Verslag van de vergadering van 11 februari 2020 (2019/2020 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.19 uur
Mevrouw Klip-Martin i (VVD):
Voorzitter. Ik dank de minister voor de brief die zij gisteren en voor de brief die zij vandaag heeft gestuurd.
Ik reageer nu even op de heer Janssen. Ik denk niet dat we kunnen zeggen dat de teksten van de Omgevingswet nu allemaal meteen aantrekkelijke bedlectuur zijn, maar wij vinden wel degelijk dat door de Omgevingswet de regelgeving eenvoudiger en eenduidiger wordt, beter te vinden is en dus ook betere naleving faciliteert. De beeldspraak van de heer Janssen dat wij van zwart-wit grijs maken, deelt mijn fractie niet.
De Omgevingswet geeft onzes inziens antwoord op een groot aantal van de geconstateerde problemen, want de problemen in het rapport gesignaleerd, dateren van voor de introductie van de Omgevingswet, want daarover hebben wij het vandaag. Daarnaast heeft de minister duidelijk actie ondernomen naar aanleiding van de gesignaleerde problemen, met name bij de uitvoering van de VTH-taken: een strategische agenda met medeoverheden, een onafhankelijke commissie ter verbetering van het VTH-stelsel en een steviger kennisstructuur. Dat is allemaal heel procesmatig. Wij hebben er wel vertrouwen in, maar ik hoor graag nog een keer uit de mond van de minister dat dit leidt tot daadwerkelijk doen. Gemeenten kunnen veel aan, maar ze kunnen het in eerste instantie niet alleen. Met name de ondersteuning met kennis, naast de twee andere punten, is essentieel. Ik heb dat al veel vaker gezegd wanneer wij over dit onderwerp praten. Wij roepen de minister op expliciet royaler aandacht aan en inzet voor het totale kennistraject te organiseren, zeker ook bij de VTH-taken. Ik citeer een van onze oud-collega's, de heer Rinnooy Kan. Hij zei ooit, niet als senator: wie denkt dat kennis duur is, weet niet hoeveel domheid kost. Ik denk dat dit zeker ook van toepassing is op de Omgevingswet. Kennis is wat ons betreft een dikke rode draad door de komende jaren heen.
Ter afsluiting: ook na de publicaties in NRC is onze visie op de Invoeringswet niet veranderd.
De voorzitter:
Dank. Dan is nu het woord aan de heer Rietkerk.