Verslag van de vergadering van 9 juni 2020 (2019/2020 nr. 30)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.17 uur
Mevrouw Nanninga i (FvD):
Waarvoor wederom dank, voorzitter. Dank aan de minister voor de heldere antwoorden. We hebben een minister gezien die in deze discussie denkt vanuit het veld en opereert op het niveau van de mensen op onze scholen. Dat is mooi. Dat is goed. Ook is het ons meer dan duidelijk — na het betoog van de minister werd dat beeld nog maar eens bevestigd — dat fusies met name in krimpgebieden zeker wel nuttig en nodig kunnen zijn. We zagen in het debat, eigenlijk van alle kanten wel, een soms heel erg zakelijke, bedrijfsmatige voorstelling van onderwijs en veel managementtaal. Dat kan natuurlijk. De boel moet goed en efficiënt bestuurd worden, fusies en al. Maar we moeten de sociaal-maatschappelijke realiteit van ons onderwijs natuurlijk niet buiten beschouwing laten. Daar zit volgens ons de keerzijde. Ambtsgenoot Van Kesteren schetste het al. In wijken of zelfs steden met een islamitische meerderheid ligt het gevaar van overnemen en fuseren en een monocultuur op de loer. Ik noem islamisering niet omdat er van ons geen islamitisch onderwijs mag zijn; laat dat echt heel duidelijk zijn. Wij zouden gebieden met een monocultuur van montessorionderwijs of katholiek of boeddhistisch onderwijs ook niet heel wenselijk vinden, maar de Randstedelijke realiteit anno 2020 wijst daar nou eenmaal niet op. Het is evenzeer een feit dat er soms wat twijfelachtige randjes zitten aan met name het orthodox-islamitisch onderwijs.
Voorzitter. Dan lopen we tegen een probleem aan als we de landelijke fusietoetsing wegnemen. Er helpt geen moedertjelief meer aan als mr en lokale schoolbesturen eenmaal akkoord zijn met fusies om het bestaansrecht te waarborgen of om de schaal te vergroten van bepaalde scholen. De minister heeft zelf ondervonden, bijvoorbeeld met het zeer omstreden Haga Lyceum in onze hoofdstad, hoe tergend het is om problemen te constateren en te zien hoeveel kinderen in de knel kunnen komen maar niet in te kunnen grijpen. Laat die hond, die in de interrupties zijn metaforische intrede in dit debat deed, lekker een dutje doen in zijn hok, maar hij moet wel kunnen bijten wanneer dat nodig is. Wat wij als Forum voor Democratiefractie niet hebben gehoord en wat ons ook na de bijdrage van de minister en in interrupties niet duidelijk is geworden, is wat het schrappen van deze toets nou oplevert. Wij houden ook echt niet van onnodige overheidsbemoeienis — natuurlijk niet, zeg ik in de richting van de VVD — maar wij hebben hier nou eenmaal een systeem waarin de Staat ons onderwijs grotendeels faciliteert en bekostigt, en dat onderwijs is niet, naar het Franse laïcitémodel, neutraal ingericht, maar dat is zeer pluriform onderwijs. En dat is goed.
Maar waarom zouden we een gelukkig zelden gebruikte veto-optie wegnemen? Dat is niet logisch. Op basis van de oordelen van de Raad van State moet het toch mogelijk zijn om op een rechtsgeldige manier een vetorecht bij de minister te laten? Je hoeft ook niet een heel dommelend instituut open te houden om dat te beoordelen, zoals de minister schetste, maar daar moet ad hoc toch een team voor kunnen worden opgetuigd?
Het is 2020. Wij zijn toe aan flexibel en wendbaar bestuur, maar niet aan onnodige veranderlust.
Dank u wel.
De heer Ton van Kesteren i (PVV):
Ik wil vragen of Forum voor Democratie ook voor islamitisch onderwijs is of dat zij islamitisch onderwijs toch wel als een serieuze bedreiging zien.
Mevrouw Nanninga (FvD):
Dat is een goede vraag. Kijk, moet u luisteren. Wij hebben hier de onderwijswet. Daarin maken we geen onderscheid. Wij hebben als partij onze ideeën over de islam. Wij hebben daar onze bedenkingen bij, maar wij vinden niet dat je onderscheid moet maken in de zin van: het ene geloof wel, het andere geloof niet.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Dan wil ik Forum voor Democratie vragen of zij de islam zien als een religie of als een ideologie.
Mevrouw Nanninga (FvD):
Dat wordt een hele theologische discussie. Het wordt hier benaderd als een religie. Zoals bij iedere religie — dat kun je ook in het katholicisme of in het gereformeerde geloof terugvinden — kun je er heel politiek-ideologisch in staan. We kennen ook een politieke islam en die vinden wij net zo problematisch als de PVV.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Nanninga. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Sent namens de fractie van de PvdA.