Plenair Koffeman bij Voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 27 oktober 2020 (2020/2021 nr. 7)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.24 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik had de minister-president in eerste termijn al uitbundig gecomplimenteerd met z'n optimisme. Ik mag dat in tweede termijn doen met z'n verbale lenigheid. Hij heeft die in de Tweede Kamer ook al eerder getoond. Op het moment dat het over het salaris gaat van leden van het Koninklijk Huis lacht hij het weg of zegt hij dat ze overal buiten vallen en in ieder geval niks te maken hebben met de Wet normering topinkomens. Misschien is dat juist wel het probleem. In deze coronatijden doen andere vorstenhuizen — we hebben er maar weinig, althans waaraan wij ons kunnen spiegelen — het anders. Prins Albert van Monaco heeft besloten 40% van zijn salaris in te leveren, want hij zegt: in deze coronatijden moet je het niet te wild maken. Kroonprinses Elisabeth van België heeft gezegd: ja, het zou toch een beetje al te dol zijn dat ik op m'n 18de €925.000 krijg; laten we dat niet doen, ik geef dat gewoon terug aan de Belgische staat. In Nederland blijft het stil en wordt er gezegd, vandaag bijvoorbeeld: het Koninklijk Huis staat helemaal buiten de Wet normering topinkomens.

Ze hebben er natuurlijk wel degelijk iets mee te maken, namelijk dat ze er een uitzondering op vormen. Dat is interessant. Ik denk dat het goed is om eens te kijken naar het maatschappelijk draagvlak voor publieke functies die gehonoreerd worden buiten de Wet normering topinkomens om en die dus eigenlijk overal buiten vallen. Je kunt het mensen in deze tijd niet meer aandoen dat ze overal buiten vallen. In die zin lijkt het me zinvol om daar een onderzoek naar in te stellen. Ik heb daar de volgende motie voor.

De voorzitter:

Door de leden Koffeman, Teunissen, Nicolaï, Kox en Gerbrandy wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Wet normering topinkomens beoogt een bovengrens te stellen aan de honorering van functies in publieke dienst;

overwegende dat het maximeren van vergoedingen voor publieke functies regelmatige herijking verdient;

verzoekt de regering een onafhankelijk onderzoek in te doen stellen naar het maatschappelijk draagvlak voor het uitzonderen van publieke functies van de WNT, inclusief de wettelijke indexering daarvan, en de Kamer binnen zes maanden te informeren over de uitkomsten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter H (35570).

Dank u wel, meneer Koffeman. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Rooijen namens de fractie van 50PLUS.