Plenair Janssen bij voortzetting beleidsdebat over de Staat van de rechtsstaat



Verslag van de vergadering van 10 maart 2020 (2019/2020 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.38 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Ik loop al zes seconden achter. De looptijd is blijkbaar ook spreektijd.

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de beide bewindslieden voor de beantwoording. Ik ga er wat kriskras doorheen, maar dat is omdat ik in de volgorde heb meegeschreven.

De minister van Justitie gaf aan dat 3-5-7 ook bij het OM ingevoerd gaat worden. Dat wil het OM althans. Maar ze krijgen nu de vacatures al lange tijd niet ingevuld. Mijn vraag is dus wanneer dit dan geëffectueerd zou moeten zijn. Ik neem aan dat dan eerst de zaken op orde moeten zijn. Dat vraag ik aan de stelselverantwoordelijke minister.

Voorzitter. Het is al met al toch een beetje een begrotingsdebat geworden, ondanks dat ik dat liever niet wilde en liever iets dieper was gegaan. Ik voel wel mee met de heer Recourt. Aan de hand van concrete bedragen zijn we met de minister van Justitie toch wat gegaan van de voorjaarsnota naar de najaarsnota naar de begroting en vervolgens naar de verkiezingen. Ik vind dat aan de ene kant jammer. Aan de andere kant: het zij zo.

Voorzitter. De minister had het over één ministerie, inclusief politie. Hij werd daar steeds enthousiaster over naarmate hij langer sprak. Het was "goed" en het was "efficiënt". Eén woord heb ik hem niet horen noemen, en dat is: is het ook "beheersbaar"? Ik kan mij zo voorstellen dat een aantal voorgangers van deze ministers hun eigen beeld hebben bij die beheersbaarheid. Misschien wil hij daar nog iets over zeggen.

We spraken misschien wat langs elkaar heen over de kosten van beveiliging. In de gesprekken met organisaties die ermee te maken hebben, heb ik meegekregen dat het niet alleen gaat over de kosten van de agenten. Het gaat ook over de kosten van vervoer, werkplek, wonen et cetera. Er zijn heel veel bijkomende kosten. Mijn vraag aan de minister is: is dat ook rekening ministerie, of is dat rekening eigen organisatie?

Voorzitter. Richting de minister voor Rechtsbescherming heb ik nog een aantal vragen die zijn blijven liggen. Die kwamen blijkbaar niet op de map en in het schema voor dat de heer Backer ingezien heeft. Ik ben het heel erg eens met de minister als hij zegt dat we op het gebied van de sociale advocatuur en het aantal zaken met gezwinde spoed moeten kijken naar de overheid en naar wat er kan gebeuren, ook buiten het ministerie om. Juist met die organisaties kunnen we de eerste klappen maken, want daar gaan we zelf over, zeg ik richting de minister. Voordat we de buitenwereld individu voor individu gaan proberen verder te helpen — dat moeten we natuurlijk ook doen — kunnen juist die grote klappen heel veel lucht brengen en daarmee wellicht ook budgettaire lucht. Ik doe dus de oproep om daar nog eens goed naar te kijken en dat ook stevig op te pakken.

Voorzitter. Verder heb ik de minister horen zeggen dat hij zeker niet uit mensenrechtenverdragen wil en dus ook niet uit het EVRM. Dat stelt mij gerust en daar ben ik blij om.

Ik had een vraag gesteld over slachtoffers van computercriminaliteit die tussen wal en schip vallen als zij zich bij de politie melden omdat die niet goed weet wat ze ermee aan moeten. De minister van Justitie en Veiligheid verwees naar de minister voor Rechtsbescherming. Die zat te knikken van "daar ga ik over", maar vervolgens heb ik geen antwoord meer gekregen op mijn vraag. Die vraag ging over mensen die slachtoffer zijn geworden van computercriminaliteit en die zich melden bij de politie. De politie weet echter vaak niet wat ze ermee aan moeten omdat ze de capaciteit en de kennis niet hebben. Die mensen vallen daardoor tussen wal en schip.

Voorzitter. Wat beide ministers hebben laten liggen, is mijn suggestie om de stofkam door het rechtssysteem te halen om te zien wat er het afgelopen decennium allemaal aangeplakt is aan vermeende daadkracht en stoerdoenerij. Wat heeft gewerkt en wat niet? Kunnen we dat in de administratieve lasten niet eens een keer stevig opschonen, zodat we wat financiële ruimte krijgen? Ik was met een aantal collega's eind februari op bezoek bij de tbs-kliniek De Rooyse Wissel. Daar kregen wij een aantal praktische voorbeelden aangereikt van dingen die ooit uit daadkracht naar aanleiding van een incident bedacht waren, maar waar ze alleen maar last van hebben en wat alleen maar tegenwerkt. Volgens mij zijn er nog veel meer voorbeelden te bedenken.

Voorzitter. Er is nog een vraag blijven liggen, namelijk die over de relatie tussen de capaciteit van de rechtspraak en de invoering van de Omgevingswet, want die gaat extra capaciteit vragen, net als de implementatie van het nieuwe Wetboek van Strafvordering, die voorzien is. Dat gaat voorzienbaar extra capaciteit en middelen vragen. Mijn vraag was: is er al nagedacht over hoe dat moet worden ingevuld?

Voorzitter. De minister gaf het voorbeeld van het Huis van het Recht in Heerlen. Dat is een goed initiatief. Ga daarmee door, zou ik zeggen. Dat is prachtig.

Ook van mijn kant nadrukkelijk complimenten en steun voor de heldere standpunten waarmee de minister voor de rechterlijke macht is gaan staan vanavond. Complimenten daarvoor. Wij steunen dat van harte.

Voorzitter, helemaal tot slot: ik meende in de laatste vijftien seconden tussen de regels door bij collega Rombouts een heel lichte voorkeur voor de naam "deltaplan" te bespeuren voor de aanpak van ondermijning. Laat ik van mijn kant zeggen dat hem dat van harte gegund is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u, meneer Janssen. Dan is het woord aan de heer Van Dijk.