Plenair Koole bij voortzetting behandeling Spoedwet aanpak stikstof



Verslag van de vergadering van 17 december 2019 (2019/2020 nr. 14)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 17.30 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koole i (PvdA):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik dank de minister voor de zeer uitgebreide beantwoording. We spreken vandaag over een zeer belangrijk onderwerp. Het gaat over natuurherstel. De natuur is in crisis. Maar het onderwerp waarover we het ook hebben gehad en dat net zo belangrijk is, is ruimte maken voor de woningbouw. Beide zijn belangrijk, niet omdat ze met elkaar moeten concurreren, maar omdat ze elkaar moeten versterken. Op zich heeft de minister gisteren in de brief ook geschreven dat de kern van de aanpak van de stikstofproblematiek is om met volle inzet te werken aan herstel en versterking van de natuur en het terugdringen van de stikstofproblematiek. Met die kern zijn we het dan ook graag eens. Dat algemene doel onderschrijven we.

Zowel bij de schriftelijke vragen als vandaag hebben we het voorliggende voorstel erg mager genoemd. Het is een eerste stap, maar zelfs voor een eerste stap is het toch wel erg mager. Inmiddels hebben wij antwoorden gekregen en is het debat gevoerd. Nu ligt de vraag voor of we het nog steeds erg mager vinden. Wat daarbij van belang is, is dat deze wet effectief moet zijn. Om effectief te zijn moet de wet volgens ons een extra pakket van maatregelen bevatten, breder dan wat er nu voorligt. Dat zegt ook de Raad van State. Om effectief beleid te kunnen voeren, is dat brede pakket nodig, ook voor de juridische houdbaarheid.

Er zijn in het debat zeker een aantal punten naar voren gekomen waar wij tevreden mee en positief over zijn. De minister zegt dat er gesproken wordt over Natura 2000-gebieden, maar dat dit niet moet leiden tot minder gebieden en minder oppervlakte, hoogstens tot een herijking in de zin van andere vormgeving of verbinding. Dat is positief. Als de minister zegt dat er voorrang is voor de woningbouw bij vrijkomende stikstofruimte, dan is dat ook positief. Daarbij is zelfs gezegd dat die vrijkomende ruimte voor duurzame woningbouw is en dat de bereidheid bestaat om met de VNG in gesprek te gaan om ervoor te zorgen dat er een behoorlijk percentage van die woningbouw beschikbaar komt voor de lagere en middeninkomens. Dat zijn op zich natuurlijk heel mooie dingen waar we tevreden mee zijn. Het incidentele bedrag voor natuurherstel van 250 miljoen was al voorgesteld, en is positief.

Maar wat heeft dit debat verder opgeleverd? We hebben als Partij van de Arbeid een heleboel maatregelen schriftelijk, maar ook vandaag weer naar voren gebracht. We vinden namelijk dat er een breed pakket van maatregelen moet komen om deze wet effectief te laten zijn. Een van de maatregelen is van 130 km/u naar 100 km/u. Er werd gezegd dat dit overdag in ieder geval zo zal gaan. De vraag was of het overal en altijd kan op de snelwegen. Er werd gezegd dat het 's nachts niet nodig is. In mijn bijdrage heb ik gezegd dat alle kleine beetje helpen. Waarom niet? Het maakt het ook eenvoudiger. Het maakt in ieder geval het maken van borden eenvoudig, kan ik u zeggen. Dan was de ingangsdatum misschien wel een maand eerder geweest, want nu moet er gedifferentieerd worden.

Het roept ook de vraag op hoe we dit gaan handhaven. Ik heb dat net ook genoemd. Het antwoord was dat we altijd handhaven. Maar als je wilt dat dit echt wat oplevert aan stikstofreductie, dan zal er toch strenger moeten worden gehandhaafd. Er is een Tweede Kamerlid geweest dat heeft gezegd dat handhaving niet zo belangrijk is. Daarom heb ik de minister expliciet gevraagd of zij wil zeggen dat zij de handhaving wel degelijk belangrijk vindt, juist om de stikstofdepositie te verkleinen.

Dan over de stikstofbank, het registratiesysteem. Het is heel belangrijk om ruimte te kunnen creëren voor de woningbouw. Maar de bank moet nog gevuld worden. Dat duurt behoorlijk lang. Waarom wacht je dan niet op de bredere aanpak die ook is aangekondigd?

In het wetsvoorstel zit ook een voorstel voor het veevoer. Over het veevoerspoor is veel gesproken. Dat is heel onzeker. Het moet nog naar de Europese Commissie en het moet nog voorgehangen worden, dus misschien gaat het wel helemaal niet door. Dat zou kunnen. Bovendien is er gesproken over de handhaafbaarheid en de controle. Daar heb ik nog wel een aantal vragen over aan de minister. Als het zou worden ingevoerd, wat nog heel onzeker is, zul je de controle erop toch echt goed uit moeten voeren. De minister sprak zonet over aantrekkelijke middelen om dat te bevorderen. Ik ben benieuwd wat die aantrekkelijke middelen zijn. Ik denk dat je in ieder geval extra financiën moet hebben om de controle van het veevoerspoor reëel te maken, zodat het echt gebeurt.

Dan de warme sanering van de varkenssector. De vraag is gesteld of die mogelijk moet zijn. Als ik het goed begrepen heb, zegt de minister dat de echte feitelijke effecten die iets gaan opleveren pas eind 2020 te verwachten zijn. Dat levert niet gelijk ruimte op om woningen te kunnen bouwen. Daarom hebben wij ook extra maatregelen voorgesteld zoals het tijdelijk leeg laten van de stallen. De minister heeft daar ook over gesproken in een reactie op onze vragen. Daar zijn middelen voor nodig, maar de minister zegt dat zij dat best positief wil bekijken, maar dat zij dat via een onderzoek doet. We moeten dus nog zien of dat er komt. Ik waardeer de bereidheid om het te willen bekijken, maar het is allemaal heel erg zacht. Naar de extra middelen die wij vroegen voor de warme sanering van ook het melkvee en de kalveren, moet een verkenning plaatsvinden. Oké, we kunnen het verkennen en ik waardeer dat, maar het is wel erg zacht.

Aan het slot van het debat hadden we het ook over extra structurele middelen voor natuurherstel naar aanleiding van een van de moties-Moorlag van de Partij van de Arbeid in de Tweede Kamer, juist om snel te kunnen beginnen en het langdurig te kunnen volhouden. Ik begrijp dat de minister de toezegging die ik graag had gekregen, helaas niet kan doen. Ik vroeg namelijk om de toezegging dat er sowieso geld komt, dat de omvang van het bedrag in het voorjaar wordt vastgesteld en dat het vanaf 2021 kan worden ingezet.

Dan kom ik toch tot de volgende conclusie. Dit is een heel belangrijke wet, waarvan we aan het begin al zeiden dat die erg mager was. Er zijn een paar lichtpuntjes te noemen, maar het totale pakket blijft erg mager. Het moet volgens ons echt aangevuld worden met extra maatregelen. Dat heeft ook de Raad van State gezegd. Daarom zal ik aan mijn fractie adviseren tegen de wet te stemmen. Ik roep de regering dan ook op om zo spoedig mogelijk te komen met een plan met structurele extra maatregelen. Wij hebben ons constructief opgesteld. Wij willen dat opnieuw doen. Wij willen graag meedoen met het algemene doel van natuurherstel en ruimte maken voor de woningbouw, maar dan moet er een breder pakket liggen. Zoals het nu is, is het mijn opvatting dat het te mager is, maar ik zal het dadelijk met mijn fractie bespreken.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koole. Dan is nu het woord aan mevrouw Huizinga.