Verslag van de vergadering van 8 december 2020 (2020/2021 nr. 14)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.55 uur
De heer Ton van Kesteren i (PVV):
Dank u wel voor het woord, voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording van alle vragen. Vooropgesteld: de PVV-fractie hecht aan onafhankelijke media en aan objectiviteit van journalisten. Laten we wel zijn, ook bij de publieke omroep werken journalisten die die onafhankelijkheid en die objectiviteit praktiseren.
Voorzitter. Een aantal partijen heeft zorgen over desinformatie via internet, die de samenleving zou verdelen. Zij wijzen daarbij op het belang van met name de publieke omroep. De PVV-fractie heeft daar gisteren in het debat enige nuance in proberen aan te brengen, bijvoorbeeld dat zeker ook de publieke omroep, ondanks alle goede intenties, er niet altijd in slaagt om neutraal en pluriform te zijn. De kernwaarden — onafhankelijkheid, onpartijdigheid, objectiviteit, pluriformiteit, betrouwbaarheid en versterking van de nationale identiteit en sociale cohesie — zijn bij de publieke omroep helaas niet altijd in de programmering dan wel berichtgeving terug te vinden. Dat daarmee in feite de Mediawet wordt overtreden, is evident.
Voorzitter. Waar de PVV-fractie bij de minister aandacht voor vraagt, is dat de minister de Mediawet dient te handhaven om de betrouwbaarheid en objectiviteit van het nieuws nog beter te kunnen waarborgen, als antwoord op mogelijke desinformatie via internetmedia.
Mevrouw Veldhoen i (GroenLinks):
Collega Van Kesteren heeft nu misschien al tien keer gezegd dat de publieke omroep de Mediawet overtreedt. Kunt u mij aangeven welke bepalingen op welke manier worden overtreden?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
In de wet staat heel duidelijk dat de publieke omroep aan pluriformiteit moet doen, eenzijdigheid moet voorkomen en een vertegenwoordiging moet zijn van wat er in de samenleving leeft ...
Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):
Kunt u mij zeggen waar dat staat?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
... zowel van minderheden als van meerderheden. Dat staat in de Mediawet.
De voorzitter:
Ik laat de heer Van Kesteren eerst even uitpraten en daarna krijgt u weer het woord.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Dat zijn de criteria die de Mediawet in zich heeft en waar ik een beroep op doe. De Mediawet dient te worden gehandhaafd. Als die Mediawet niet wordt gehandhaafd, dan loop je de kans dat de wet continu wordt overtreden.
Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):
Ik herhaal mijn vraag. Kunt u drie bepalingen noemen? Kunt u bijvoorbeeld zeggen: artikel 2.10 wordt overtreden op die manier? Gewoon concreet, man en paard noemen. Wat bedoelt u nou precies? Kunt u drie verschillende voorbeelden noemen?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
De artikelen heb ik niet paraat, maar ik kan wel degelijk aangeven welke artikelen in de Mediawet worden overtreden door de publieke omroep, in de programmering en in de wijze waarop zij aandacht geven aan bepaalde thema's die vooral politiek in de belangstelling staan. Ik denk dan aan het klimaatbeleid, de diversiteitsgedachte en immigratie. Andere geluiden komen te weinig aan bod. Ik heb ook het voorbeeld gegeven van het klimaatbeleid. In de media en bij de publieke omroep wordt er continu gepraat en gedebatteerd over dat het klimaatbeleid geweldig is en dat de wereld gered moet worden. Het is heel belangrijk om ook kritische geluiden te laten horen, hoor en wederhoor. Die kritische geluiden krijgen bij de publieke omroep weinig aandacht. Het voorbeeld dat ik heb gegeven, zijn de documentaires van Marijn Poels, die bij de publieke omroep totaal geen aandacht kregen en niet in aanmerking kwamen voor uitzending. Dat zegt iets.
De voorzitter:
Mevrouw Veldhoen, ten terde.
Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):
Ik krijg toch geen antwoord op mijn vraag. U blijft herhalen dat de publieke omroep de Mediawet overtreedt. Ik vraag u om man en paard te noemen. Welk artikel? Ik neem aan dat u daarover heeft nagedacht, want u herhaalt het zo vaak. De politie kan ook niet zeggen: u heeft de wet overtreden, maar ik zeg niet welk artikel. Zo werkt het natuurlijk niet. Als u zegt dat de publieke omroep de wet overtreedt, dan moet u zeggen welk artikel op welke wijze wordt overtreden. Ik constateer dat u dat niet doet.
De voorzitter:
Dan is nu het woord weer aan de heer Van Kesteren.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Ik heb niet het artikel bij nummer en naam genoemd, maar ik heb wel heel duidelijk de kernwaarden genoemd waaraan de publieke omroep moet voldoen. Die kernwaarden komen in de huidige programmering van de publieke omroep niet tot hun recht. Dat is wat ik hier betoog en daar probeer ik ook aandacht voor te vragen bij de minister. Ik vraag hem ook om daarop te handhaven. Dat is ook onze taak.
De heer Atsma i (CDA):
Toch nog even: vindt de heer Van Kesteren dat de omroepen aan duiding mogen doen?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
De omroepen mogen zeker aan duiding doen, maar als je het publiek wilt informeren over bepaalde thema's die actueel zijn in de samenleving, dan vind ik dat je als omroep moet wijzen op het feit dat er ook nog andere geluiden in de samenleving zijn. Die moet je niet weglaten, waardoor het publiek het idee krijgt dat datgene wat er gezegd wordt over bepaalde thema's, de waarheid en de werkelijkheid is.
De heer Atsma (CDA):
Toch nog even, want dit is toch wel heel bijzonder. Ik ben blij dat collega Van Kesteren met ons vindt — ik denk met iedereen hier — dat de verschillende omroepen op basis van hun eigen uitgangspunten het nieuws mogen duiden.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Zeker.
De heer Atsma (CDA):
Dan zijn we toch terug bij af? Dan moet degene die zich daar niet in kan herkennen toch zorgen dat er een eigen organisatie komt, een eigen omroep die dat specifieke geluid laat horen? Dan ben je toch klaar?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Die zit er ook aan te komen. Met Ongehoord Nederland heb ik daar veel vertrouwen in. Maar tot nu toe is mijn ervaring, ook als je het heel objectief beschouwt, dat veel nieuwkomers in het bestel dertien in een dozijn zijn. Steeds wordt hetzelfde geluid gehoord.
De voorzitter:
De heer Atsma, tot slot.
De heer Atsma (CDA):
Dat laatste waag ik te betwijfelen. We hebben WNL gehad, nog niet zo heel lang geleden. Ik weet het nog goed, u ongetwijfeld ook. Ook was er BNN. Dat werd een succes. MAX is het meest recente succes van formaat geworden. Dus die stelling gaat ook niet op. Maar ik ben blij dat de heer Van Kesteren het licht aan het eind van een tunnel ziet, ook voor dit geluid. Wie weet is deze discussie volgend jaar niet meer nodig. Ik vind wel, met mevrouw Veldhoen, dat het goed zou zijn als u afstand neemt van de wat algemene veronderstelling dat iedereen en alles gekleurd is. Nee, omroepen mógen best een kleur hebben. Het zou slecht zijn als ze die niet zouden hebben.
De voorzitter:
Na uw reactie op de interruptie van de heer Atsma vervolgt u uw betoog.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Ik wil er toch nog op reageren. Ik ben het oneens met de heer Atsma. Het blijkt dat steeds hetzelfde geluid wordt gehoord in de samenleving. Het deel van de samenleving dat afhankelijk is van de publieke omroep en dat niet via internet zijn informatie krijgt, krijgt daarmee de indruk dat het beleid met betrekking tot klimaat, met betrekking tot onze tradities …
De voorzitter:
Nu gaan wij ons herhalen. Wilt u uw betoog hervatten?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Ik vind wel dat ik dit moet kunnen uitleggen, voorzitter, want dit wordt mij heel duidelijk gevraagd.
De voorzitter:
Ja, maar dat hebben we al gehoord in dit rijtje. Gaat u door.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Maar goed, er is eenzijdigheid bij de publieke omroep.
De voorzitter:
U had nog een motie.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Ik ben nog niet klaar, voorzitter.
Dat met die eenzijdigheid de Mediawet wordt overtreden, is evident. Als antwoord op mogelijke desinformatie via internetmedia, omdat de Mediawet moet worden gehandhaafd, omdat de uitvoering telt en niet alleen de intenties, om de samenleving bij elkaar te houden, omdat iedereen zich in de publieke omroep kan herkennen én voor een optimaal functionerende publieke omroep waarin minderheden, maar zeker ook meerderheden zich kunnen herkennen, dien ik deze motie in. In deze motie worden de wetgevende kaders voor een goed functionerende omroep geduid en wordt door de Eerste Kamer aandacht gevraagd voor de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de proportionaliteit en de handhaving conform de Mediawet, iets waarvoor wij in deze Kamer zitten.
De voorzitter:
Door de leden Ton van Kesteren, Faber-van de Klashorst, Van Strien, Van Hattem en Bezaan wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het publieke bestel de kernwaarden onafhankelijkheid, onpartijdigheid, objectiviteit, pluriformiteit, betrouwbaarheid, versterking van de nationale identiteit en sociale cohesie niet altijd in de programmering zijn terug te vinden;
constaterende dat van handhaving van de Mediawet 2008 in de praktijk nauwelijks sprake is;
overwegende dat ook de aangepaste Mediawet 2008 het mogelijk maakt dat sancties aan publieke omroepen kunnen worden opgelegd bij niet-naleving van de Mediawet 2008, dan wel bij het niet voldoen aan de geldende uitgangspunten van de publieke omroep;
overwegende dat in de regel bij overtreding daarvan zelden sancties worden opgelegd;
overwegende dat het ontbreken van sancties niet bijdraagt aan correcte naleving van de Mediawet 2008;
overwegende dat daardoor de overheid onvoldoende grip heeft op naleving van de uitgangspunten van de Mediawet 2008;
roept de regering daarom op om sanctionerend op te treden in geval van overtreding van de Mediawet 2008, en per jaar deze Kamer te informeren over het aantal overtredingen van de Mediawet 2008 in die periode,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter F (35554).
Dank u wel, meneer Van Kesteren. Dan geef ik het woord aan de heer De Vries namens de Fractie-Otten.