Verslag van de vergadering van 16 maart 2021 (2020/2021 nr. 29)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.23 uur
De heer Crone i (PvdA):
Dank u, voorzitter. Het is plezierig om vandaag met deze minister te spreken en zeker ook met de heer Nijboer, want de heer Nijboer heeft ervoor gezorgd — ik zal daarop terugkomen — dat deze minister een fantastische finish gaat beleven, wat mij betreft. Er is veel gebeurd. De minister is langzaam op gang gekomen en is veel dwarsgezeten door de VVD en anderen, maar ik zal zo meteen aangeven dat ze een enorme finish gaat maken, die de huurders en de woningmarkt in het algemeen gaat helpen. Misschien was ze daarvan niet zeker toen ze hier vanochtend naartoe kwam, maar er zijn nog kansen deze laatste dag voor de verkiezingen.
De kern van het probleem blijft natuurlijk wel dat huurders nog elke maand tekortkomen, omdat de verhouding tussen huur en inkomen volkomen is losgeslagen. Dat is vorige week weer uit allemaal onderzoeken gebleken, onder andere van het Nibud. 800.000 mensen, een kwart van de huurders, hebben iedere maand problemen. Zelfs voor mensen met de laagste huren, van bijvoorbeeld €400, schiet het niet veel op als zij wat meer inkomen of een lagere huur krijgen, want dat wordt allemaal meteen afgeroomd door de huurtoeslag. Het Nibud bepleit dan ook om niet alleen de huren aan te passen, maar zeker ook een hoger minimumloon in te voeren, want dat gematigde huurbeleid alleen is niet genoeg.
Dat is het symbool van een eigenlijk toch falend sociaal huisvestingsbeleid op dit moment. De markt heeft op dit moment echt wel gewonnen, want wie de marktmacht heeft, wint. Zo werkt de markt. Wie zwakker staat, heeft geen betaalbaar huis. Ik spreek daar ook de coalitiepartijen nadrukkelijk op aan, want de markt werkt nu veel te goed. Heb je een huis als verhuurder of verkoper, dan kun je zelf de prijs betalen. Zo werken markten zonder een sterke marktmeester. Maar wie een normaal inkomen heeft, kan het vergeten zonder steun van ouders of overwaarde om een huis te kopen. En huurders zijn overgeleverd aan de goedheid van de overheid. Vroeger zouden we zeggen: charitas van kerk en Staat. Je krijgt een toeslag als je mazzel hebt, nog los van de uitvoeringsproblemen. Dat is de rode lijn: een heilig geloof in de fictie van marktwerking. Want de markt zou toch zorgen voor een optimale prijs-kwaliteitsverhouding, en dan kunnen mensen kiezen voor het beste wat er is.
Dezelfde marktideologie heeft deze coalitie voor de zorg, voor de kinderopvang en voor de huren. De markt zorgt voor de optimale prijs-kwaliteitsverhouding, en dan hoeven de burgers zich nergens zorgen over te maken. Het is alsof je in een tv-winkel staat, want daar kun je inderdaad kiezen uit 50 toestellen van allerlei soorten en maten en kun je zelf beslissen: ik doe het of ik doe het niet. Maar in deze sectoren geldt dat natuurlijk niet. Allereerst is de situatie aan de aanbodkant al: voor mijn huis tien kopers, 100 kopers, 80. Voor mijn verhuurderhuis: als jij niet wil, dan neem ik een andere huurder. Dat is de aanbodkant, maar ook aan de vraagkant is dit geen normale markt, want er zijn hoge transactiekosten verbonden aan verhuizingen. Je switcht niet zomaar, nog los van of je niet te ver van je werk, je onderwijs en andere voorzieningen komt. Dus de transactiekosten beperken hier ook altijd de vrijemarktwerking.
Op zich is dit natuurlijk niet nieuw. Daarom heeft Nederland van oudsher een mooie beschermde coöperatiesector. Maar die is nu afgeknepen door de verhuurderheffing en een verbod op bouwen voor middenhuur door de markttoets, die wel even versoepeld is maar nog steeds bestaat. De PvdA is gelukkig op dit beleid teruggekomen en bepleit nu al vier jaar lang het afschaffen van de verhuurderheffing, want dat was een crisismaatregel. Dat staat in alle tegenbegrotingen van de Partij van de Arbeid. En gelukkig doen heel veel partijen dat, behalve de VVD. Laten we hopen dat ze dat na morgen ook doen.
De VVD schrijft overigens wel in haar programma de ongelofelijke zin: 'Gemeenten, markt en corporaties kunnen het niet. De overheid moet hard ingrijpen.' Ik citeer het uit mijn hoofd, maar ik ga het hier nog vier jaar lang herhalen, iedere dag maar weer, tegen de heer Eric van der Burg. Van alle partijen schrijft de VVD de meest harde zinnen in haar programma. Alle partijen proberen nog een beetje genuanceerd te doen over markt en overheid. Bij de VVD is alles los, tot vandaag niks geen ruimte van de markt afnemen in het verkiezingsprogramma. Dus ik vrees helaas dat het morgen weer niet gaat gebeuren. Garanties bestaan alleen op stofzuigers, voorzitter.
Het gevolg hiervan is dat de minister nu tegen een erfenis aankijkt van vier verloren jaren. Nogmaals, de finish wordt fantastisch, maar het zijn vier verloren jaren, want het is ook haar erfenis. Zij heeft moeten buigen met de hele coalitie voor dit beleid, aangevoerd door de VVD. Daar komt straks nog een heel scherp voorbeeld van. Ze heeft wel stappen gezet, maar niet altijd van harte. Meestal ook tegen de zin van de coalitie, want zij had zelfs de steun nodig van de Partij van de Arbeid en GroenLinks voor het akkoord in het najaar. Dat is een goed akkoord: extra geld voor de bouwimpuls en het schrappen van bijvoorbeeld de singlestraf. Maar de nieuwe coalitie wilde toch niet af van de marktfictie. In die marktsituatie zitten we nu en hebben we nu drie wetsontwerpen, waar ik achtereenvolgens op in zal gaan, die nog een beetje redden wat er te redden valt. Is het pleisters plakken of is het een fundamenteel ingrijpende markt?
Voorzitter. Allereerst ... Ik dacht: ik ga natuurlijk complimenten geven aan de heer Nijboer, maar dan zeggen mensen "Wc-eend, je bent ook van die partij". Ik sluit me dus aan bij alle complimenten van de heer Kox, die zo fantastisch sprak over de heer Nijboer. Als GroenLinks ... sorry, als de SP positief over de Partij van de Arbeid is, dan doen we iets fout, maar in dit geval helemaal niet. Dus meneer Kox, hartelijk dank, u heeft helemaal gelijk: het is altijd zwaar werk voor een Kamerlid om een initiatiefwet in te dienden en die ook nog unaniem door de Kamer te krijgen. Was dat toen met de motie-Kox maar gelukt hè, unaniem. Maar in ieder geval: dit gebeurde na de vergeefse pogingen van het kabinet om het kabinet op die lijn te krijgen. Want natuurlijk is in de Tweede Kamer ook lang de lijn gevolgd dat het kabinet dit moet regelen. De koninklijke weg is immers natuurlijk niet dat een Kamerlid dit doet, maar dat de regering dit doet.
Maar goed, niet getreurd, want het komt nu toch goed: er komt een regulering voor de particuliere verhuur in het middensegment. En dat is toch een heel principiële doorbraak; er komt marktcorrectie buiten het beschermde gebied. Dat juichen we zeer toe, want veel gewone mensen met gewone inkomens die niet in de DAEB-sector zitten, de beschermde sector, kunnen geen huis vinden omdat daar veel te weinig woningen zijn. Óf de inkomensgrens is voor hen te laag, waardoor ze niet in de corporatiesector terechtkunnen, óf ze moeten een gigantisch hoge huur betalen. Ik heb het hier zelf in al die debatten over de motie-Kox ook gezegd: het gaat niet alleen om de corporatiesector, de beschermde sector, maar ook om de huurder die daarboven zit.
Maar we hebben nog wel vragen, want het is op zichzelf een geïsoleerde maatregel die er alleen voor zorgt dat de huren in de vrije sector gedurende drie jaar met niet meer dan de inflatie plus 1% mogen stijgen. Dat is prima, maar het geeft dus voor de periode daarna nog geen bescherming. Er komt dus een evaluatie over tweeënhalf jaar.
Het zou 80.000 huurders helpen; dat is echt fantastisch. Maar er is nog altijd geen onderliggend puntenstelsel of een andere objectieve woninghuurwaardering, want de bestaande geldt maar voor huren tot €750. En het betekent ook dat huren voor nieuwkomers nog altijd vrij op de markt kunnen worden bepaald. En die krachten bepalen nog steeds dat die huren hoog zijn. En ook de zittende huurders kunnen nog geen beroep doen op een betere aanpassing van de feitelijke onderliggende huur. Ook hierbij stel ik een vraag, aan de heer Nijboer, maar zeker ook aan de minister. Moet er toch niet een noodzakelijke schakel bij komen, namelijk een vorm van een woninghuurwaardering? Is de minister al ver met het voorwerk voor verdere besluitvorming op dit punt? En hoe staat zij tegenover de optie voor een huurvergunning, al of niet gericht op bepaalde wijken? Door zo'n vergunning zou daar ook een bepaalde grens kunnen worden gelegd, zeker waar beleggers nu grootscheeps huizen opkopen om door te verhuren.
Voorzitter. Alles bij elkaar genomen overheerst natuurlijk bij mijn fractie de vreugde over het grote voordeel en over deze initiatiefwet, en over het feit dat hij ook zo breed is gesteund. Het is een belangrijke correctie op scheve marktverhoudingen in het marktdeel.
Voorzitter. Dan het volgende punt: de huurbevriezing. Wat geweldig is het dat de minister na zo'n rollercoaster de heer Nijboer zelfs links inhaalt. Want het is nu nul, in plaats van inflatie plus 1%. Dus echt: de finish van de minister is fantastisch. Meneer Nijboer is het er trouwens mee eens dat dit ook nog gebeurt; geen misverstand daarover. Bij deze rollercoaster zijn er vele moties over huurbevriezing in de Tweede Kamer aangenomen. Ik las ergens dat het er zelfs elf waren. Maar de minister mocht ze niet uitvoeren. Vervolgens kwam de voltallige oppositie daar in de Tweede Kamer, maar ook hier in de Eerste Kamer, tegenover de coalitie te staan. Wij vonden dit een noodzakelijke stap die het steunen waard was, zeker ook in deze moeilijke coronatijd. Maar vervolgens heeft de minister al die moties naast zich neer moeten leggen en zelfs een motie van afkeuring moeten trotseren, wat ook al uniek is.
En wat is het wonderlijk dat nu plotseling, vlak voor het verkiezingsreces — ik zie de heer Van der Burg van de VVD al knikken — de VVD opeens omging en zei: laten we de huren maar een jaar bevriezen. Dit tot grote verrassing of zelfs boosheid van het CDA en de ChristenUnie, die dat eerder ook al hadden gewild. Het is toch echt gemeen politiek beleid als je dat niet van tevoren openlijk bespreekt met je coalitiegenoten en ze dan allemaal links inhaalt? Maar goed, het resultaat is goed, want het gaat nu gebeuren. Ik wil echter wel een reactie van de minister. Voelt u zich niet een beetje in uw hemd gezet omdat u dit allemaal heeft moeten trotseren in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer? Ik zeg nogmaals: het is u gegund dat u dit nu op de finish allemaal kunt incasseren met één briefje, maar is dit niet een wonderlijke omgang en had u die steun niet eerder verdiend? En heeft de VVD al excuses gemaakt? Dat ga ik straks aan de heer Van der Burg vragen in een interruptie als hij daar niet in zijn eerste termijn zelf op terugkomt. Want zo ga je toch niet met elkaar om?
Voorzitter. Het is natuurlijk toch wel van belang dat dit wetsontwerp er gewoon door komt, maar ik kom nog even op de dekking. Ook daarbij is iets wonderlijks aan de hand. Er was natuurlijk helemaal geen dekking in de eerste brief. Welk kabinet heeft nu ooit een voorstel, een besluit, in de Kamer ingediend zonder dekking? Zelfs in de lange tijd die ik in de Tweede Kamer heb gezeten, mocht dat toch nooit. En het gaat hierbij niet zomaar om een paar miljoen, maar om 200 miljoen. Mijn eerste vraag is: is het nu inmiddels gedekt, en wel structureel? Dit is immers een structurele bevriezing, want het komt er niet na een jaar weer bij. Ik heb gezien dat de heer Nijboer u inmiddels ook weer heeft geholpen met een motie die is aangenomen, over 200 miljoen dekking uit de BIK-gelden. Nou waren we toch al tegen die BIK, dus dat is prima. Maar is de VVD er nu mee akkoord dat er structureel BIK-gelden of andere vormen van lastenverlichting af gaan? De VVD is hier de baas; dat weet u. Dus ik wil dat graag weten. U heeft een ongedekt voorstel gesteund. Dat heeft de VVD nog nooit gedaan. Waar is Zalm? Waar is de zalmnorm bij ongedekte moties? Als Zalm iets vals vond, dan was het dat je een voorstel indiende dat niet gedekt was. Dat de minister dat moet doen, vind ik schandalig.
De heer Kox i (SP):
Het was collega Crone al opgevallen dat ik complimenteus was in de richting van zijn partijgenoot maar vandaag vooral verdediger van een voorstel uit de Tweede Kamer. Het valt mij op dat collega Crone nu zo zuur is tegen de VVD op een moment dat de VVD eindelijk eens iets goeds doet! De VVD heeft ervoor gezorgd dat de motie van mijn collega Beckerman uiteindelijk aangenomen is in de Tweede Kamer. Is dat een reden om daar zuur over te doen of moeten we als goede katholieken onze zegeningen tellen en zeggen "fijn, u bent op het goede pad"? Misschien kunnen we straks de VVD hier in dit huis ook overtuigen om nog wat andere stappen te zetten die hiermee in lijn zijn. Zoals u weet, spreekt de hier aangenomen motie over een huurstop voor álle woningen. We hebben nu een huurstop voor sociale woningen, maar dat andere deel, dat u ook zeer aan het hart gaat, hebben we ook nog. Zou het niet veel mooier zijn om alle mogelijke complimenten uit te delen in de richting van de VVD zodat we straks in tweede termijn een motie kunnen indienen en dan ook de steun van de VVD kunnen krijgen? Is dat niet effectiever?
De heer Crone (PvdA):
Ik ben er niet zo van overtuigd dat de complimenten aan de VVD zo terecht zijn. Dit zijn dan even goede bewegingen. Onvoorspelbaar; is dat ook onbetrouwbaar? Want wat hebben ze ook vorige week ingediend? De heer Koerhuis heeft een amendement ingediend om de huurliberalisering weer verder te vergroten. Nu mag je een tijdelijk huurcontract voor twee jaar sluiten. Dat mag dan voor drie jaar zijn, zonder minimumbescherming. Ik ben daar zeer verbaasd over. Dat voorstel is weer liberalisering. Mensen kunnen er na drie jaar gewoon uitgegooid worden, bouwen dus geen goede huurcarrière op, moeten met de kinderen weer naar een andere school — sociaal dramatisch — maar kunnen ook iedere drie jaar weer een extra huurstijging krijgen. Anders zegt iemand: u moet eruit. Ik ben dus niet zo enthousiast als de heer Rutte en mevrouw Marijnissen, die zo verliefd op elkaar doen op televisie. Laat u zich geen oor aannaaien door de VVD. Tel het op uw vingers na, want dit is een dramatisch voorstel. Geen minimumduur, wel langere tijdelijke contracten, geen huurbescherming meer. Wat gaat de SP daarmee doen?
De heer Kox (SP):
Het is niet bekend, maar ik ben vrij goed geïnformeerd hoe in de top van mijn partij geacteerd wordt, maar van een liefdesrelatie tussen de minister-president en mijn fractievoorzitter was ik nog niet op de hoogte.
De heer Crone (PvdA):
Ik bedoelde het politiek-platonisch.
De voorzitter:
Nee, de heer Kox is aan het woord.
De heer Kox (SP):
Rutte kan er alleen maar beter van worden als hij meer contacten met SP'ers heeft. Maar misschien kunnen we een deal sluiten. Ik ben het helemaal eens met collega Crone dat de steun voor het amendement-Koerhuis in de Tweede Kamer echt een misser is. Als we nu weten dat de Partij van de Arbeid daarover een motie indient in tweede termijn, dien ik er in tweede termijn een motie over in dat we de huurstop ook moeten uitbreiden naar de vrije sector. Dan kijken we in beide gevallen naar collega Van der Burg en zeggen we: er zit zo veel wijsheid in jouw partij op dit moment; steun beide moties. Dat zou toch heel erg mooi zijn! Is dat een goede deal?
De heer Crone (PvdA):
Ik ben het er zeer mee eens dat de heer Rutte er beter van zou worden als hij meer naar de SP zou luisteren, maar ik vreesde juist dat de SP te veel naar de VVD ging luisteren, want u was zo enthousiast over de VVD. Maar dat zal vast niet gebeuren, hè? U houdt uw rug recht. Ik ga graag in op uw uitnodiging. Ik had er al wel een beetje over nagedacht, natuurlijk. Dat amendement-Koerhuis is niet alleen aangenomen door de VVD, maar ook door D66 en het CDA. De PVV, wij, u, 50PLUS hebben allemaal tegen het amendement-Koerhuis gestemd. Als zij voor een motie van mij stemmen, steunen ze ook de minister, want zij ontraadt het amendement-Koerhuis. Dat zal ik straks ook vragen bij interruptie aan CDA, D66 en ChristenUnie, want in hun verkiezingsprogramma staat ook: minder tijdelijke huurcontracten. Dus ik denk dat ze die motie van mij zullen steunen.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Kox.
De heer Crone (PvdA):
Ik zal die straks voorbereiden met u en iedereen die dat wil. Ik vraag dan bij dezen — dan rond ik af, voorzitter — aan de minister waarom zij het amendement heeft ontraden, want dat betekent dat het niet in het regeerakkoord heeft gestaan. Dus ze hebben hun handen vrij.
De voorzitter:
Meneer Kox, tot slot.
De heer Kox (SP):
Voorzitter, dat lijkt me heel goed. Ik zal de motie van collega Crone met plezier steunen, en hopelijk doet de VVD dat ook. En hopelijk gebeurt dat ook met mijn motie over een huurstop, ook voor de vrije sector. Maar voor alle duidelijkheid: als de VVD politiek gezien in onze richting komt, dan zeggen wij niet "ga weg"; dan zeggen wij "kom hier, Onze Lieve Heer heeft iedereen geschapen, ook goeie liberalen". Dus als de goeie liberalen onze kant opkomen, zijn wij daar alleen maar blij mee. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kox. Meneer Crone.
De heer Crone (PvdA):
Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik probeer op een heel liefdevolle manier de VVD ervan te overtuigen dat ze het amendement-Koerhuis los moet laten, en de minister dat ze daarvoor de ruimte geeft.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Crone (PvdA):
Voorzitter. Dit was een intermezzo over het amendement-Koerhuis. Ik rond op dat punt af; dat scheelt ook weer tijd. Ik hoop werkelijk dat de partijen hier in meerderheid beslissen de markt niet nog verder te gaan liberaliseren door tijdelijke huurcontracten voor drie jaar te doen. Ik vraag de visie van de minister daarop en om de ruimte om dat wetsvoorstel in ieder geval niet in te dienen c.q. om de invoering van dit wetsartikel te bevorderen. Dat is een technische vraag, zodat ik de motie wat beter kan formuleren. Kan dit onderdeel van die tijdelijke huurcontracten van twee à drie jaar via een AMvB worden opgeschort, zodat de rest van de wet wel door kan gaan? Die wet gaan we binnenkort nog behandelen, dus ik wacht dat af. Graag vandaag al antwoord daarop.
Voorzitter. Dan het laatste punt: de inkomensgrens in de Woningwet en de extra mogelijkheden voor huurverhoging. Kortheidshalve sluit ik me aan bij de vragen van mevrouw De Boer hierover. Wij zitten met hetzelfde dilemma: hoge inkomensgrenzen voor gezinnen zijn aantrekkelijk. Er moeten meer woningen komen, maar die inkomensgroep gunnen we ook een huis. Ook hier heeft de heer Nijboer samen met GroenLinks ervoor gezegd dat de minister de singlestraf eruit heeft gehaald. Dat is dus al het zesde punt waarop de minister zich met de PvdA en GroenLinks goed heeft opgesteld. Maar waarom zitten zuur en zoet nu in één wet? De andere kant, zeg maar de doorstromingsheffing, zit ook in deze wet. De Raad van State heeft al gezegd dat dit eigenlijk in twee wetten zou moeten, want het zijn twee maatregelen, zuur en zoet, die niks met elkaar te maken hebben, noch qua dekking, noch anderszins. Daarmee zit onze fractie, afhankelijk van het antwoord van de minister zo meteen, met het dilemma dat, als we het ene steunen, een hoge inkomensgrens, we het andere meenemen, namelijk een doorstromingsbevorderende maatregel. Daar zitten we enigszins genuanceerd in, want het is op zich niet onlogisch dat mensen die een hoog inkomen verdienen in een woningcorporatiewoning iets meer betalen, zonder dat ze er per se uitmoeten. Ik geloof dat Van der Linde daar een vraag over stelde. Daar wachten we het antwoord van de minister op af.
Voorzitter. Ik rond mijn betoog af met de hoopvolle uitspraak dat de minister een enorme finish kan gaan maken. Ik heb inmiddels al zes punten genoemd waarop ze ook niet alleen naar de VVD heeft geluisterd, maar in het bijzonder naar de heer Nijboer. Het betreft zijn initiatiefwet, het Najaarsakkoord, de singlestraf, de huurbevriezing en misschien dat de minister ook nog luistert naar mijn bescheiden mening om de contractverlenging met twee à drie jaar te schappen.
Ik zie uit naar het antwoord in eerste termijn en hoop dat deze minister een fantastische finish maakt, in het belang van de huurders.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Crone. Dan is het woord aan de heer Rietkerk van het CDA.