Verslag van de vergadering van 16 maart 2021 (2020/2021 nr. 29)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.49 uur
De heer Van der Burg i (VVD):
Voorzitter. Eerst kort richting de heer Raven: nee, mijn reactie sloeg op het feit dat u pleitte voor minder woningen in de Randstad. Dat is een manier van denken die ik mezelf moeilijk eigen kan maken.
Dat gezegd hebbende, voorzitter, merk ik op dat ik pas twee jaar lid ben van de Eerste Kamer en dat ik dus nog niet zo veel ervaring heb als de heer Kox, die al in de Eerste Kamer zat toen ik nog met blokken speelde. Maar in die twee jaar heb ik toch veel debatten meegemaakt, zowel met ministers als met initiatiefnemers. Je ziet dat initiatiefnemers vaak nog net wat enthousiaster zijn dan ministers, omdat het echt hún wet is, waar ze zelf hard aan gewerkt hebben. Maar de manier waarop meneer Nijboer vandaag zijn wet heeft verdedigd is er eentje om door een ringetje te halen. Als hier dingen niet goed gaan, moet je het zeggen, en als hier dingen top gaan, moet je het ook zeggen. Het was een genot om naar de heer Nijboer te luisteren. Jammer dat het niet vaker kan.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Nou, dat lijken mij prachtige woorden aan het adres van de initiatiefnemer. Er zijn enkele vragen gesteld. Kunt u die meteen beantwoorden, minister? Ja, zie ik. Er zijn geen vragen voor de heer Nijboer. Ik vraag ondertussen of een van de leden nog het woord zou willen in tweede termijn. Dat is niet het geval. Dan is het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.