blijft en hoe het wegvallen van de capaciteit hier, of in andere landen, wordt opgevangen. De minister gaat uit van een omschakeling van centrales op biomassa. Dat is een brandstof waarvan we zeker weten dat hij lang niet altijd groen is. Of biomassa bijdraagt aan klimaatdoelstellingen hangt af van welke biomassa er wordt gebruikt en onder welke voorwaarden. Elke soort biomassa heeft specifieke eigenschappen, eigen voor- en nadelen en onzekerheden. Dan is mijn vraag: stellen we ons dan niet een erg grote, rooskleurige opgave? Gaat dit dan wel lukken? Want om een goede beslissing te nemen, moeten we in de senaat alle feiten en risico's kennen. Zeker is dat we biomassa nooit klimaatneutraal kunnen inzetten op alle plannen die er nu zijn. En subsidie geven op biomassa leidt bovendien niet tot klimaatneutrale biomassa. Maar zonder subsidie missen we kennelijk de impuls om duurzame biomassa in te zetten. Hoe lossen we dit dilemma op, vraag ik de minister.

Wat niet helpt, is dat de energieopwekking een markt is geworden, waardoor we niet meer zelf kunnen sturen op deze cruciale elementen. Dat is precies waar ik ook voor waarschuwde in 2004.

Over de leveringszekerheid is het kabinet duidelijk. We leveren niet in, maar we gaan minder exporteren. Dat is mooi, want alhoewel export goed is voor de portemonnee, als het met CO2-uitstoot gepaard gaat, moeten we er terughoudend in zijn. Maar dat betekent wel dat als ergens alle stroom wegvalt, die vervangen zal worden door andere energieopwekking in andere landen. Wanneer dat door bruinkool gebeurt of door nieuwe kolencentrales, dan schieten we per saldo nog niets op. Kan de minister iets zeggen over dit scenario? Want in principe exporteren wij naar landen die ook het Parijsakkoord hebben ondertekend, dus zouden ze ook aan schone energie moeten werken. Maar wanneer het wegvallen van de export van onze kolencentrales leidt tot meer bruinkoolcentrales, zou dat een onwenselijke ontwikkeling zijn. Is er überhaupt overleg geweest tussen de landen waarmee er een interconnector is, om in te schatten wat de effecten zijn van onze wegvallende export? En zo nee, waarom niet?

Ik vraag dit omdat we zien dat we op dit dossier graag met grote halen snel thuis willen zijn. We moeten 49% reductie halen, en natuurlijk kijken we dan naar snelle oplossingen, want de tijd dringt. Maar dat dit kan leiden tot onwenselijke effecten, zien we bij het bijstoken van hout bij biomassa. Mijn fractie is blij met de onlangs aangenomen motie van de fractie van de Partij voor de Dieren, die het subsidiëren van nieuwe projecten van houtbijstook in biomassacentrales of in kolencentrales stopzet. Huidige projecten kunnen echter voortgaan. Welke mogelijkheden ziet de minister om nu alle houtbijstook te stoppen?

Dit kabinet kiest voor een langzame sluiting, over een periode van tien jaar, om compensatie te voorkomen. Maar ik herinner de minister aan zijn belofte om in 2030 49% reductie van de CO2-uitstoot te hebben. We gaan dat niet halen! Waarom kiest dit kabinet niet voor een eerdere sluiting? Is geld de enige reden? En als dat zo is, hoe oordeelt de minister dan over onze visie dat dit eigenlijk behoort tot het ondernemersrisico? Er is een veel schoner alternatief dat we tijdelijk zouden kunnen inzetten, in de vorm van de gascentrales. We kunnen deze opstarten voor het opvangen van de piek. De minister zegt dat deze opstart te lang duurt, maar opstarten duurt maximaal twee jaar, en kan dus ook zorgen voor eerdere sluiting. Dan kunnen we ook stoppen met de bijstook van hout. Ik hoor graag een reactie van de minister.

Ten slotte wil mijn fractie nog eens nadrukkelijk aandacht vragen voor de mensen die geen rol hebben gespeeld in dit debat, maar wel de dupe worden, namelijk het personeel. Daar ligt voor mijn fractie nog een grote zorg, minister. Zij zullen hard getroffen worden door het verlies van hun baan. Het sluiten van de kolenmijnen in Limburg is nog steeds een trauma. En al is dit onvergelijkbaar met het sluiten van de centrales nu, laten we op z'n minst zorgen voor een goede begeleiding naar ander werk. Het kolenfonds komt er eindelijk. Daar is ook mijn fractie verheugd over. Ik wil graag weten hoe het met dit fonds staat. Kan de minister vertellen welke vorderingen er zijn gemaakt? Dit fonds is namelijk ook een belangrijke stap in het omgaan met de onvermijdelijke nadelige effecten van de transitie van energie, namelijk het verlies van banen in oude energie.

Voorzitter, ik rond af. Het stoppen met kolen is een goede stap, een stap die mijn fractie toejuicht. Het is helaas ook een stap die mijn partij voorzien had. We hebben onze zorgen toen geuit, en we uiten ze nu hier ook. Er waren toen wel degelijk stevige signalen, en die werden weggewuifd, zo zeg ik ook tegen de heer Pijlman. Van dat democratische proces kunnen we lessen leren. En alleen dan heeft het zin om de koe in de kont te kijken. Ik hoop van harte dat deze minister nu wél serieus naar onze zorgen kijkt, zodat we een volgend debacle kunnen voorkomen. Ik kijk uit naar de antwoorden van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Gerkens. Het woord is aan mevrouw Huizinga-Heringa.