Verslag van de vergadering van 12 januari 2021 (2020/2021 nr. 18)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.08 uur
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Ik ga ook al hoesten. Ja voorzitter, we hebben meer gemeen dan sommigen hier in deze zaal weleens denken. De minister heeft aangeboden, of zegt bereid te zijn, een mondeling overleg te houden over de brief van 16 december over het transitie-ftk en de overstap naar het nieuwe stelsel. Ik denk dat het goed is om de minister even te vragen om die brief, omdat die wel in de Tweede Kamer is gekomen, ook naar de Eerste Kamer te sturen. Misschien is dit wel gebeurd, maar in ieder geval was dit een brief aan de Tweede Kamer van 16 december.
De voorzitter:
Daar kan de minister in zijn tweede termijn nog op reageren.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ja. Ik ga ervan uit dat de leden van de commissie Sociale Zaken graag gebruikmaken van het aanbod van de minister, dat hij nu al twee keer heeft gedaan.
Voorzitter. De minister spreekt in de brief van 16 december waarop ik doelde, over grootscheepse pensioenverlagingen die hij niet gewenst acht. Hij schrijft verder dat op basis van het reguliere ftk voor een groot aantal pensioenfondsen bij de huidige dekkingsgraad rekening zou moeten worden gehouden met bijvoorbeeld forse kortingen van 15%. Die dreigende kortingen van 15% voor grote groepen waren en zijn de reden waarom ik in dit debat de grote zorgen van mijn fractie op tafel heb gelegd. De kortingen als gevolg van de lage rekenrente staan dagelijks op de agenda van 3 miljoen gepensioneerden en 7 miljoen werknemers. Zij moeten het ergste vrezen aan het eind van dit jaar, aan het eind van de komende jaren tot 2026, en bij het invaren.
Voorzitter. Ik wijs ten slotte op het interview van de voorzitter van de Koepel Gepensioneerden, mijn opvolger Van der Spek, in het Algemeen Dagblad van gisteren, 11 januari, waarin hij kort en duidelijk zegt: haal de strenge regels van het ftk direct van tafel. En ten slotte wijs ik op de brief van de 60 prominenten en de motie die ik vorig jaar heb ingediend op basis van die brief.
Wij zijn blij met de toezegging van de minister om het voorstel voor pensioen ineens nog een jaar later in werking te laten treden en dan dus pas op 1 januari 2023. Wij zullen het wetsvoorstel steunen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan mevrouwOomen-Ruijten namens het CDA.