Verslag van de vergadering van 11 februari 2020 (2019/2020 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.45 uur
De heer Janssen i (SP):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil gewoon een aantal dingen samenvatten die ik de minister heb horen zeggen. Met brieven heb ik een wat minder goede ervaring, maar misschien kunnen we het mondeling doen.
Ik heb de minister horen zeggen dat er nog steeds gehandhaafd kan worden op individuele vergunningen, als we het hebben over geluidproductieplafonds bij industrieterreinen. Dat heb ik dan maar even opgeschreven.
Dan nog even over dat nestgeluid. Ik blijf er toch even op doorgaan, want dit is precies het punt waar we al jaren over bezig zijn, waar we niet uitkomen en waar ik nu ook weer gedoe mee verwacht. Dus dat kunnen we vandaag mooi helder maken voor al diegenen die ermee te maken hebben. De minister verwees naar bestaande rechten, maar dat geldt alleen als er bestaande rechten zijn in de huidige situatie, waarbij de begrenzing dus inclusief de kades en de schepen is die aanleggen. Als de begrenzing dus vóór de kade ligt, zijn er geen bestaande rechten, want dan zullen die alsnog uitgebreid moeten worden. De minister zegt dat die binnen de geluidproductieplafonds horen. Dan moet of dat geluidproductieplafond opgehoogd worden of er moet geluid bespaard worden ergens. Dat zijn volgens mij de twee smaken. Bestaande rechten — dat snap ik — maar als het nu niet vergund is, zijn er ook geen bestaande rechten. Graag nog even in de scherpte van de minister een antwoord, want dan kunnen we vandaag wat helderheid meegeven aan degenen die daarmee moeten werken. Het gaat mij niet zozeer om deze casus in Schiedam, maar het gaat mij om het bredere probleem. Dit speelt namelijk op meer punten.
Voorzitter. Ik heb de minister ook horen zeggen dat de Centrale voorziening geluidsgegevens aan het einde van het jaar klaar is en naar behoren gaat werken. Mijn vraag is dan nog wel wanneer het DSO dan gevuld moet zijn, omdat ik eigenlijk vind dat de situatie met die twee naast elkaar zo kort mogelijk moet duren.
Voorzitter. Ik hoorde de minister regelmatig spreken over WHO-normen. In mijn praktijk heb ik zelf altijd geleerd dat het bij de WHO om streefwaarden gaat en dat je probeert die zo dicht mogelijk te naderen. De WHO stelt geen norm. Die stelt alleen streefwaarden met het oog op de gezondheid. Graag nog even een verheldering van de minister. Volgens mij moet het streven altijd wel zijn om het voor inwoners zo gezond mogelijk te maken. Het nastreven van het zo dicht mogelijk benaderen van de WHO-streefwaarden is iets anders dan WHO-normen hanteren, want die bestaan niet, volgens mij.
Voorzitter. Dan nog even het verhaal van de heer Rietkerk. Dat ging over industrieterreinen, provinciaal versus gemeenten. Zou het een kostenbesparing op kunnen leveren door te zeggen dat we niet de hele boel overhoop gaan halen en het allemaal op een andere manier organiseren? Is er niet nog een stevige kostenbesparing te behalen als we de regionale industrieterreinen gewoon bij de provincies laten? Dan hoeven we het hele verhaal niet bij de gemeenten te organiseren. Dat kan maar zo een hoop geld schelen. Misschien is dat onderdeel van de gesprekken en een van de argumenten. Ik heb het nooit meegemaakt dat er wordt gezegd: wil jij die bevoegdheden? "Nee, doe jij maar." Dat gaat meestal toch om geld. Misschien zou dit een onderwerp kunnen zijn, maar ik wil het als suggestie meegeven.
Voorzitter. Ik ben nog niet gerustgesteld over de plafonds in relatie tot innovatie en best beschikbare technieken wat betreft de industrieterreinen. De minister heeft gezegd dat het een keuze is van het bevoegd gezag, maar dan organiseren we volgens mij een concurrentie op dit punt. Gaat Limburg dan concurreren met Rotterdam of Groningen? Wordt dat onderdeel van de concurrentie? Kan er worden gezegd: bij ons krijg je zo veel mogelijk geluidsruimte en zetten we de omgevingswaarden een beetje op achterstand? Het zou kunnen. We zien het vaker. Ik hoor de industrie altijd vragen om een level playing field. De vraag is dus of dat zou kunnen gebeuren.
Voorzitter. Dan ook nog even een punt waar ik niet helemaal over gerustgesteld ben: de equality of arms van de burger versus de bedrijven. De minister zei: er zit altijd een loket van de Omgevingsdienst tussen die de burger wel gaat helpen. Dan moet je wel overal de weg weten te vinden. Ik had net een vraag over het DSO en de Centrale voorziening geluidsgegevens. Hoe gaan die burgers, voor wie het allemaal heel ingewikkeld is, die kijken in het DSO en daar niks vinden, dan geleid worden naar waar ze nog wel iets kunnen vinden, de Centrale voorziening geluidsgegevens? Daar zou ik nog een graag een antwoord op krijgen van de minister.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Janssen. Dan is het woord aan mevrouw Moonen.