Verslag van de vergadering van 22 juni 2021 (2020/2021 nr. 42)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.18 uur
De heer Knapen i (CDA):
Voorzitter. Laat ik beginnen met complimenten aan het kabinet. Die complimenten zijn met name voor het geduld, want dit onderwerp staat nu al twee kabinetten op de to-dolijst en het scheelt geen haar of het zou weer niet zijn gelukt. Maar als alle voortekenen niet bedriegen, wordt het geduld nu ten langen leste toch beloond.
Bekijken we het wetsvoorstel van vandaag een beetje meer door de groothoeklens, dan is het best een bijzondere historische les. De tijdsgeest waait ons land doorgaans binnen vanuit het Westen. En dat niet alleen, want wij hebben dan ook nogal eens de neiging om een beetje door te slaan. Zo hebben wij, geheel in de geest van de Chicago-economen en Ronald Reagan, decennialang gedereguleerd en geprivatiseerd en hebben wij de Nationale Investeringsbank, symbool van het Marshallplan en publiek investeren, aan de dijk gezet. Zoals gezegd: soms slaan wij een beetje door. Geen enkel ander Westers land deed dit namelijk. Ook Amerika en het Groot-Brittannië van Thatcher deden het niet. Wij deden het wel. Een decennium verder hebben we inmiddels Invest-NL, dat in dit huis werd goedgekeurd, een paar maanden voor de pandemie zich aandiende. Invest-NL staat nog in de kinderschoenen.
Vandaag is er het wetgevende sluitstuk, Invest International. Onze fractie is verheugd dat het er eindelijk is. Natuurlijk, je kunt er allerlei kanttekeningen bij zetten. Misschien was het oorspronkelijke idee om Invest-NL alles te laten doen zo gek nog niet. Maar daar zegt het kabinet bij nader inzien van dat het toch een geheel andere activiteit is. Bij Invest-NL gaat het vaak om langlopende, soms achtergestelde leningen en bij Invest International om investeringen en om projectontwikkeling. Bij Invest International moet je investeringen entameren en faciliteren. Er moeten subsidies uit diverse potjes van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden toegekend en dan moet er ook nog een ontwikkeldochter worden opgericht die de internationale projectontwikkeling van FMO gaat doen. Dat is het huidige Business NL-programma. Zo is Invest-NL ook best een ingewikkelde holding straks. Maar goed, elke constructie blijft op een of andere manier een compromis tussen plussen en minnen. Dat is ook niet zo erg als we gaandeweg praktisch blijven en van de nu gekozen ordening ook geen prestigezaak maken. Overheersend blijft wat ons betreft het streven van deze ministers om de wirwar aan regelingen een halt toe te roepen en voor Nederlandse ondernemers eindelijk dat ene loket werkelijkheid te laten worden.
Voorzitter. In de Tweede Kamer is veel aandacht besteed aan de borging van het maatschappelijk verantwoord ondernemen in de businessplannen van Invest International. Dat is goed en het staat er nu ook goed in het wetsvoorstel, maar gelukkig, voeg ik eraan toe, is het niet zo rigide geworden dat het onwerkbaar wordt dan wel aanmatigend. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat we wat kunnen betekenen voor ondernemers die actief willen zijn in het verre, zich ontwikkelende buitenland. We weten allemaal hoe vervelend het is als je steeds op achterstand staat ten opzichte van buitenlandse concurrenten. De Britse, de Franse, de Duitse, de Zweedse, de Italiaanse ondernemer die een boeiend project tegenkomt, heeft altijd een extra oliespuitje op zak om de deuren daar net wat soepeler te laten scharnieren, of omdat er thuis mogelijkheden tot brugfinanciering zijn, of omdat risicokapitaal thuis gemakkelijker valt te mobiliseren, of omdat een vertrouwde bank om de hoek actief is. De Nederlandse ondernemers, veelal mkb'ers, staan er vaak alleen voor en daar gaan kansen mee verloren. In Invest International zien wij een serieuze poging om Nederlandse projecten ons verdienvermogen daar te laten vergroten. Of het lukt? Tja, zoiets gaat niet zonder het nemen van risico's. De vraag is of een overheidsonderneming dat nog wel kan, of liever: nog wel durft. In het publieke debat is weinig ruimte meer voor trial-and-error. De tolerantie voor fouten is ook in het parlement niet groot meer. "Schande" is gemakkelijk geroepen.
Nou is het koppelen van publiek en privaat ook ingewikkeld. Daar moeten we eerlijk over zijn. In beide sectoren lopen zeer getalenteerde en bekwame mensen rond, zo is mijn ervaring. Maar mijn ervaring is ook dat de private sector soms wat slordig is met processen en procedures en zeer gericht is het product, het resultaat. In de publieke sector is het vaak omgekeerd: alle aandacht voor proces en procedures, minder voor het product, minder voor het resultaat. Dat is zekere zin ook logisch, maar publiek en privaat is tegelijkertijd een lastige koppeling. Het is lastig, maar in onze visie ook broodnodig. Misschien dat de minister hier nog eens op wil reflecteren. Verder zegt mijn fractie toch vooral: laten we maar eens van wal steken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Knapen. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Prast namens de fractie van de Partij voor de Dieren.