Verslag van de vergadering van 7 juli 2020 (2019/2020 nr. 36)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.55 uur
Mevrouw Kluit i (GroenLinks):
Goedemiddag. Dank dat de minister erbij is vanmiddag. De fractieleden van GroenLinks hebben waardering voor de snelheid en de wijze waarop de regering werk heeft gemaakt van het totale covidpakket en zo een vangnet heeft gemaakt voor bedrijven in de landbouw- en de visserijsector. Het was ook goed om te zien dat daarmee de onzekerheid voor deze sectoren beperkt werd, zodat veel bedrijven de lockdown redelijk hebben doorstaan. Tegelijkertijd komen er twee andere crisissen met ongewijzigde snelheid op ons af. Ik denk daarbij aan de biodiversiteitscrisis en de klimaatcrisis. Ook de bedrijven in de Nederlandse landbouw en visserij zullen veel adaptiviteit nodig hebben en investeringen moeten doen om deze crisissen het hoofd te kunnen bieden. Het kabinet heeft ervoor gekozen om de afgegeven steunpakketten maar minimaal in te zetten om de bedrijven naar die nieuwe duurzame toekomst te hoeden. Daar kan men, gezien alles wat er speelde, ook wel met enige empathie naar kijken. Echter, daarmee is ervoor gekozen om bedrijven aan de ene kant met honderden miljoenen, of zelfs meer dan een miljard, aan extra kredieten te belasten, terwijl die andere crisissen met onverminderde vaart op ze afkomen. GroenLinks zou daarom allereerst een reflectie horen van de minister op de leerpunten voor toekomstige steunpakketten. Hoe gaan wij deze zodanig opzetten dan wel koppelen aan duurzaamheidsopgaven zodat de volgende steunpakketten de toekomstige levensvatbaarheid van bedrijven niet opnieuw verminderen, precies in lijn met bijvoorbeeld het Europese steunpakket dat aangekondigd is? Sluiten wij in het vervolg aan bij die geest?
GroenLinks is daarnaast erg bezorgd dat de nu afgegeven garanties en kredieten het Nederlandse bedrijfsleven al op korte termijn als een molensteen om de nek gaan hangen. Dat is extra waarschijnlijk, omdat men internationaal gezien al wel intensief bezig is met de transitie naar een duurzame samenleving en veel andere overheden ervoor hebben gekozen om hun covidpakketten wel te koppelen aan een versnelling in bijvoorbeeld de klimaattransitie. Daarmee zijn de Nederlandse bedrijven, met de smal ingestoken steunpakketten, de facto op achterstand gezet ten opzichte van hun internationale concurrentie. Bedrijven kunnen hierdoor op termijn wellicht hun internationale koppositie verliezen of de aansluiting met de internationale vraag niet meer maken. GroenLinks is dan ook benieuwd of de regering overweegt of voornemens is om de bijdrage die we nu als samenleving doen, meer te laten renderen voor de transitie naar de klimaat- en natuurvriendelijke en zelfs circulaire landbouw- en natuursector.
Daarnaast zijn wij ook benieuwd welke mogelijkheden de minister ziet om in de nabije toekomst de hulp die nu al verstrekt is, dus niet op voorhand, maar op achterhand, als ik het zo zou mogen zeggen — ik maak dus expliciet onderscheid tussen eisen aan de voorkant en verzachtende en stimulerende financiële arrangementen aan de achterkant bij de coronakredieten — in te zetten om bedrijven die willen blijven investeren in verduurzaming te helpen om die versnelling te kunnen blijven maken. Dat kan bijvoorbeeld door fiscale voordelen te verbinden aan coronakredieten wanneer een bedrijf stappen zet of extra kredieten nodig heeft om te verduurzamen en zich zo voor te bereiden op de toekomst. Heeft de regering verkend welke mogelijkheden er op dat vlak zijn, dus niet aan de voorkant, maar voor financiële arrangementen aan de achterkant? Zo ja, waar komt men dan op uit? Zo niet, is de regering bereid om stappen in die richting te zetten? Zo ja, welke zijn dat? En zo niet, waarom niet en overweegt men dat in de toekomst eventueel wel?
Dit zijn de punten waarop ik graag een reactie van de minister wil. Dank.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kluit. Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.