Verslag van de vergadering van 30 juni 2020 (2019/2020 nr. 34)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.53 uur
Mevrouw Klip-Martin i (VVD):
Voorzitter, dank. Ook ik begin met het hartelijk danken van de ministers voor hun uitvoerige en inhoudelijke beantwoording. Zij hebben beiden aangegeven dat, als je zuiver kijkt naar wat vandaag voorligt en wat we in dit debat behandelen, je ziet dat het een technische exercitie is. Dat is ook precies de reden waarom de bijdrage van de VVD eruitzag zoals die eruitzag. We hebben het over de overzetting van de Wet natuurbescherming naar de Omgevingswet. Als je naar de structuur daarvan kijkt, was de hoofdmoot van onze vragen of de aangevulde Omgevingswet de gewenste mogelijkheden biedt tot de broodnodige integrale benadering van de fysieke leefomgeving. U beiden heeft daar in onze optiek voldoende en overtuigend op geantwoord.
Wat betreft de doeltreffendheid hadden wij een aantal vragen met betrekking tot eventuele flexibiliteit ten gevolge van de nadere ervaringen die we opdoen met de Natura 2000-gebieden. Ik denk dat minister Schouten heel duidelijk heeft aangegeven dat je eerst moet aantonen dat je inspanningen en je wetgeving die daaraan gekoppeld is, daadwerkelijk tot resultaten leiden voordat je met Brussel aan de slag kan om eventueel te gaan schuiven met stempeltjes of natuurgebieden zelf. Wij begrijpen dat heel goed. Maar wij hopen dat we wel voortdurend in het achterhoofd houden dat we niet streven naar het terugbrengen van dieren of planten die het gewoon onmogelijk op een bepaalde locatie zullen doen, zoals in de Grevelingen.
Wij hebben geen verdere vragen. Wij zullen het wetsvoorstel volgende week steunen. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Klip-Martin. Dan is het woord aan de heer Rietkerk namens de fractie van het CDA.