Verslag van de vergadering van 9 juni 2020 (2019/2020 nr. 30)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.39 uur
De heer Ton van Kesteren i (PVV):
Voorzitter. Vanmiddag hebben wij in deze Kamer gepleit voor verbinding, voor exclusiviteit, voor behoud van de eigen identiteit van de verschillende aangesloten scholen, voor diversiteit, voor pluriformiteit van het onderwijsaanbod, voor de menselijke maat, en ga zo maar door. Voor de borging daarvan wordt de verantwoordelijkheid gelegd bij het schoolbestuur en de medezeggenschapsorganen. De minister zegt daarbij dat het bevoegd gezag verantwoordelijk blijft, maar dat de mr in poleposition wordt gebracht en in feite uiteindelijk beslist. Daarbij is er een stok achter de deur in de vorm van een geschillencommissie, die of het bevoegd gezag, of de mr in het gelijk stelt.
Het laatste komt op mij over als omslachtig en de bureaucratie juist in de hand werkend. De minister zegt heel expliciet dat als de mr niet akkoord gaat, de fusie dan niet doorgaat. De mr is feitelijk en in de praktijk een grootste gemene deler van ouders, personeel en leerlingen. Die worden geacht hun individuele en persoonlijke belang te ontstijgen. Maar in de praktijk blijkt dat toch even anders. Daarom zou de fusietoets, c.q. het oordeel van de minister, enig soelaas kunnen bieden. Om een ongewenste ontwikkeling, die ten koste gaat van die verbinding, exclusiviteit, identiteit, diversiteit, uniformiteit en menselijke maat, af te wenden, is dat een heel goed middel. Het bevoegd gezag, dan wel een mr, kan dan wel die discipline hebben, zoals de minister opmerkte, maar dat is allerminst een garantie. Die garantie kan de minister wél bieden, omdat die objectief en onafhankelijk is gehouden aan het handhaven van de wet.
Het is niet voor niets dat op regeringsniveau veel wordt getoetst aan de wet. Het is niet voor niets dat op regeringsniveau zelfs ook wordt getoetst aan de Grondwet en dat de Raad van State vaak om een oordeel wordt gevraagd. Een door een kwalijke ideologie gedomineerde mr of bevoegd gezag kan een ongewenste ontwikkeling namelijk doorzetten. Met een nationale fusietoets kan men duidelijke grenzen stellen om de pluriformiteit, de diversiteit en de menselijke maat te garanderen. Ik wil de minister vragen of hij dit met de PVV eens is. Zo nee, waarom niet?
De voorzitter:
Dank u wel, meneer van Kesteren. Dan is nu het woord aan de heer Pijlman, namens de fractie van D66.