Verslag van de vergadering van 16 maart 2021 (2020/2021 nr. 29)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.16 uur
De heer Van der Linden i (Fractie-Nanninga):
Voorzitter. Allereerst mijn complimenten aan de initiatiefnemer, de heer Nijboer, met zijn wetsvoorstel. Dat had ik in de eerste termijn nog niet gedaan. Passievol verdedigde hij zijn initiatief in eerste termijn, letterlijk op de streep van de finish van de oude Tweede Kamer. Ik heb net de laatste peilingen gezien: ik denk dat we de heer Nijboer ook na de verkiezingen nog wel terug gaan zien.
Ik heb drie vragen gesteld in de eerste termijn, over de inflatie versus de stijging van de huizenprijzen. Creëren we niet de scheefwoners van de toekomst? Het antwoord was duidelijk: drie jaar is natuurlijk een beperkte tijd en heeft een beperkte impact. Dus nee, dat zal op de lange termijn waarschijnlijk geen effect hebben. Er komt nog een evaluatie. Over de definitie van inflatie gaf de minister aan dat de koper van een pand niet te maken heeft met de inflatie op de waarde van het pand. Dat is natuurlijk ook waar. Het gaat slechts om de inflatie op de kosten. Die zullen wel weer in de indexering zitten.
Dan het tweede punt: gemeenten die aan de slag willen met dat maatwerk. Ik maakte dit punt omdat ik ook zelf constateerde dat er veel onwetendheid is, vooral in kleine en middelgrote gemeenten. De grote steden hebben dit wel onder controle. Handreikingen hoe dit effectief kan worden gemaakt, zijn van belang. Dat is ook wel gebleken uit het vorige maatwerk. Van die 10% is niet echt veel gebruikgemaakt. Dus heel goed dat de minister met de VNG in gesprek gaat over heldere communicatie over wat gemeenten effectief kunnen doen.
Dan het derde punt: het scheefwonen. Hoe reëel is die doorstroming in de huidige markt en hoe zit het met de risico's voor de sociale cohesie? De minister gaf aan dat het gaat om passende huren en niet per se om doorstroming. Dat klopt natuurlijk. Die prikkel is er, maar in deze uitdagende huizenmarkt zullen veel scheefwoners scheefwonen prefereren boven een niet te vinden of veel duurdere woning.
Over de sociale cohesie is volgens de minister met Partij van de Arbeid en GroenLinks afgesproken dat wordt geïnvesteerd in kwetsbare buurten. Investeren in volkswijken is natuurlijk iets waar ook wij met de minister over hebben gesproken.
Ik was GroenLinks nog een reactie verschuldigd over het aantal woningen dat naar statushouders gaat. De IND werkt momenteel een achterstand in het huisvesten van 15.000 statushouders weg. Over 2021 gaat het om een aantal van 27.000, waaronder veel eenpersoonshuishoudens. Gemeenten luiden daarover de noodklok; denk voor een recent voorbeeld aan Zaanstad en omgeving. De VNG noemt het een niet uitvoerbare, bijna onmogelijke opgave. Het CBS heeft becijferd dat 134.000 statushouders met een tijdelijke verblijfsvergunning sinds 2014 in een sociale huurwoning zitten. Dat zijn natuurlijk geen 134.000 huizen, maar het is wel bijna gelijk aan één jaar nieuwbouwwoningen. Dat zijn dus significante aantallen.
In het debat in eerste termijn viel het op dat 50PLUS de VVD aanviel over de wooncrisis, die door het kabinet zou komen. Nee, zei de VVD, we moeten naar de lokale overheid wijzen. D66 vond dat te makkelijk: het was niet de lokale overheid. Na de verkiezingen zou het anders moeten: bouwen, bouwen, bouwen. Zulke slogans hoor je in dit huis veel. In eerste termijn refereerde ik aan Elsevier Weekblad met een opmerking over de minister. Dat artikel begint gelijk met de conclusie: je kunt geen krant of blad openslaan of het gaat over de woningcrisis; waarom worden ze niet gewoon gebouwd? Elsevier maakte een rondgang langs direct betrokkenen, die allemaal elkaar de schuld geven. Dat is ook een beetje het beeld dat ik van de politiek krijg. Het is exemplarisch. Er werden mooie woorden gesproken over lang teruggaande samenwerking binnen de Partij van de Arbeid, refererend aan oud-staatssecretaris Jan Schaefer, met het citaat: in geouwehoer kun je niet wonen; ga eens huizen bouwen. Dat lijkt me een mooie oproep voor een nieuw kabinet.
Ik heb de motie die de PVV heeft ingediend al even bestudeerd en besproken met mijn fractie. Ik zeg er twee dingen over. Eén. De motie vraagt om in te grijpen bij gemeenten, maar wij zijn voorstander van lokale keuzevrijheid. Wel zijn we het met de heer Van Hattem eens dat het nu niet zo veel oplevert. Ik woon ook in zo'n gemeente waar de minister-president of de lijsttrekker van de VVD weliswaar kan roepen "ik wil ervan af", maar waar de lokale VVD gewoon tegen het schrappen van die urgentiestatus stemt. De motie om die urgentie te schrappen is eigenlijk een stapje te laat in het proces. Die herverdelingsplicht over gemeenten blijft bestaan, maar die moet stoppen, want anders moeten ze de mensen toch ergens huisvesten. Als ze het niet doen, krijgen ze van het Rijk op hun kop. En als je dat zou doen, leidt dat weer tot overvolle azc's. De echte oplossing is minder netto-immigratie, maar politiek zullen wij het voorstel natuurlijk wel steunen.
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank voor de steun van de Fractie-Nanninga voor deze motie. Ik wil daarbij opmerken dat deze stap inderdaad gezet moet worden, maar dat het dictum van de motie dan ook spreekt over "maatregelen" in de brede zin des woords. Daar kan dus aan gekoppeld worden dat ook de instroom beperkt wordt of geheel dichtgedraaid wordt, wat de PVV betreft. Het is inderdaad ook belangrijk om maatregelen te nemen in de Huisvestingswet. De oproep aan het kabinet is dus om dit zo breed mogelijk te trekken, maar aangezien de minister-president op dit moment heeft gesproken over die stap richting gemeentes over de voorrang, is dat de eerste stap. Om daar uiteindelijk te komen, moet je inderdaad nog wat meer stappen zetten. Maar laat dat een onderdeel zijn van die benodigde maatregelen.
De voorzitter:
Ik hoor hier geen vraag, meneer Van Hattem. Daar had u ook uw tweede termijn voor kunnen gebruiken.
De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):
Het gaat erom met maatregelen te komen; ik gaf het net al aan. De oproep zou ook kunnen zijn om immigratie in te perken. Daar zijn we voor, maar daar gaan volgens mij juist ook de verkiezingen over.
Dan wil ik in tweede termijn ook nog een motie indienen die wel aan het onderwerp verbonden is, maar niet op de huur ziet. Het gaat om een motie om ook kopers een beetje te helpen. We kennen nu al een aantal jaar de schenkingsvrijstelling. Ouders die wat gespaard hebben, kunnen ...
De voorzitter:
Uw tijd is bijna om, dus ik zou u willen voorstellen om dat snel te doen.
De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):
Ik ga mijn best doen. Wij willen een motie indienen om de schenkingsvrijstelling wat te verruimen of althans eerlijker te maken, omdat je voor oude jaren niet altijd het maximumbedrag kunt gebruiken.
De voorzitter:
Door de leden Van der Linden, Berkhout, Beukering, Van Wely en Frentrop wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat ouders sinds 2017 €100.000 (geïndexeerd) belastingvrij aan hun kinderen mogen schenken ten behoeve van de aankoop, verbouw en/of renovatie van de eigen woning;
constaterende dat voor ouders die in 2017 en 2018 slechts gedeeltelijk van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt, het niet mogelijk is om in 2021 en verder hun kind aanvullend te steunen tot het maximaal vrijgestelde bedrag;
overwegende dat de omstandigheden op de woningmarkt sindsdien alleen maar uitdagender zijn geworden, zeker voor starters;
verzoekt het kabinet om vóór het Belastingplan 2022 te onderzoeken hoe de regeling belastingvrije schenking van ouders aan kinderen ten behoeve van een koopwoning zodanig kan worden aangepast dat ouders die in eerdere jaren slechts ten dele gebruik gemaakt hebben van deze regeling, alsnog onder dezelfde voorwaarden een aanvullende schenking kunnen doen tot aan de maximale vrijstelling,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter F (35518).
De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):
Dit is dus een steuntje in de rug voor ouders die hun kinderen willen steunen op die uitdagende woningmarkt.
De heer Crone i (PvdA):
Beseft de heer Van der Linden dat deze regeling het nog moeilijker maakt voor mensen die geen ouders hebben die dat kunnen schenken om aan een huis te komen? Dit drijft immers de prijs op; dat weten we allemaal. In een krap aanbod wordt de prijs bepaald door de aanbieders. Die kunnen vragen wat ze willen. Dit gaat dus ten koste van mensen die, om welke reden dan ook, niet hebben kunnen sparen.
De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):
Ik zie niet in waarom dat ten koste van hen zou gaan. Ik stelde net in de motie voor dat het voor meerdere mogelijkheden voor de eigen woning kan worden gebruikt, voor het aflossen van de hypotheek en ook voor de verbouwing. Dus die inzet is zeer breed. Ik denk niet dat dat ten koste gaat van andere mensen.
De heer Crone (PvdA):
Missschien kunt u dat nog eens nazoeken, maar minder dan 5% van de burgers heeft überhaupt meer dan €10.000 spaargeld. Dus 95% heeft geen spaargeld om aan kinderen te geven. En die 5% drijft wel de prijzen op, waardoor die 95% nog duurder moet kopen. Dat zijn feiten.
De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):
Dan hoor ik de heer Crone van de Partij van de Arbeid hier eigenlijk zeggen dat hij tegen die regeling voor die schenkingsvrijstelling is. Dat kan ik politiek ook wel begrijpen. De motie — maar ik moest de motivatie wat inkorten omdat de tijd op was — gaat erom dat er eigenlijk eerlijker mee om wordt gegaan. Die regeling is nu als volgt. Heb je daar vier of vijf jaar geleden voor een deel van gebruikgemaakt voor kind één? Als je dat nu weer wilt doen en als je dat niet voor het maximale bedrag hebt gedaan, dan kun je het nu voor kind twee wel voor het maximale bedrag doen en niet voor kind één voor dat eerdere bedrag. Wij stellen voor: trek dat gelijk. Wij stellen voor om te onderzoeken hoe je dat gelijk kunt trekken, zodat je in ieder geval tot aan dat maximumbedrag kunt schenken, net zoals je dat bij een recente schenking kunt doen. Dus wij zijn ervoor om dat wat eerlijker te maken, zodat niet iets wat je in het verleden hebt gedaan, nu kwijt is.
De voorzitter:
Helder. Meneer Crone, laatste maal.
De heer Crone (PvdA):
Het kan toch nooit eerlijk zijn dat een partij zegt dat 5% van de mensen het beter gaat krijgen en dat zij nog betere huizen kunnen kopen ten koste van 95% die een hogere prijs moet betalen, omdat de marktprijs gaat stijgen? U kunt nooit zeggen dat dat eerlijker is en zeker niet dat het gelijk is, zoals u steeds zegt.
De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):
Ik denk dat de heer Crone de motivering in de motietekst nog eens moet lezen. Waar hij hier als Partij van de Arbeid volgens mij op ageert, is dat er überhaupt geen schenkingsvrijstelling zou moeten zijn. Dat begrijp ik ook. Daar verschillen we politiek over van mening.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord nu aan de heer Van Hattem van de fractie van de PVV.