Plenair Van Rooijen bij behandeling Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen



Verslag van de vergadering van 23 februari 2021 (2020/2021 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.44 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik had nog een vraag — die had ik in eerste termijn misschien wat duidelijker moeten stellen — over de kwestie die ook schriftelijk aan de orde is geweest: wat is de verhouding tussen de vijf herstelregelingen uit het compensatiebesluit van januari, zoals dat dan heet, en de forfaitaire uitkering van €30.000? Misschien wil de staatssecretaris daar, naast de schriftelijke beantwoording, toch nog even op ingaan.

Voor alle duidelijkheid: wij steunen uiteraard dit wetsvoorstel, maar wij willen wel duidelijkheid. Ik sluit me aan bij de heer Essers van de CDA-fractie: we vragen geen garantie, maar wel maximale duidelijkheid en zekerheid, juist in het belang van de slachtoffers. Het is uiteraard niet alleen een zaak van deze Kamer en de Tweede Kamer, maar ook van het kabinet en deze staatssecretaris om er gezamenlijk alles aan te doen om die maximale duidelijkheid en zekerheid te bieden. In dat licht zijn wij helaas niet overtuigd van de onderbouwing van deze kwestie van eigendom door de minister voor Rechtsbescherming. Met de heer Essers blijven wij vragen om meer onderbouwing.

Ik wil ten slotte nog een keer wijzen op het verschil tussen het EVRM en artikel 17 van het Handvest. Voor het EVRM ga je naar het Hof van Straatsburg; dat zijn uitsluitend zaken tegen de staat. Voor artikel 17 van het EU-Handvest ga je naar het Hof van Luxemburg; dat zijn zaken tegen de staat of zaken waarin een burger tegenover een burger staat, in dit geval een crediteur tegenover een debiteur. Erkend is dat er bij artikel 17 sprake is van directe horizontale werking. Om het heel simpel te stellen: pensioenfondsbesturen en sociale partners kunnen direct aansprakelijk gesteld worden op grond van het EU-Handvest als zij ten onrechte zouden meewerken aan bijvoorbeeld het invaren, aldus ook professor Van Meerten. Dat betekent dat deelnemers en gepensioneerden pensioenfondsbesturen voor de rechter kunnen slepen en ook schadevergoeding kunnen eisen. Dat kan niet bij het EVRM.

Voorzitter. Ik wees met mevrouw Karimi al op het Volkskrantartikel van vorige week zaterdag over de leenbijstand bbz en het drama dat zich daarbij aftekent. Kan de staatssecretaris naast wat zij zojuist al antwoordde, in een brief nog eens duidelijk uitleggen hoe de groep van 2010 tot 2014 alsnog in aanmerking zou kunnen komen voor een schadevergoeding? Kan zij voorts toezeggen dat er alles aan wordt gedaan om degenen die er wel recht op hadden tussen 2014 en 2016 maar die niet bekend zijn, toch op te sporen? Er ligt nog 15 miljoen op de plank. Kan de staatssecretaris toezeggen dat de rechten die deze mensen hebben, concreet kunnen worden ingevuld?

Voorzitter, ik dank u voor de leiding op uw laatste dag in deze senaat. We zullen u missen.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Geerdink van de VVD-fractie.