Verslag van de vergadering van 11 februari 2020 (2019/2020 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.25 uur
De heer Nicolaï i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Onze fractie voelt zich niet helemaal serieus genomen. We hebben van het begin af aan met alle technische kennis die we in huis hebben, ons gebogen over de Omgevingswet. We hebben geklaagd over de onzorgvuldige beantwoording van vragen. Daar klaagden andere fracties ook over. Nu komt in een keer dit rapport in beeld. Dat, en ook de informatie die daarin staat, hadden we eigenlijk veel eerder moeten krijgen. Ik sluit mij wat dat betreft aan bij GroenLinks en bij de SP. Ik kan me bijna niet aan de indruk onttrekken dat het erop lijkt dat door de minister en de regeringspartijen, die nota bene gesteund worden door Forum voor Democratie — wie had dat gedacht? — een bij voorbaat gewonnen race wordt gelopen en dat de zorgvuldigheid die wij moeten betrachten uit het oog verloren is.
Voorzitter. Het gaat echt over een hele serieuze kwestie. Bij alle fracties zijn er grote zorgen over de vraag of de gemeenten het wel aankunnen. Ik meen echt dat ik dat kan zeggen. Of je het nou decentralisatie noemt of niet, er komt sowieso een pakket werk bij. Op alle zorgen was het antwoord van deze minister "het komt goed, de gemeenten kunnen het aan, geloof ons", ook al heeft een groot deel van de gemeenten aangegeven er nog niet echt klaar voor te zijn. Dat zegt de minister die beschikt over een ILT-rapport waarover we het vandaag hebben. Uit dat rapport blijkt dat de borging van de nationale belangen niet goed gaat. In haar reactie van hedenmorgen gaat de minister uitsluitend in op de verschillende casussen die onderzocht zijn, en in de bijlage probeert zij ons ervan te overtuigen dat er verbeteringen komen op die onderwerpen. Ook gaat het over de positie van de ILT. Andere fracties zijn al op die vragen ingegaan.
Voorzitter. Voor ons is een andere vraag van belang. Voor de discussie over de Invoeringswet Omgevingswet, waar we nu toch weer over praten in deze vierde termijn, is een andere constatering uit het rapport van belang, namelijk de analyse waarom de problemen zich voordoen. En wat blijkt? De regels die moeten worden toegepast, worden als te ingewikkeld ervaren en gemeenten voelen zich onvoldoende geëquipeerd. Ik zag dat op pagina 4, op pagina 5, op pagina 11 en op pagina 12 terugkomen. Als dat geldt voor een klein deel van de rijksregels die onder het oude stelsel, het huidige stelsel moesten worden uitgevoerd, hoe zit het dan met het geëquipeerd zijn als via het omgevingswetstelsel honderden rijksregels en -instructies op gemeentebesturen worden afgevuurd die zij allemaal moeten gaan toepassen? Hoe kan de minister aan de ene kant volhouden dat gemeenten het straks gemakkelijk allemaal aankunnen, als er tezelfdertijd een rapport in de la ligt waaruit blijkt dat bij toepassing van slechts een deel van de rijksregels op dit moment gemeenten al vastlopen? Een rapport waarover de minister steeds gezwegen heeft.
In haar brief van hedenmorgen heeft de minister het over een betere ontsluiting en inzichtelijkheid van de regelgeving. De heer Rietkerk had het daar zojuist nog over. Ik heb 40 jaar lesgegeven aan studenten over bestuursrecht. Ik heb 30 jaar als bestuursrechtadvocaat gewerkt. Ik heb in mijn hele praktijk nog niet een wet meegemaakt die zo ingewikkeld in elkaar zit als deze wet. Dat zeg ik vanuit mijn professie. Daar kunt u het mee doen of niet, maar het is een situatie waar we grote zorgen over hebben.
In het artikel in het Nederlands Juristenblad waarin topadvocaten ons vragen tegen dit monstrum te stemmen, is al duidelijk aangegeven dat het slechts gaat om het samenbundelen van regels. Natuurlijk wordt er hier en daar wat vereenvoudigd, als je in drie verschillende regelingen dezelfde soort regel tegenkomt en je die gaat samenbundelen. Maar het gaat om het samenbundelen van regels. Het gaat niet om het veranderen van regels. Wat ik hier zeg moet volgens de minister ook kloppen, want steeds is aangegeven dat alles beleidsneutraal geschiedt. Die topadvocaten waarschuwden dat de ingewikkeldheid van het stelsel alleen maar toeneemt voor degenen die het moeten toepassen. Het is even anders dan de heer Janssen naar voren bracht met het voorbeeld van de bakker. Want ook voor deskundigen, professionals en topadvocaten geldt nu dat ruimtelijkeordeningsrecht en milieurecht ineen geweven zijn. Dat maakt het alleen maar ingewikkelder. Dat kunt u ook weer terugvinden in het stuk in het Nederlands Juristenblad.
Voorzitter. Kleinere gemeenten worstelen. Ik citeerde in het debat uit een reactie van een van die gemeenten. Ik heb me tot die gemeente gewend, omdat ik niet vertrouw op de informatie die wij op dat vlak hebben gekregen. Ik citeer nogmaals: "Wij maken ons ernstige zorgen om de technische, juridische en financiële haalbaarheid. Het grote probleem is dat van ons verwacht wordt dat we zonder extra middelen invulling geven aan de grootste wetswijziging." Dat is zo'n kleine gemeente. Die moet het straks allemaal gaan oplossen. Die zorg deelt onze fractie en met ons ook vele andere fracties, en het ILT-rapport versterkt die zorg. Maar de minister heeft ons de conclusies van dat rapport onthouden. Zelfs gisteravond zond de minister het rapport niet mee.
Voorzitter, mijn vragen. Waarom stuurde de minister het rapport niet mee met haar brief van gisteravond? Ik voel me werkelijk niet serieus genomen.
Tweede vraag. Acht de minister het relevant dat gemeenten kennelijk nu al niet voldoende geëquipeerd zijn om een deel van de rijksregels die ze moeten toepassen uit te voeren?
Derde vraag. Acht de minister het zorgvuldig dat zij enerzijds stelt dat gemeenten de toepassing van de Omgevingswet inclusief de behandeling van de bruidsschat, 400 artikelen of meer, aankunnen, terwijl uit het ILT-rapport — een rapport dat we vandaag pas hebben gekregen door het zelf op te zoeken — blijkt dat gemeenten met de toepassing van een deel van de rijksregels nu al grote moeite hebben?
Tot slot de vraag ... Dat wil ik toch nogmaals vragen; ik heb het gevoel dat veel fracties daar belang aan hechten. Is de minister bereid om expliciet te onderzoeken hoeveel gemeenten zich onvoldoende geëquipeerd achten voor de uitvoering van de regelmassa die de Omgevingswet op hun bord schuift en om de Kamer daar ruim voordat over "go/no go" wordt beslist over te informeren? Die laatste vraag is, denk ik, voor vele fracties essentieel.
Ik dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Dan wil ik nu graag het woord geven aan de heer Verkerk.