Verslag van de vergadering van 22 maart 2021 (2020/2021 nr. 30)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.56 uur
De heer Recourt i (PvdA):
Dank, voorzitter. Als deze wet tot gevolg heeft dat de prostitutie, die nu voor een groot deel plaatsheeft in achterafkamertjes, hotelkamertjes enzovoort, verschuift naar het legale deel, het vergunde deel, het deel dat onder het keurmerk valt, is dat grote winst. Want dan bestrijden we mensenhandel; daar komt het op neer.
Ik heb nog wel een paar punten op te merken. Waar ik blij mee ben, is de uitleg rond voorwaardelijke opzet en de schuldvariant. Ik vat dat samen en vraag de initiatiefnemers om in hun tweede termijn te zeggen of ik het goed heb samengevat. Ik begrijp het zo dat de situatie die eronder ligt identiek is, maar dat het verschil is — dat is dan samengevat met het woord "mindset" — dat je bij de schuldvariant niet hoeft te bewijzen dat het risico willens en wetens aanvaard is, zoals bij de voorwaardelijke opzet. Zo kan je bij een zwijgende of liegende verdachte — er werd een voorbeeld aangehaald waarin gezegd werd "ik heb het gevraagd", terwijl dat helemaal niet geloofwaardig was — toch veroordelen. Dat maakt het voor mij een stuk duidelijker. Daar ben ik blij mee. Het punt van evidente signalen is ook ietsje duidelijker. Het blijft wel zo — dat ben ik met mevrouw Baay eens — dat die grenzen uiteindelijk in de jurisprudentie gelegd moeten worden. Dat zal allemaal niet heel snel gaan, want er komen niet veel gevallen. Maar goed, het is ietsje duidelijker geworden dat de rechter best eisen mag stellen aan het bewijs. Ook dat is voor de praktijk in ieder geval ietsje beter werkbaar.
Een aantal punten blijven wel lastig. Een van die punten is dat waar mevrouw De Boer, de heer Dittrich en ikzelf het over hadden, namelijk dat je schuldig bevonden kunt worden aan dit nieuwe delict zonder dat er sprake is van mensenhandel. Dan snij je de bewijsroute een beetje af, of zeg je: het formele doel van deze strafbaarstelling is ook niet het bestrijden van mensenhandel, maar het strafbaar stellen van zwaar immoreel handelen. Dan zit je in de eerbaarheid en zo. Dan past het dogmatisch weer. Daarom kwam ik daar in mijn eerste termijn op, om een oplossing te geven voor dit probleem. Nu vind ik het echt wel lastig om te zeggen: het doel is mensenhandel bestrijden, maar je kan veroordeeld worden zonder dat er sprake is van mensenhandel. Het is een beetje juridiseren, maar voor nette wetgeving is dat toch wel een belangrijk puntje.
Ik kijk even mijn puntenlijst door. Volgens mij heb ik de belangrijkste punten gemaakt. Ik ben blij met de verheldering. Dat wil nog niet zeggen dat ik hiermee meteen groen licht kan geven. Ik ga terug naar de fractie, en daar waren ernstige bezwaren. Ik moet mijn fractieleden ervan overtuigen dat die bezwaren in voldoende mate zijn weggenomen, zodat de balans de goede kant op valt. Dat oordeel kan ik nu nog niet geven. Dat volgt bij de stemmingen, niet morgen maar volgende week.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Recourt. Dan is het woord aan de heer Dittrich namens de fractie van D66.