Verslag van de vergadering van 7 juli 2020 (2019/2020 nr. 36)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.08 uur
Mevrouw Kluit i (GroenLinks):
Voorzitter. Ik snap wat de minister zegt en tegelijkertijd neemt het mijn zorgen nog niet weg. Je hebt aan de ene kant de banken die een oordeel vellen, maar de ondernemingen beoordelen ook zelf waar ze hun investeringen in doen. Feit is gewoon dat we aan de ene kant een krediet hebben dat vanuit het covidpakket komt en aan de andere kant een krediet dat je misschien nodig hebt voor duurzaamheidsmaatregelen. Wij vinden het echt belangrijk dat de steun die gegeven is niet gaat leiden tot een vertraging in de duurzaamheidstransitie ..
Ik heb één vraag en een motie, vooral om de minister te helpen om hierover na te denken en er toch werk van te maken. De vraag is: is de minister bereid om te monitoren in hoeverre deze kredieten alsnog leiden tot problemen op het vlak van duurzaamheid? Gaan bedrijven aangeven dat ze te veel last hebben van de covidkredieten om stappen in de verduurzaming te kunnen zetten?
En om de minister toch uit te dagen om er werk van te maken, wil ik een motie indienen.
De voorzitter:
Door de leden Kluit, Koffeman, Gerkens, Karimi, Van Gurp en Recourt wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de coronacrisis grote impact heeft op de financiële gezondheid van veel bedrijven, waarbij ondernemers zelf geen blaam treft;
overwegende dat internationaal gezien andere overheden wel kiezen om COVID-19-steun te verbinden aan duurzaamheidsvoorwaarden, en dat het Nederlandse bedrijfsleven hierdoor te maken kan krijgen met een concurrentienadeel;
overwegende dat er naast de COVID-19-crisis een biodiversiteitscrisis en een klimaatcrisis aan de gang zijn, waarbij het bedrijfsleven gevraagd zal worden om een bijdrage te (blijven) leveren;
overwegende dat de door regering afgegeven garanties (doorvertaald naar bankkredieten voor individuele bedrijven) geen rem mogen worden op investeringen in duurzaamheidsmaatregelen;
roept de regering op te komen tot een plan hoe de COVID-19-garanties (en -kredieten) komende periode alsnog ingezet kunnen worden om bedrijven te stimuleren te investeren in duurzaamheidsmaatregelen, daarin mee te nemen welke maatregelen genomen kunnen worden om te voorkomen dat de covidkredieten een rem worden op verduurzaming, en de Kamer daarover kort na de zomer te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter C (35452).
Ik constateer dat de tweede termijn van mevrouw Kluit is beëindigd. Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord te voeren? Dat is niet het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor haar tweede termijn.