Verslag van de vergadering van 19 januari 2021 (2020/2021 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.31 uur
De heer Frentrop i (FvD):
Voorzitter. Het wetsvoorstel dat vandaag voorligt, is een voorstel om de Grondwet zodanig te wijzigen dat een correctief referendum mogelijk lijkt, maar in de praktijk niet te realiseren valt. Het is dus geen mooi wetsvoorstel. De opeenvolgende staatscommissies waren het er allemaal over eens dat een correctief referendum een uitstekend middel is om de parlementaire democratie beter te laten functioneren. Het is, hoe je er ook over denkt, een feit dat via een correctief referendum perfect kan worden getoetst of een compromis bereikt in de volksvertegenwoordiging, kan rekenen op voldoende draagvlak bij burgers.
Maar wat nu wordt voorgesteld is een referendum dat die naam niet verdient, daar is al veel over gesproken. Dat is een referendum dat niet mag gaan over onderwerpen die de soevereiniteit van Nederland raken of een referendum waarvan de uitslag vooral wordt bepaald door de burgers die er niet aan meedoen. De term "fopspeen" heb ik meer dan eens horen langskomen. Ik heb ook horen langskomen "een wassen neus", "een dode mus" of "de noodrem die buiten bereik hangt".
Het is niet de indiener, meneer Van Raak, die verantwoordelijk is voor deze manco's in het wetsvoorstel. Het zijn de regeringspartijen in de Tweede Kamer die zijn op zich goede voorstel vakkundig en geruisloos hebben gecastreerd. Dat geschiedde via amendementen ingediend door de kleinste coalitiepartners. Op initiatief van D66 zijn alle internationale verdragen bestempeld als onderwerpen waarvoor het draagvlak bij de bevolking niet via een referendum mag worden getoetst. Op initiatief van de ChristenUnie is een onhaalbare uitkomstdrempel ingevoerd, zodat het referendum in de praktijk niet zal werken. En vervolgens hebben deze twee partijen in de Tweede Kamer vóór het door hen gecastreerde wetsontwerp gestemd. De fractie van Forum voor Democratie vindt dat geen fraaie politiek.
De minister-president begon afgelopen vrijdag zijn persconferentie waarbij hij het aftreden van het kabinet bekendmaakte, met een verwijzing naar de voorgaande liberale premier, Pieter Cort van der Linden, die naam is hier eerder gevallen. Ik wil ook nog even naar hem verwijzen, niet omdat de heer Rutte dat deed, maar omdat de Eerste en Tweede Kamer in 2002 meneer Cort van der Linden tot de beste premier van Nederland in de twintigste eeuw hadden benoemd.
En die beste premier ooit — de eenentwintigste-eeuwse premiers moeten we nog even afwachten — was een voorstander van het correctief referendum. Hij onderkende de gevaren van het partijbestel en probeerde daarom het correctief referendum in de Grondwet op te nemen. De christelijke partijen waren daar echter tegen. Zij lieten liever de herders van de kudde beslissen dan de schapen zelf. En inmiddels, ruim een eeuw later, denken de VVD en D66, partijen die zich liberaal noemen, daar net zo over als de leiders van de zuilen van toen. Honderd jaar onderwijs in Nederland, ontwikkeling van de burger, ontelbare miljarden besteed aan opleiding en scholing, ambities om de hoogst opgeleide staat ter wereld te worden, en maar blijven denken dat de burger te dom en te impulsief is om zelf over belangrijke onderwerpen van staat te beslissen. Dat moet hij overlaten aan volksvertegenwoordigers.
Kabinet en parlement zijn in dit land continu op zoek naar draagvlak voor hun besluiten. Niets is zo belangrijk als draagvlak, zeggen ze. Nou, voorzitter, niets geeft zo veel draagvlak als een correctief referendum. Je legt het besluit voor aan het volk en dat zegt ja of nee. Meer draagvlak kun je echt niet krijgen. Maar de meeste Nederlandse politici vinden de kiezer maar eng. Zij zoeken liever draagvlak bij de mensen die ze kennen, bij oud-politici die belangenbehartiger zijn voor allerlei groepen. Daarom hebben wij hier, sinds het Akkoord van Wassenaar, sociale akkoorden, pensioenakkoorden, een Klimaatakkoord, nationale preventieakkoorden en weet ik veel wat allemaal nog meer. Nederland is helemaal dichtgeplamuurd met akkoorden, maar akkoorden tussen wie en wie? Aan het Nederlandse volk wordt niets gevraagd, behalve eens in de vier jaar het invullen van een vakje met een rood potlood.
Nederlandse politici, ook veel zittende leden van deze Kamer, gaan liever lobbyen dan draagvlak zoeken bij de kiezer. Het is dan ook niet vreemd dat er sprake is van een groeiende kloof tussen burger en politiek in Nederland. Het beste middel om die kloof te overbruggen is het correctief referendum. Waarom doen we dat dan niet? Het voorstel dat hier voorligt, is geen versterking van de democratie, terwijl dat wel kan, dat weten we, want deze discussie loopt al langer.
Iedereen heeft hier al de geschiedenis van de discussie over dit onderwerp gememoreerd. Ik kan nog verder teruggaan dan alle reeds genoemde historische feiten, voor de liefhebbers van geschiedenis. Ik ga meer dan 2.500 jaar terug en dan kunnen we zien dat het invoeren van een referendum lef vergt van de volksvertegenwoordiging. Zeven eeuwen voor Christus stichtten de Grieken in Zuid-Italië de stad Locris. Dat was de eerste stad die een geschreven wet zou krijgen. De mensen daar waren zeer tevreden dat zij de eerste waren die een wet hadden. Die wet bepaalde ook dat iedereen die een voorstel wilde indienen voor een nieuwe wet, dat moest doen met een strop om de nek. Als het voorstel niet door het volk werd aangenomen, werd hij meteen opgehangen. Dat vergt lef van de wetgever, dat was een echt correctief referendum!
Forum voor Democratie vindt niet dat wij hier zo ver moeten gaan nu. Maar ik roep de indiener toch wel op, ook al heeft die zijn aarzelingen uitgesproken, om te komen met twee novelles: ten eerste eentje om de te hoge uitkomstdrempel weer uit het wetsvoorstel te halen, en ten tweede eentje die de internationale verdragen weer afvoert van de lijst van onderwerpen waarover geen referendum zou mogen worden gehouden, of zelfs, als ik de heer Koole goed begrepen heb, het voorstel in te trekken, zodat we rustig over een beter geformuleerd voorstel kunnen praten, want ik denk dat dat echt nodig is. En ik denk dat we ook allemaal weten dat we iets moeten verbeteren aan het Nederlandse politieke stelsel, om te voorkomen dat de voortdurende aantasting en uitholling daarvan echt gaan leiden tot rampen. Het correctief referendum zoals het hier nu voorligt, wordt terecht een fopspeen genoemd. Maar wat we nodig hebben, is een ventiel. Dat is wat het correctief referendum moet doen. En ik zou dan ook alle partijen die nog huiver hebben om de kiezer tegemoet te treden, langs deze weg willen oproepen om zich nog eens te bezinnen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Frentrop. Dan is het woord aan de heer Van der Linden namens de Fractie-Van Pareren.