Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Afschaffing fusietoets in het funderend onderwijs



Verslag van de vergadering van 9 juni 2020 (2019/2020 nr. 30)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Drie weken geleden waren wij ook in debat met deze minister. Toen ging het over de Wet meer ruimte voor scholen. Ik heb wel een beetje een déjà vu. Toen betoogde ik dat het niet helemaal duidelijk was voor welk probleem het voorliggende wetsvoorstel een oplossing was, terwijl mijn fractie grote zorgen had en heeft dat meer ruimte voor nieuwe scholen het bestaande probleem van segregatie vergroot. Wat lossen we hier nu eigenlijk mee op? Maken we een bestaand probleem niet groter? Dat gevoel bekroop mij weer in de voorbereiding voor dit debat.

Zoals al vaak is opgemerkt, bestaat de fusietoets feitelijk al bijna niet meer, want de inhoudelijke toetsing is al vervangen door een lichte procedurele toets. De CFTO, de Commissie Fusietoets Onderwijs, die de toetsing uitvoerde, is nota bene al bijna twee jaar geleden opgeheven. Dat was dus twee jaar voor de afronding van de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel. Dat is weinig logisch en weinig fraai, wat mijn fractie betreft. In ieder geval is het de facto afschaffen van de fusietoets nog geen reden om dat ook de jure te doen. Wij zouden immers ook het de facto afschaffen kunnen terugdraaien, of de bestaande toets anders inrichten.

Voorzitter. Waarom dit wetsvoorstel tot afschaffing van de fusietoets in het basis- en voorgezet onderwijs? Het eenvoudigste antwoord is dat het in het VVD-verkiezingsprogramma stond. Vermoedelijk is het daar gekomen nadat de VVD signalen had ontvangen van enkele schoolbesturen dat men die toets lastig vond. Vervolgens is het, zoals zo veel VVD-punten, regeringsbeleid geworden. Ik kijk slechts heel toevallig uw kant op, voorzitter. Inhoudelijk is de rechtvaardiging door dit kabinet voornamelijk dat deze fusietoets scholen in krimpregio's in de weg zit. Dat zijn scholen waarvoor samenwerking, tot fusie incluis, soms noodzakelijk zou kunnen zijn om te overleven. Maar waar was deze wet voor bedoeld? Deze was bedoeld om ook door veel partijen in deze Kamer ongewenst geachte, ongebreidelde schaalvergroting in het onderwijs tegen te gaan. De vraag is dus, als er inderdaad een reëel probleem is in de krimpregio's, of we met het definitief afschaffen van de fusietoets niet het kind met het badwater weggooien en een bestaand probleem, namelijk ongewenste schaalvergroting, verergeren.

Laat ik op beide punten wat dieper ingaan. In de eerste plaats het probleem dat dit wetsvoorstel zou moeten oplossen. Het is mijn fractie nog steeds niet helemaal duidelijk wat de omvang van dit probleem is. Kan de minister een schatting maken van hoeveel scholen dit nu sinds de invoering van de fusietoets in 2011 heeft betroffen? Waar lopen die betreffende schoolbesturen dan precies tegen aan, zo vraag ik de minister. Hoe vaak komt het voor dat fusie de enige optie is voor de betreffende scholen en krimpregio's, in plaats van een wat losser samenwerkingsverband? Graag een reactie van de minister.

Overigens doel ik bij dat laatste niet op zogenaamde pseudofusies. De SP-fractie zou juist graag zien dat daar paal en perk aan wordt gesteld, door ook hier de medezeggenschapsraad instemmingrecht te geven. Ziet de minister hiertoe mogelijkheden?

De vraag is vooral, als we aannemen dat dit een serieus probleem is, waarom gekozen is voor de oplossing van het helemaal afschaffen van de fusietoets. Het is niet het aanpassen van de toets; er is helemaal geen landelijke toets meer. Overigens was er voor fusies in krimpgebieden al in 2014 in de uitvoering van de wet een uitzondering gekomen, door voor deze gevallen een lichte, slechts procedurele, toets in te voeren. Waarom bood dat eigenlijk onvoldoende soelaas voor de scholen in de krimpgebieden, zo vraag ik de minister.

Hoe het ook zij, dit wetsvoorstel gaat veel verder. In het regeerakkoord was nog voorzien dat de fusietoets alleen in het geval van krimpproblematiek zou worden afgeschaft. Vervolgens heeft de regering, aldus de memorie van toelichting, ervoor gekozen het breed te interpreteren en dus de toets helemaal af te schaffen. Waarom is mijn fractie een raadsel. Waarom niet gekozen voor aanpassing in plaats van afschaffing? Waarom dit instrument volledig uit handen geven?

Deze vragen hangen natuurlijk samen met mijn tweede punt: het bestaande probleem van de schaalvergroting. Soms kan fuseren prima zijn en goed werken. Maar met schaalvergroting is er wel het reële risico dat de menselijke maat verloren gaat. Daar is ook door voorgaande sprekers op gewezen. Het bestuur komt dan op steeds grotere afstand te staan van de werkvloer, van de klas waar het gebeurt. Hiermee wordt ook de zeggenschap van die werkvloer ondermijnd. In haar evaluatie van de fusietoets uit 2015 beschrijft de CFTO dat de fusiepraktijk er vaak een is van dat kleine scholen of schoolbesturen zich laten opslokken door een grotere partner, waarbij door een domino-effect uiteindelijk de kleinschaligheid van het onderwijs in gevaar gebracht wordt. De minister antwoordt steeds dat de menselijke maat nu nog geborgd wordt via de fusie-effectrapportage, die gewoon gehandhaafd blijft. Maar dat dat een onderdeel is van die rapportage, betekent nog niet dat de menselijke maat ook in de praktijk geborgd wordt, want hoe ziet die borging er volgens de minister dan uit?

Hoewel een aantal schoolbesturen misschien graag van de fusietoets af wil — collega Pijlman spreekt van "de scholen", maar ik zou "schoolbesturen" zeggen — leven er in het veld wel degelijk zorgen over de gevolgen van de afschaffing ervan. Zo vindt de Algemene Onderwijsbond, zoals al eerder gememoreerd, afschaffing van de fusietoets onverstandig, juist omdat de menselijke maat dan niet langer geborgd zal zijn. Het belangrijkste adviesorgaan van de regering op onderwijsgebied, de Onderwijsraad, vond in een rapport van enkele jaren geleden de fusietoets nog steeds — ik citeer — "van onverminderd belang". De CFTO, waarbij de uitvoering van de wet belegd was, ging een stap verder en pleitte voor een aanscherping van de toets in haar evaluatierapport uit 2015. Dit is overigens in lijn met een in 2014 door de Tweede Kamer aangenomen en ook door de partij van deze minister ondertekende motie.

De evaluatie van de CFTO van destijds staat in schril contrast met de analyse van de regering, die concludeert dat de fusietoets, omdat die in de praktijk weinig fusies heeft tegengehouden, blijkbaar overbodig is. De conclusie zou dus ook een hele andere kunnen zijn, namelijk dat de fusietoets te weinig fusies tegenhield omdat hij niet streng genoeg was. Dezelfde CFTO merkte overigens ook op dat van de fusietoets een zekere preventieve werking uitging en dat bepaalde aanvragen niet gedaan zijn omdat men wist dat men niet of moeilijk door de fusietoets heen zou komen. Met andere woorden, enerzijds was de fusietoets misschien wel effectiever in het voorkomen van nog meer onderwijsfusies dan veelal is beweerd, en anderzijds zou de toets mogelijk ook te licht geweest zijn. Graag hoor ik hoe de minister hiertegen aankijkt, want dit stelt het ook door hem gebruikte argument dat in de praktijk slechts weinig fusieaanvragen werden afgewezen, in een ander licht. Is de minister het met mij eens dat we wat dat betreft gewoonweg niet weten hoeveel ongewenste fusies in de toekomst met de fusietoets nog tegengehouden hadden kunnen worden? Dat wil zeggen: voordat hij de facto al was afgeschaft door de verschillende versoepelingen. Eén ding is zeker: als je de toets nu afschaft, verruim je de mogelijkheden tot schaalvergroting en sta je landelijk met lege handen als blijkt dat de menselijke maat toch verloren gaat. Want op nog meer megascholen en megabesturen zit niemand te wachten.

De minister heeft naar aanleiding van een motie van GroenLinks de Tweede Kamer toegezegd de komende jaren onderzoek te doen naar de voor- en nadelen van uiteenlopende schaalgrootten, waarbij de menselijke maat ook in ogenschouw genomen zal worden. Maar wat als nu uit dit onderzoek blijkt dat schaalgrootte toch wel degelijk een sterk negatief verband houdt met de menselijke maat? Gaan we de put voor het spreekwoordelijke kalf dan opnieuw dempen? Wat betreft de SP-fractie is dit echt de omgekeerde volgorde. Laten we niet nu de fusietoets, het enige landelijke instrument dat we hebben om schaalvergroting te beheersen, afschaffen, maar eerst een dergelijk onderzoek doen en dan de bestaande toets opnieuw tegen het licht houden.

Voorzitter, u zult begrepen hebben dat het voorstel vooralsnog niet op de steun van mijn fractie kan rekenen. Dat laat onverlet dat wij zoals altijd uitzien naar de beantwoording van de minister. Zoals wij weten, verdedigt hij zijn wetsvoorstellen altijd met passie en verve.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Adriaansens namens de fractie van de VVD.