Verslag van de vergadering van 7 juli 2020 (2019/2020 nr. 36)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.15 uur
De heer Frentrop i (FvD):
Voorzitter. SURE, het Engelse acroniem voor "steun ter beperking van het werkloosheidsrisico in een noodsituatie", gaat over 100 miljard aan leningen, te verstrekken door de Europese Commissie aan landen of instellingen die met dat geld hun eigen plannen voor arbeidstijdverkorting kunnen betalen.
Waarom lenen die landen dat geld niet zelf? Dat is de fractie van Forum voor Democratie een raadsel. Als ze het niet kunnen, is het onverstandig dat wij dat geld doorlenen aan een land dat zelf niet kan lenen. Ik zal mijn vragen over SURE splitsen in drie blokjes. A. Is het nodig? B. Hoe verhoudt SURE zich tot de binnenlandse inspanningen van Nederland tegen corona? C. Welke garanties hebben we dat het geld ooit weer terugkomt?
Is het nodig? Is het nodig dat dergelijke geldstromen via de Europese Unie worden geleid? Dat lijkt mij niet. De EU kent het principe van subsidiariteit: wat een land zelf kan doen, moet het zelf doen; daar hoort Brussel zich niet mee te bemoeien. De vraag is: deelt de minister deze opvatting? Wat dieper ingezoomd: welk land heeft nou precies wat nodig? Is er, om even jargon te gebruiken, per land een needs assessment gemaakt? Ik heb begrepen dat het een vrijwillige bijdrage is. Welke landen doen mee aan SURE en voor hoeveel? Welke landen krijgen geld en hoeveel?
Dan over wat wij in eigen land doen. Wij hebben een eerste ronde van steunmaatregelen gehad. We zitten nu in de tweede ronde. Na het reces gaan we het hebben over de vraag of er een derde ronde moet komen. Ik neem aan dat hetzelfde speelt in de andere Europese lidstaten. Die hebben het geld voor de eerste rondes al uitgegeven. Is het dus correct om te stellen dat Nederland, door nu vast vrijwillig mee te betalen aan SURE, nu al betaalt voor de arbeidstijdverkorting in andere landen, terwijl we nog niet zeker weten of we dat in Nederland zelf blijven doen?
Dan het derde punt: zien we het geld ooit nog terug? Ik wil daarbij beginnen met twee complimenten aan de minister te maken. Het is heel goed dat de opzet zo is dat niet het ontvangende land ons terugbetaalt, maar dat terugbetaling aan ons geschiedt doordat wij een vordering hebben op de hele Europese begroting. Dat helpt. Dat maakt de kans dat het geld terugkomt een stuk groter. Het tweede compliment is dat u een einddatum voor het programma hebt ingebouwd, die er eerst niet in stond, geloof ik.
Maar die twee zekeringen zijn nog niet genoeg om zeker te stellen dat het geld ook goed wordt besteed. Wie geld uitleent, stelt altijd voorwaarden aan de aanwending daarvan. Dat doet Nederland ook. Dat doen wij ook als wij steun geven aan de KLM, waar we het net over gehad hebben, en ook als wij steun geven aan Curaçao. Dus dat doen we toch ook als we via SURE steun geven aan Spanje, Italië of Frankrijk?
Ik moet bekennen dat ik bij het stellen van deze vraag naar de bekende weg vraag, want ik weet al dat de minister het met mij eens is. Iets meer dan een jaar geleden waarschuwde hij namelijk in een toespraak op de Humboldtuniversiteit dat onze Europese manier van leven op het spel staat. Dat zou gebeuren als de Europese Unie niet onmiddellijk de bakens verzet. Ik citeer uit de krant: "Hoekstra vindt het niet uit te leggen dat als Nederland de pensioenleeftijd naar 67 jaar verhoogt, andere lidstaten die pensioengrondslagen verlagen, maar wel bij de EU om geld aankloppen als de begroting ontspoort." Dan staat er tussen aanhalingstekens: "Ik ben er dus voor dat wie niet hervormt, wie Europees geld onverstandig besteedt en wie het Stabiliteits- en Groeipact niet respecteert, geen aanspraak meer kan maken op Europees geld." Nou, dat is heel duidelijk. De feiten zijn de volgende: Frankrijk heeft niet hervormd en heeft de pensioenleeftijd toch maar gehandhaafd op 62 jaar en Italië is geheel vergrijsd, maar heeft toch een onhoudbare staatsschuld opgebouwd van meer dan twee keer het maximum dat is toegestaan in het Stabiliteitspact. Ik vraag dus naar de bekende weg. Kan de minister mij bevestigen dat Frankrijk en Italië niet in aanmerking komen voor steun vanuit het SURE-fonds. Tot zover SURE.
Dan kom ik op de 200 miljard die de Europese Investeringsbank verlieslatend — dat weten we nu al — gaat doorlenen aan bijvoorbeeld Italiaanse banken, zodat die kunnen lenen aan Italiaanse bedrijven die er zo slecht voorstaan dat de Italiaanse banken zelf niet durven te lenen aan die bedrijven. Dat is overduidelijk een slecht idee. Daar zal ik verder geen spreektijd aan verspillen, behalve dat ik erop wijs dat de minister het Nederlandse mkb zo opzadelt met concurrentie van buitenlandse spookbedrijven die kunstmatig in leven worden gehouden. Forum voor Democratie zal hier dan ook tegen stemmen en naar ik aanneem zal iedere partij met hart voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf dat doen.
Tot slot hebben wij nog een welgemeend advies aan de regering, want die moet de komende weken gaan praten over een fonds waarbij die 100 miljard voor SURE en de 200 miljard voor de EIB nog verbleken. Het gaat dan om een bedrag dat oorspronkelijk 500 miljard was en dat is opgehoogd naar 750 miljard. Mevrouw Merkel en meneer Macron willen dat bedrag graag doorgeven aan meneer Macron en zijn vrienden. Niet doen, minister! Houd uw poot stijf, indachtig wat u zei in Berlijn.
Maar we moeten ook realistisch zijn. Mocht de druk te groot worden en gaan onze partners Nederland chanteren om toch mee te doen, dan zal de Nederlandse regering — haar kennende — zeggen: oké, maar wel onder een paar voorwaarden. Zo ging het tot dusverre steeds. Forum voor Democratie zou het jammer vinden als dat opnieuw gebeurt. We weten bovendien dat die andere landen zich nooit houden aan die voorwaarden. Voor het geval dat u door de knieën gaat, moeten we dus sanctiemogelijkheden inbouwen. En daar komt ons advies. Als de premier en u gaan praten over dat enorme fonds dat de aard van de Europese Unie helemaal zal veranderen in een transferunie, moet u als voorwaarde stellen dat u alleen wilt praten als de andere landen instemmen met een wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, een wijziging in die zin dat landen wel de euro mogen opgeven, maar dan toch lid van de Europese Unie kunnen blijven. Dat is iets wat nu niet kan, maar wat alle landen in een veel sterkere positie zou plaatsen. Dan zou Italië eruit kunnen, als dat nodig is. En dan zou Nederland uit de euro kunnen, als dat nodig is. We hoeven niet meteen uit de euro te stappen, maar dan hebben we in ieder geval een nooduitgang. Nederland zou dan in de betere positie komen die nu acht andere lidstaten van de Europese Unie al hebben. Dat zijn de lidstaten die niet deelnemen aan de euro, maar wel keurig lid zijn van de Europese Unie. Zij blijven zo wel verlost van de meest snode plannen die in Brussel worden uitgebroed.
Voorzitter. Als de minister daar prijs op stelt, wissel ik graag nog een keer buiten de beperkte tijdsruimte van dit debat daarover met hem van gedachten. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Frentrop. Dan is het woord aan mevrouw Sent. Zij spreekt namens de fractie van de Partij van de Arbeid.