Plenair Meijer bij debat over het eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel, het eerste deel van de kabinetsreactie, de uitvoering van de motie-Schalk c.s. en de met de regering gevoerde correspondentie over dit onderwerp



Verslag van de vergadering van 4 februari 2020 (2019/2020 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Meijer i (VVD):

Voorzitter. Complimenten aan de heer Doornhof voor zijn maidenspeech. Dank aan de minister voor de uitvoerige beantwoording. Hij heeft diverse keren gezegd: dit is een hoofdlijnendebat. Het lukte de Kamer niet voortdurend om op die hoofdlijnen te blijven, maar soms lag dat ook een beetje aan de minister zelf. Zodra hij iets meer uit de school klapte, vloog de Kamer daar ook op en kroop de minister weer in zijn schulp. Dat schoot dus niet zo enorm op. Daarom heb ik mij daar ook niet al te veel mee bemoeid. Ik denk dat de minister kan luisteren en dat de minister kan tellen, met en zonder app. Ik geef geen advies aan de minister over waar hij zich mee bezig moet houden. Over dat soort dingen moet het kabinet maar achteraf verantwoording afleggen.

Over één punt wil ik toch nog even iets zeggen. Ik heb vanmiddag gezegd er geen bezwaar tegen te hebben om hier een voorstel te bespreken over een andere verkiezing van de Eerste Kamer. Daar heeft de rest van de Kamer veel betrokkenheid bij getoond. De VVD-fractie houdt zich overigens het recht voor om de eigen argumenten daarbij te kiezen, of die nu wel of niet met de Statenverkiezingen te maken hebben, en of die nu wel of niet zindelijk zijn. Over onze afweging heb ik wel iets gezegd. Ik had vanavond bijna het idee dat een deel van de Kamer de Grondwetswijziging die in 1983 niet doorging, weer terug wilde hebben, en daarmee dus een directe verkiezing, met name omdat de politieke kant wel erg benadrukt werd.

Ik ben het graag eens met de motie-Hoekstra. Ik heb die maar even opgezocht. Als wij over de Eerste Kamer spreken — maar dat geldt eigenlijk ook voor de Tweede Kamer — dan is het mooi om alle voorstellen om tot wijzigingen over te gaan in samenhang met elkaar te bezien. Dan kan je er wel afzonderlijk over stemmen, maar dan heb je ze in ieder geval wel met elkaar in verband kunnen brengen.

Ik heb vanmiddag gezegd dat de minister de regie een beetje kwijt lijkt te raken. Hij heeft daar vandaag een paar keer aan gerefereerd. Dat is wel een beetje zo. Laat ik in ieder geval het volgende zeggen. Als u in mei en voor de zomer rapporteert, dan bent u als u niet volledig bent wat mij betreft gewoon niet volledig. Dan rapporteert u wat u wel heeft en gaan sommige voorstellen misschien naar de categorie C, maar dan zijn wij daar in ieder geval van op de hoogte en weten wij waar we staan.

Toen ik het allemaal zo hoorde, dacht ik: we zijn hier erg bezig met een opiniërend debat en de regering doet zijn voordeel daarmee. Vanmiddag is de Ostrogorskiparadox door mevrouw Vos genoemd. Dat wil zeggen dat je als je met vijf of zes partijen of met vier al, een kabinet vormt, allerlei compromissen gaat sluiten die misschien op bepaalde punten van het standpunt van de meerderheid af wijken. Je kan ook niet alles in een regeerakkoord regelen en gewoon vaker opiniërend met het parlement praten en daarna je voorstellen ontwikkelen als we inderdaad in zo'n gefragmenteerde politieke omgeving blijven zitten. Dat vind ik een wat subtielere aanpak dan een bindend correctief referendum, dat wij een beetje een paardenmiddel vinden. Ik heb daar vanmiddag voldoende over gezegd.

De motie daarover zullen we niet steunen om de inhoud, maar ook niet om de procedure. Er is een initiatiefvoorstel van Van Raak. Dat is in procedure. Ik heb vanmiddag geciteerd uit het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State, die vorige week nog aan ons heeft gevraagd om daar nog eens goed naar te kijken. Ik heb toen over consensus- en meerderheidsdemocratie gesproken, in het licht van de gefragmenteerde politieke situatie van dit moment. Ik denk dat dat hier in de Kamer gewoon een serieus debat vereist en dat je niet op voorhand in een motie stukken van een oordeel moet gaan voorzien, terwijl we die nog niet gezien hebben, de regering er nog geen standpunt over heeft en de Tweede Kamer er nog niets over gezegd heeft. Ik heb vanmiddag gezegd: de manier waarop wij hier met elkaar werken, doet meer aan de positie van de Eerste Kamer dan welke regel dan ook. Dat zou ik dringend mee willen geven als u uw mind opmaakt.

Ten slotte. Ik heb de participatieparadox — dat is de tweede paradox al, merk ik — vanmiddag genoemd met als voorbeeld het jongerenparlement. De minister is alleen op het jongerenparlement ingegaan. Ik bedoel, neem nu geen maatregelen om de participatie te vergroten waarbij mensen die toch al participeren, baat hebben. De groep die niet participeert, is veel ingewikkelder te bereiken. Dat gaat lang niet altijd via allerlei parlementaire en participatiedingen. Betrek ze meer bij de samenleving.

Dank u wel.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik hoor de spreker van de VVD een hoop beschouwende woorden spreken over het voorliggende rapport, maar dit rapport is gekomen dankzij het initiatief dat de VVD in 2014 in deze Kamer heeft genomen. Ik heb eigenlijk een heel eenvoudige vraag. Is wat er nu ligt, dus het rapport en hetgeen waarmee het kabinet aan de slag gaat, ook hetgeen waar de VVD op had gehoopt? Bent u hier tevreden mee? Is dit wat u had verwacht van dit alles?

De heer Meijer (VVD):

Het is een rapport op basis waarvan wij een goede discussie kunnen voeren. Ik heb vanmiddag wel gezegd dat het misschien iets te veel aanbevelingen bevat, waardoor het een beetje wegloopt en de discussie ook niet zo geconcentreerd is. Hoe dan ook, ik doe het altijd graag op basis van kabinetsstandpunten over de samenhang van het geheel. De positie van de Eerste Kamer komt aan de orde en de vraag wat de gewijzigde maatschappelijke en demografische omgeving voor het parlementaire stelsel betekent. De afhakers komen ook aan de orde. Het is dus een goede basis om met elkaar van gedachten te wisselen. Waarschijnlijk worden we het niet op alle punten eens, maar complimenten voor het rapport. Ik ben natuurlijk niet in persoon de indiener van de motie geweest. Ik heb niet aan mevrouw Duthler gevraagd of zij dit verwacht had.

De heer Van Hattem (PVV):

Misschien in scherpte: het ging niet alleen om de motie van mevrouw Duthler, maar ook om de stap die de heer Hermans al in 2014 heeft gezet. Dit ter aanvulling. Verder dank ik u voor de reactie.

De heer Meijer (VVD):

Er ligt ook nog een motie van uw hand over de positie van de Eerste Kamer. Vanmiddag heb ik namens de VVD geprobeerd te benadrukken dat we vooral moeten proberen de positie van de Eerste Kamer te versterken door onderscheidend te zijn, kwalitatief te zijn en iets meer te bieden. Vanuit dat oogpunt bekijkt de VVD de verschillende voorstellen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Meijer. Dan is het woord aan de heer Verkerk.