Plenair Meijer bij voortzetting behandeling Opneming bepalingen correctief referendum in Grondwet



Verslag van de vergadering van 19 januari 2021 (2020/2021 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Meijer i (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ook mijn felicitaties aan de heer Raven. Welkom in ons midden. Ik had hetzelfde ongemak als andere sprekers al hebben verteld. We hebben een debat, waar een procesbegeleider en een adviseur bij zitten, waar we wat tegenaan praten. We praten echter meer met elkaar en de arena is daar niet helemaal op ingericht. Ik zou bijna pleiten voor een tweede interruptiemicrofoon, zodat we ook onderling met elkaar in debat kunnen treden. Toch heeft de heer Van Raak vanuit de procesbegeleidersrol zeker het voorstel verdedigd. In mijn richting deed hij dat ook langs een politieke lijn. Hij had in ieder geval de VVD-opvatting over het referendum sinds Cort van der Linden gevolgd. Dank daarvoor.

Voor mij is het belangrijkste dat op dit moment Tweede Kamerfracties en Eerste Kamerfracties allemaal op één lijn zitten. Daar zijn geen verwachtingen, wat mij betreft. Het heeft zelfs tot gevolg dat het niet in het verkiezingsprogramma terecht is gekomen. Dat kwam mede door de ongelukkige naam. In het debat in de partij is vooral de betrokkenheid van de burgers aan de voorkant van wetgevingsprocessen en beleidsontwikkelingen besproken en niet alleen eens in de zoveel tijd achteraf, waar we nu al de hele dag over praten. Ik denk dat beide punten aandacht behoeven.

Zoals een politicus betaamt, was er in de inhoudelijke verdediging sprake van wat selectief shoppen in het advies van de Raad van de State. Die heeft inderdaad gezegd dat het voorstel niet onverenigbaar is met de representatieve democratie, maar dat je wel heel goed de voor- en nadelen moet opschrijven. Ik denk dat ik in mijn verhaal heb aangegeven dat met name de nadelen nog niet geweldig uit de verf zijn gekomen en dat u heel erg getriggerd werd in het interruptiedebat over de uitkomstdrempel. U had niet zo veel tijd om het zelf te behandelen, maar dat heeft de minister gedaan: de kant van desinformatie en dat mensen aan de haal gaan met zoiets. De minister weegt dat allemaal iets lichter dan dat ik het weeg.

Hier ligt wel de koppeling met de uitkomstdrempel. Persoonlijk vind ik de uitkomstdrempel niet te hoog. We werden in het debat bijna de hele tijd op één lijn geschaard, alsof we die allemaal te hoog vinden. Ik zei alleen dat hij weinig gehaald wordt. Dat betekent iets voor het proces en voor de verwachtingen van mensen die eraan mee doen: als ze het niet halen, is de onvrede misschien nog groter. In die zin heb ik het gebruikt.

Ik heb met belangstelling kennisgenomen van het dilemma dat ik bij de voorstanders ook echt voelde: hoe ga je met de uitkomstdrempel om? Beter één vogel in de hand, of een fopspeen? Toen ik dacht overzicht te hebben, kwam er nog een derde weg, die mij nog niet helemaal duidelijk is. Ik wacht die met belangstelling af.

Als observant vond ik wel dat we ons heel erg verplaatsten in Tweede Kamerleden. Ik denk dan aan iets omgekeerds. Stel je voor dat de Tweede Kamer zo over ons zou denken en de Eerste Kamer nu artikel 137 van de Grondwet zou gebruiken, dan zouden wij dat hier denk ik ook wat onaangenaam vinden. Los van dit procesmatige punt heb ik daar ook inhoudelijk wel iets over te zeggen.

De voorzitter:

Rond uw betoog af.

De heer Meijer (VVD):

Ik heb de Handelingen van de Tweede Kamerbehandeling gelezen, en met name over de amendementen. Volgens mij is de splitsingsdiscussie daar in bijna omgekeerde zin gevoerd. De heer Van Raak zei namelijk: zet u dat nou in de uitvoeringswetgeving en niet in de Grondwet. De ChristenUnie zei: nee, wij willen dat in de Grondwet; we willen het niet gesplitst hebben. Als wij daar nu heen gaan met deze suggestie, vraag ik me af of in deze politieke werkelijkheid de splitsing wel gaat plaatsvinden. Maar ik laat dat aan degenen die die weg willen bewandelen.

Ik heb de motie gezien. Gelet op het feit dat er nog ten minste drie opties in de lucht zijn en er nog een brief van de minister komt, bekijk ik nog even welk advies ik volgende week aan mijn fractie geef over de motie. Ik heb al eerder duidelijk gemaakt hoe ik over het eindvoorstel zal adviseren.

De voorzitter:

Heeft u daarmee uw betoog afgerond?

De heer Meijer (VVD):

Ja.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Ik hoor de heer Meijer over het zich verplaatsen in Tweede Kamerleden en dat hij daar niet zo mee bezig is. Verplaatst de heer Meijer zich weleens in kiezers? U kunt als VVD nu u hoog staat in de peilingen wel denken dat u de buit binnen heeft, en dat Forum er een bende van heeft gemaakt, maar dat is tijdelijk. Vorig jaar, of twee jaar geleden, is aangetoond dat hier heel snel nieuwe partijen kunnen opkomen als kiezers systematisch worden genegeerd en met trucjes of killeramendementen het bos in worden gestuurd. Mijn vraag aan de heer Meijer is dus of hij zich ook weleens verplaatst in de kiezer, die steeds meer afhaakt. Wat u via deze cynische moves via de ChristenUnie heeft bereikt, is dat de kiezers nog veel meer gaan afhaken. Hoe gaat zich dat dan uitkristalliseren in onze democratie? Die raakt dan uit balans, zoals ook uw partijgenoot Remkes in het rapport heeft gezegd. Hoe ziet de heer Meijer dat?

De heer Meijer (VVD):

Er wordt mij iets te veel macht toegedacht; alsof ik enige invloed heb gehad op amendementen van de ChristenUnie in de Tweede Kamer. Mij valt op dat, als het over de heer Remkes gaat, er altijd even bij gezegd wordt dat hij mijn partijgenoot is. Vanochtend, bij de eerste termijn, had u andere verplichtingen. Helaas kon u niet aanwezig zijn. Toen hebben we het denk ik over de VVD-opvatting gehad. Ik denk dat ik mij wel degelijk in kiezers verplaats. Het eerste deel van mijn betoog ging nu juist over de maatschappelijke onvrede en hoe daarmee om te gaan. Dat wij een ander middel kiezen, wil niet zeggen dat wij de problematiek niet zien of dat wij daar niets aan willen doen. Maar ik verval een beetje in herhaling als ik mijn betoog uit de eerste termijn ga herhalen.

De voorzitter:

Dat gaan we niet doen. Meneer Otten was niet aanwezig, dus ik kan mij voorstellen dat hij dat niet gehoord heeft.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik heb het wel gevolgd, voorzitter. Ik heb daar wel kennis van genomen. Ik hoor geen antwoord. De kiezer gaat afhaken doordat niet u, maar uw partij met medewerking van de ChristenUnie, onrealistische uitkomstdrempels creëert. Daarmee ga je bewerkstelligen dat de kiezer afhaakt. Dat duurt allemaal veel te lang. Mijn vraag is hoe u dat gaat oplossen. Heeft u daarover nagedacht?

De voorzitter:

Een kort antwoord, meneer Meijer.

De heer Meijer (VVD):

Wij hebben vanochtend aangegeven dat wij niet voor referenda als middel zijn. Ik heb volgens mij net zelfs nog herhaald dat ik bij de nadelen heb aangegeven dat je bij zo'n hoge uitkomstdrempel teleurstelling creëert. Hoe ga ik dat oplossen? Ik ga tegen dit voorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Meijer. Dan is het woord aan de heer Doornhof namens de fractie van het CDA.