Verslag van de vergadering van 6 oktober 2020 (2020/2021 nr. 4)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 9.36 uur
De heer Van Dijk i (SGP):
Minister, hartelijk dank voor de beantwoording en voor het nogmaals onderstrepen van de noodzaak van vrijwilligheid, van privacy, van het blijven meten van de sociaal-maatschappelijke impact, het vormgeven van een adequate evaluatie et cetera. Heel goed dat dat ook plenair in deze Kamer is gewisseld. De SGP zal dit wetsvoorstel steunen en hoopt van harte dat het een hulpmiddel is om corona in te dammen.
Nog een kleine waarneming van mijn kant, voor wat het waard is. Ik schrok op een bepaald moment wel enigszins van de ondertoon in het debat. Iedere kritische vraag mag gesteld worden, uiteraard, maar het is wat mij betreft nog steeds niet helemaal normaal, en ook niet ongevaarlijk, als volksvertegenwoordigers zo openlijk twijfels uiten over de ware intenties van het kabinet. Zoals "ja, er ligt wel een wet die vrijwilligheid expliciet waarborgt, maar eigenlijk wil het kabinet een plicht voor burgers om de app te gebruiken; dit wetsvoorstel is slechts een maskerade". Of "achter de app schuilt eigenlijk een heel andere agenda dan de coronabestrijding". Maar ook het losjes laten vallen van woorden als "sjoemelsoftware" doet iets met de geloofwaardigheid van het kabinet en is, denk ik, niet onschadelijk. Het riekt zomaar naar insinuaties die we op bepaalde websites tegenkomen en die het onderlinge vertrouwen dat voor een samenleving noodzakelijk is, kapotmaken. Kamerleden mogen uiterst kritisch zijn op kabinetsbeleid, maar als ze bewust de intenties van het kabinet in twijfel trekken en suggereren dat het kabinet een andere agenda heeft dan het zegt, dan moet u er ook niet vreemd van opkijken als we het overheidsgezag ondermijnen, met alle ontwrichtende consequenties van dien. Laten we hier minstens 1,5 meter afstand van houden.
De voorzitter:
Is dat het eind van uw betoog?
De heer Van Dijk (SGP):
Dat is het eind van mijn betoog.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Faber.
Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):
Dank u, voorzitter. Kan meneer Van Dijk zich dan niet voorstellen dat je enigszins argwanend wordt als hier een wetsvoorstel op tafel ligt dat in feite overbodig is? Dat wordt zelfs in het advies van de Raad van State gezegd. Daar staat zelfs in dat de Raad van State het eens is met de regering dat het een overbodig wetsvoorstel is. We noemen dit altijd heel liefkozend "le chambre de réflexion". Nou, dan denk ik dat we niet zo goed reflecteren met z'n allen, want waarom gaan we een wet aannemen die overbodig is? Daar heb ik geen goed antwoord op gekregen, maar misschien kan meneer Van Dijk dat antwoord geven.
De heer Van Dijk (SGP):
Dank voor uw vraag. Daar ga ik natuurlijk graag op in. Het was een waarneming van mijn kant, hoe wij het hebben ervaren. Het is waar: juridisch is een wet niet nodig, maar het kabinet onderstreept dit te willen doen om vertrouwen te kunnen wekken in die app. Daarom wil het ook met een wettelijke grondslag die vrijwilligheid onderstrepen. Dat deelt de SGP. Om het dan zo te draaien dat er nu een wet komt die de vrijwilligheid waarborgt en dat lijkt bedoeld als een opzet naar een wet die eigenlijk alle burgers moet verplichten, dat noem ik inderdaad insinuaties. Dat kun je alleen doen als je eigenlijk openlijk zegt "ja, minister, u zegt dit wel, maar eigenlijk jokt u", laat ik het maar vriendelijk zeggen. Nogmaals, ik heb bewust ook absoluut geen namen willen noemen. Ik vind dat alle kritische vragen hier gesteld mogen worden, maar het gemak waarmee er gezegd wordt "het kabinet zegt iets, maar zijn agenda is eigenlijk anders", vind ik link. We zien dat breed in onze samenleving en uiteindelijk worden we daar allemaal slechter van, ben ik bang.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Nou wordt het interessant, want meneer Van Dijk heeft het erover dat de regering jokt. Dat jokken is ook bij dit wetsvoorstel, denk ik, aanwezig als je kijkt naar de beantwoording van de vragen. Bij de beantwoording van de vragen in de Eerste Kamer werd gezegd dat Google en Apple niet eenzijdig de voorwaarden kunnen wijzigen. Bij de beantwoording in de Tweede Kamer is gezegd dat dat wel kan. Daar zit dus toch een discrepantie tussen. Of het ene is waar, of het andere is waar. De heer Van Dijk heeft het over vertrouwen, maar hoe komt het dat we het vertrouwen verliezen in deze regering? Dat komt doordat we gewoon elke keer gefopt worden! Dat heeft altijd een reden. Dat is hetzelfde als dat er een hondje is dat elke keer naar je toe komt en jij geeft het elke keer een klap. Dan komt het hondje niet meer, want die vertrouwt je niet meer.
De heer Van Dijk (SGP):
Ik begrijp het. Nogmaals, ik heb heel bewust gezegd dat het een waarneming is en ik zeg "voor wat het waard is". Ik wil daar eigenlijk geen hele grote discussie van maken. Het is waar: ook wij zijn af en toe kritisch op het kabinet. Maar er zijn ook partijen die momenteel groot worden door vooral wantrouwen te voeden en dingen te suggereren die volgens mij soms bezijden de waarheid zijn of geen recht doen aan de intenties zoals ze verwoord worden door het kabinet. Nou, daar heb ik voor willen waarschuwen. Laten we allemaal vooral de hand in eigen boezem steken en ook eerlijk en wat mij betreft stijlvol met elkaar omgaan. Het laatste wat we moeten doen is elkaars intenties openlijk in twijfel gaan trekken. Laten we elkaar bevragen op de inhoud. Dat doet u ook en de minister zal straks ongetwijfeld op deze kritische vragen nog nader ingaan. Het is heel goed dat we zo met elkaar omgaan.
De voorzitter:
Mevrouw Faber, derde.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Ik zal het bij deze laatste keer houden. Dank u, voorzitter, dat u mij deze kans nog geeft. Het is een feit dat in de memorie van antwoord voor de Eerste Kamer en in die voor de Tweede Kamer een verschil zit. Dat heeft niks te maken met het voeden van wantrouwen, dat heeft te maken met de stukken lezen en kritisch beoordelen.
De heer Van Dijk (SGP):
Er worden fouten gemaakt. Ook in een memorie van antwoord kunnen fouten sluipen. Maar het is nog iets anders als je op basis daarvan tegen het kabinet zegt: u komt met een wet en u zegt wel dat u vrijwilligheid wilt waarborgen, maar uw eigenlijke agenda is een surveillancemaatschappij of een plicht voor alle burgers. Dat was wel wat ik gisteren in het debat hoorde en ik denk niet dat dat een heel goede manier is van omgaan met elkaar die past in de verhouding tussen Kamer en kabinet. Ik zie daarvan helaas ook te veel slechte voorbeelden op allerlei websites die heel veel mensen gretig indrinken. Dat is niet onschadelijk.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Baay-Timmerman namens de fractie van 50PLUS.