Verslag van de vergadering van 17 november 2020 (2020/2021 nr. 10)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.50 uur
Mevrouw Sent i (PvdA):
Voorzitter. Dank u wel. Graag dank ik de drie bewindspersonen voor de prettige en deskundige beantwoording van onze vragen. Graag spreek ik bijzondere dank uit aan de ambtenaren, die onder deze zware omstandigheden de bewindspersonen zo toegewijd ondersteunen. Ik ben dankbaar nieuwe inzichten over Churchill te hebben geleerd en ik kijk uit naar de toegezegde brief met de brede reflectie. Ik hoop dat de minister zich daarbij laat voeden door de inzichten van slimme economen, man of vrouw. De minister hield nog wel een slag om de arm, dus wij zullen zijn brief met extra belangstelling bestuderen.
Voorzitter. Met veel belangstelling en genoegen heb ik naar de bijdrages van mijn collega's geluisterd. Ik kan niet anders dan concluderen dat er een ruime meerderheid te bespeuren valt die aandacht vraagt voor brede welvaart. Ik ben blij met de toezegging van de minister om in het zeer gewaardeerde Blauwe Boekje voortaan expliciet aandacht te besteden aan brede welvaart. Dat vind ik eigenlijk een veel beter voorstel dan wat ik suggereerde, namelijk een afzonderlijk boekje.
Meerdere collega's hebben zorgen geuit over het feit dat onze Kamer de mogelijkheid wordt ontnomen een eigenstandig politiek eindoordeel te vellen over de BIK, terwijl een motie die het kabinet daartoe verzoekt, met algemene stemmen is aanvaard. Nu reageert het kabinet wellicht met de opmerking dat dit een nota van wijziging betreft en daarom niet onder het bereik van de motie valt. Teneinde de Kamer over dit onderdeel een uitspraak te vragen en ter verdere duiding van de motie-Hoekstra dien ik graag de volgende motie in.
De voorzitter:
Door de leden Sent, Koffeman, Gerbrandy, Vendrik, Otten, Van Apeldoorn, Schalk en Van Rooijen wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constateert dat de regering aan het wetsvoorstel over het Belastingplan 2021 bij nota van wijziging het voorstel tot invoering van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) aan het wetsvoorstel heeft toegevoegd;
constateert dat de Raad van State heeft opgemerkt dat de omvang en complexiteit van de maatregel en de politieke gevoeligheid ervan de opname van een maatregel in een separaat wetsvoorstel rechtvaardigen;
constateert dat de Kamer in 2015 in de motie-Hoekstra c.s. heeft uitgesproken dat koppeling van eigenstandige wetsvoorstellen onwenselijk is;
constateert dat ook het bij nota van wijziging toevoegen van een voorstel van deze omvang en politieke gevoeligheid het lastiger maakt voor de Eerste Kamer om tot oordeelsvorming te komen;
verzoekt de regering zich in het vervolg te onthouden van een dergelijke koppeling,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter W (35570).
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Mevrouw Sent (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik rond af, want mijn tijd is op. Investeren in de toekomst betekent voor de PvdA richting geven aan een eerlijke, fatsoenlijke en duurzame economie. Wat ons betreft vormt dit het hart van het beleid dat gericht is op economisch herstel na de coronacrisis.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Sent. Dan is het woord aan de heer Backer namens de fractie van D66.