Verslag van de vergadering van 20 april 2021 (2020/2021 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.26 uur
De heer Nicolaï i (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. In de eerste plaats mijn felicitaties aan de heer Talsma. Ik denk dat we een goede debater erbij gekregen hebben.
Voorzitter. Ik was wat minder tevreden met de beantwoording van mijn vragen door de minister. Ik ben begonnen met drie gevallen te schetsen, die naar mijn oordeel en ook naar het oordeel van de regering, niet vallen onder de nieuwe strafbepaling. Anders dan wat de minister suggereert, vallen zij naar mijn oordeel ook niet onder een commuun delict. Ik vind dat in de drie gevallen die ik genoemd heb, niet aan de samenleving is uit te leggen dat er dan geen sanctieregime zou gaan gelden waarbij ook het slachtoffer betrokken zou zijn. Eigenlijk erkende de minister dat zelf ook wel, doordat hij zei: ja, dat meisje, die scholiere met die knie op de hals, zal daar waarschijnlijk slapeloze nachten van hebben, maar ze heeft geen lichamelijk letsel en het valt niet onder de strafbepaling. Onze fractie vindt dat onaanvaardbaar en met het oog daarop heb ik de volgende motie, die ook door anderen ondersteund wordt.
De voorzitter:
Door de leden Nicolaï, Veldhoen, Dittrich en Janssen wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat, zoals de regering erkent, gebruik van geweld door de overheid streng dient te worden genormeerd;
constaterende dat het wetsontwerp Geweldsaanwending opsporingsambtenaar slechts voorziet in het strafbaar stellen van schending van geweldsinstructie indien die lichamelijk letsel of de dood tot gevolg heeft;
overwegende dat slachtoffers van politiegeweld waarbij de geweldsinstructie is overtreden, dienen te worden beschermd, ook als de overtreding niet geleid heeft tot lichamelijk letsel of de dood, maar tot ander leed;
overwegende dat zulke slachtoffers anders dan slachtoffers die lichamelijk letsel hebben opgelopen, niet om strafvervolging kunnen vragen en geen beroep op een rechter kunnen doen als er wordt geweigerd om sancties te treffen tegen de politieman die de geweldsinstructie heeft overtreden, waarbij ander leed dan lichamelijk letsel is toegebracht;
overwegende dat het van belang is dat zulke slachtoffers een beroep op een rechter kunnen doen als er wordt geweigerd sancties te treffen tegen de politieman die hen met overtreding van geweldsinstructie leed heeft berokkend;
verzoekt de regering maatregelen te treffen waarmee aan dat belang wordt tegemoetgekomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter N (34641).
De heer Nicolaï (PvdD):
Voorzitter. Dan kom ik vervolgens nog op andere slachtoffers, die ik in de eerste termijn niet aan de orde heb gesteld. Die slachtoffers zijn de paarden en de honden. Ik heb gezien hoe het gaat met de paarden op het Museumplein; dat is bij mij om de hoek. Ik heb ook gezien hoe paarden werden aangevallen. Er is zelfs een paard een keer met een ploertendoder bewerkt. De betrokkene die dat deed, is daar ook voor vervolgd. We hebben op televisie gezien dat in Eindhoven een paard onderuitging en in wilde en blinde paniek ervandoor ging. Ze worden geschopt, ze worden met vuurwerk bekogeld. Anders dan politiemensen, die kunnen zeggen "ik wil niet naar de ME", hebben paarden niet te keuze om níét deel te nemen aan het optreden tegen openbare geweldplegingen. Dan is de vraag of het nog van deze tijd is om paarden in te zetten bij zaken als demonstraties. Mijn vraag aan de minister is of het mogelijk is om af te zien van de inzet van paarden in zulke situaties. Is de minister bereid om daar onderzoek naar te laten doen?
Na de paarden kom ik bij de honden. Ik hoorde de heer Janssen zeggen: honden zijn geen machines. Dat klopt, maar er wordt wel geprobeerd om er machines van te maken. Ze worden zwaar getraind. Daarbij wordt geslagen en de honden worden met elektrische schokken behandeld. We hebben daar onlangs nog beelden van gezien, en overigens waren er drie jaar geleden in het tv-programma Rambam op dat vlak ook al schokkende beelden te zien en verhalen te horen. De minister heeft toen, hier aanwezig, gezegd: er is sprake van incidenten. Maar is dat wel zo? De voorzitter van de Brabantse vereniging die die honden trainde, zei: "Zulke methoden zijn nu eenmaal nodig omdat je anders de honden niet de baas kunt."
Vorig jaar is er een verbod ingegaan om stroomapparaten te gebruiken bij honden, maar het verbod om dat te doen geldt niet voor de politie en voor Defensie. En minister Schouten zie: "Het is niet altijd mogelijk om met stroom opgeleide honden in te zetten zonder gebruik van stroom." Honden worden mishandeld en tot killers opgestookt, en je moet ze blijven mishandelen om ze in bedwang te kunnen houden. Als je ziet hoe die honden op het Museumplein als gekken tekeergaan en hoe vaak de hondengeleiders problemen hebben met het in bedwang houden van de honden, dan houd je je hart vast. De honden zijn killermachines geworden. Dat waren ze niet, maar ze zijn door mensen zo gemaakt.
Voorzitter. De heer Dittrich heeft er al op gewezen dat de Ombudsman heeft gewaarschuwd en heeft gezegd hoe gevaarlijk die honden zijn. We hebben de heer Dittrich ook horen vragen of we stroomstootwapens wel moeten gaan inzetten. De minister zal daar ook onderzoek naar doen. Mijn vraag aan de minister is, of hij bereid is om het inzetten van honden bij demonstraties te verbieden, en honden slechts voor uitzonderlijke situaties te gebruiken. Denk daarbij aan een terrorist met een bom, of iets dergelijks.
Dat waren mijn vragen. Ik kijk uit naar de beantwoording. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Dan is nu het woord aan de heer Van Wely namens de Fractie-Nanninga.