Verslag van de vergadering van 7 december 2020 (2020/2021 nr. 13)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.49 uur
De heer De Vries i (Fractie-Otten):
Dank u, voorzitter. Vrijwel nergens in de wereld is er een omroepbestel dat zo'n ratjetoe van omroepverenigingen is als in Nederland. "Enig in zijn soort" noemt het kabinet deze byzantijnse lappendeken, die de NPO is geworden. Dat is historisch zo gegroeid vanuit de jaren twintig van de vorige eeuw, toen Nederland een enorm verzuild land was, met onder andere de Vereeniging van Arbeiders Radio Amateurs, de Katholieke Radio Omroep en de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep, om maar een paar te noemen. Die verzuiling bestaat helemaal niet meer, 100 jaar later. We leven nu in 2020.
Ook de financiering van het bijzonder onderwijs is afkomstig uit deze verzuilde periode van 100 jaar geleden. Zoals bekend zijn wij voorstander van een drastische moderniseringsslag voor Nederland, dus ook voor een modernisering van de publieke omroep. Eerder dit jaar hebben we in deze Kamer een discussie gehad met deze minister over zijn wens om scholen verder te laten fuseren tot enorme organisatorische leerfabrieken. Dat leek ons toen, na een goede discussie over deze ondoordachte wet, geen goed plan. Daar heeft onze fractie toen ook een stokje voor gestoken. Waar juist wel behoefte is aan fusies en een verdergaande consolidatie om efficiënter te kunnen gaan werken, is bij de publieke omroep.
De regering constateert ook dat omroepverenigingen de neiging hebben om topzwaar te worden ingericht, resulterend in veel bestuurlijke grootverdieners. De bestuursstructuur die wij zien bij de NPO is vergelijkbaar met het dure bestuursmodel van Nederland, waar 84 miljard euro per jaar — ruim 11% van ons bbp — aan het openbaar bestuur wordt uitgegeven. Dat moet toch allemaal een stuk efficiënter kunnen, is de overtuiging van onze fractie. De voorstellen in deze wet zijn een stap in de goede richting, maar zouden wat ons betreft wel wat sneller en ingrijpender kunnen worden doorgevoerd. Het kan wel wat ambitieuzer.
Dan kom ik op het terugdringen van de reclame-uitingen op de publieke omroep. Wat ons betreft kan dit niet snel genoeg gebeuren, om te beginnen bij de online-uitingen van de NPO. Wij kennen ongetwijfeld allemaal de ervaring dat je na een lang Kamerdebat even snel iets online terug wilt kijken over de politieke actualiteit, maar dan eerst gedwongen wordt om minstens twee bijzonder storende, luidruchtige reclamefilmpjes te kijken, die je ook niet kunt overslaan. Dat past niet bij een met belastinggeld gefinancierde publieke omroep. Wat onze fractie betreft, mag dat zo snel mogelijk worden afgeschaft. Voor zo veel belastinggeld verdient de belastingbetaler wat ons betreft snel een reclamevrije omroep, om te beginnen online.
Voorzitter. Graag benoem ik nog de kwaliteit van de onderzoeksjournalistiek. Onze fractie juicht toe dat er meer budget beschikbaar komt. De verhoging van het budget voor onderzoeksjournalistiek is wat ons betreft wel wat aan de karige kant. Er mag best meer aandacht uitgaan ook naar de kwaliteit van de opleiding van onderzoeksjournalisten, zodat er meer diepgaand onderzoek kan worden gepleegd door mensen met specifieke expertise, bijvoorbeeld financiële en juridische expertise. Het zou ook goed zijn als een deel van deze onderzoeksjournalistiek specifiek zou worden geëarmarkt voor het onderzoeken van ons politieke systeem en het functioneren van politieke partijen.
Voorzitter. Het voorliggende wetsvoorstel bevat een aantal doelstellingen om de publieke omroep te vernieuwen. Om het algemeen oordeel in het advies van de Raad van State te citeren: "Het wetsvoorstel betreft een veelheid aan wijzigingen met een veelheid aan afzonderlijke doelstellingen". De Wet op de publieke omroep blijkt een overblijfsel uit lang vervlogen tijden. Deze wet is wat ons betreft dan ook een beetje als het sleutelen aan een oud barrel, in plaats van een nieuwe hypermoderne state-of-the-artauto te ontwerpen. Waarom is het niet mogelijk om met een geheel nieuwe wet te streven naar bijvoorbeeld een BBC-model, een omroep die goede en gedegen informatie reclamevrij verschaft aan de Nederlandse bevolking en die georganiseerd is op een wijze die passend is bij de 21ste eeuw?
Het zou onze fractie zeer positief stemmen als deze minister wil toezeggen dat hij, nadat deze wet wordt aangenomen, zijn bevindingen over verdere modernisering van het Nederlandse medialandschap ook wil voorbereiden voor een volgende regering, in plaats van futloos en met gebrek aan passie op de winkel te passen en het stokje aan een volgende regering over te dragen.
De voorzitter:
Ik zie dat u bijna klaar bent. Ik stel voor dat u het even afmaakt en dan gaan we naar mevrouw Vos.
De heer De Vries (Fractie-Otten):
Voorzitter. Een toekomstvisie ontstaat niet door wetten een beetje bij te schaven en bij te schuren, maar door vernieuwende ideeën te bedenken en deze ook om te zetten in effectieve en toekomstbestendige wetgeving. Die ambitie om zaken structureel te verbeteren en te moderniseren, is wat ons drijft om actief te zijn in de politiek. Wij hopen dan ook dat er bij de kabinetsformatie van een volgend kabinet ook een ambitieuze moderniseringsslag wordt gemaakt voor de publieke omroep, want dat is, denken wij, het enige moment waarop dergelijke besluitvorming kan plaatsvinden.
Dank u.
Mevrouw Vos i (PvdA):
Ik heb het betoog aangehoord en ik heb drie korte vragen. Is de fractie-Otten bereid om het budget dat de BBC per inwoner heeft ook ter beschikking te stellen aan de publieke omroep? Is de heer De Vries zich bewust van de kritiek op de BBC? Er zijn speciale Wikipediapagina's waarop alle kritiek is vermeld betreffende het niet-representatief zijn van de BBC. Begrijp ik wel goed dat de fractie-Otten voor een sterke publieke omroep is?
De voorzitter:
Graag drie korte antwoorden, meneer De Vries.
De heer De Vries (Fractie-Otten):
Als wij de BBC noemen, hebben wij ons vooral gericht op het BBC-model. Het zou kunnen om te kijken naar een budget per persoon, maar dat is niet per se noodzakelijk. Het is een idee om te kijken hoe andere landen het organiseren. Daarom noemde ik het als een voorbeeld en niet als een wetmatigheid. De tweede vraag ging over Wikipediapagina's waarop wordt beschreven … Dat begrijp ik toch goed?
Mevrouw Vos (PvdA):
De tweede vraag gaat over de kritiek die er in het Verenigd Koninkrijk is op de BBC. Deze is nog erger dan de kritiek op onze publieke omroep en gaat over de representativiteit en kwaliteit.
De heer De Vries (Fractie-Otten):
Goeie vraag. Het is niet eenvoudig om daar in één minuut een antwoord op te geven. Waar het ons om gaat, is dat als je een nieuw systeem gaat bedenken, je natuurlijk niet de fouten van anderen gaat herhalen. Uw opmerking is daarop gebaseerd, denk ik, dat je geen fouten wilt maken die andere organisaties in het verleden hebben gemaakt. De derde vraag is of wij een publiek omroepbestel toejuichen. Nou, wij vinden het belangrijk dat dat omroepbestel er is, alleen niet in de huidige vorm. Het kan enorm worden verbeterd, ook als wordt gekeken naar de 1 miljard euro die eraan wordt uitgegeven. Als je een verdergaande professionalisering en eventueel ook uitdunning van al die bestuurslagen zou kunnen organiseren, zou het een boel kunnen schelen en kan het budget aan andere onderwerpen worden uitgegeven.
Mevrouw Vos (PvdA):
Ik proef twee tegenstrijdige wensen in de inbreng van de fractie-Otten, namelijk het versterken van een efficiënte publieke omroep en een bezuiniging. Dat is volgens mij niet mogelijk. Mevrouw Veldhoen heeft dat ook al gememoreerd. De Nederlandse omroep is een van de allergoedkoopste in de westerse wereld. Als u echt een hele sterke publieke omroep wilt, zal dat ook meer gaan kosten.
De heer De Vries (Fractie-Otten):
Dat klopt. Maar ik vraag me af of het nodig is dat twee directeuren van een niet nader te noemen omroep elk €400.000 per jaar verdienen. Ik geef alleen maar aan dat op dat niveau er een enorme verbeteringsslag kan worden doorgevoerd.
De heer Atsma i (CDA):
Toch even doorgaand op de BBC. Ik vind het iets te gemakkelijk om te zeggen: daar heb ik geen mening over. Collega Vos zegt terecht: bent u bereid om dan het budget beschikbaar te stellen? U zegt dat u daar even over moet nadenken. Weet u hoeveel zenders de BBC op dit moment in de ether brengt?
De heer De Vries (Fractie-Otten):
Dat weet ik niet uit mijn hoofd, nee.
De heer Atsma (CDA):
Dat zijn er tientallen. Heel veel vrije zenders.
De heer De Vries (Fractie-Otten):
U weet hoeveel het er zijn. Tientallen zegt u.
De heer Atsma (CDA):
Ja, tientallen. Als u zegt dat dat het voorbeeld is dat de Nederlandse publieke omroep zou moeten zien, moet u ook boter bij de vis leveren. Uw collega Otten is een rekenmeester bij uitstek en dan moet u ook zeggen: we gaan drie keer het budget dat nu beschikbaar is voor het publieke bestel, beschikbaar stellen. Dan bent u een vent.
De heer De Vries (Fractie-Otten):
De heer Atsma houdt van overdrijvingen, merk ik vandaag. Tientallen omroepen en daarnaast het budget verdrievoudigen, lijkt me totaal buiten proporties. Zo kunnen we niet met elkaar debatteren. Als u zegt dat het BBC-model niet het goede model is om de Nederlandse omroep op in te richten, kan dat zijn. Wij willen graag aangeven dat het belangrijk is om naar andere modellen te kijken dan zoals wij het nu hebben georganiseerd.
De voorzitter:
Meneer Atsma, tot slot.
De heer Atsma (CDA):
Dan wil ik collega De Vries eraan herinneren dat er al tientallen jaren in dit huis, maar vooral aan de andere zijde van het Binnenhof, wordt gediscussieerd over wat voor Nederland het beste model zou zijn. Dan sluit ik me aan bij de minister: volgens mij hebben wij een uniek bestel dat nog steeds in staat is om heel veel mensen te bereiken.
De heer De Vries (Fractie-Otten):
Als u daarbij wilt blijven, is dat uw goed recht. Maar wij vinden dat er een nieuwe toekomstvisie nodig is. U geeft zelf aan dat er al tientallen jaren over wordt gediscussieerd. Het is tijd voor vernieuwing.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer De Vries. Dan ga ik tot slot naar mevrouw Baay-Timmerman namens de fractie van 50PLUS.