Plenair Kluit bij behandeling Wijziging van de Wet milieubeheer



Verslag van de vergadering van 29 juni 2021 (2020/2021 nr. 43)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Kluit i (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Allereerst waardering voor de beantwoording van de vragen. Sommige waren wat gedetailleerd en technisch, maar de staatssecretaris weet de oorsprong daarvan. Waardering ook voor de inzet van de staatssecretaris om het met biobrandstoffen zo zorgvuldig mogelijk te doen. De zorgen over de ontwikkeling van de markt horen wij ook wel terug in de woorden van de staatssecretaris. We zijn ook blij dat ze er zich in Europa voor inzet om de mazen in het net kleiner te maken, want dat is waar we het over hebben.

We hebben gehoord dat voedsel en voedingsgewassen richting 2030 uitgefaseerd worden en dat de staatssecretaris zich daar in Nederland, maar ook in Europa, voor gaat inzetten. We hebben wel nog een vervolgvraag rondom het fairshare- en fairtradeprincipe. Het SER-advies was daar inderdaad niet heel uitgesproken over. De SER gaf het advies: kijk naar de fairtradesystematiek. We zijn wel benieuwd hoe zich dat gaat ontwikkelen de komende tijd. We willen vragen of de staatssecretaris, misschien met een brief of op een andere wijze, de Eerste Kamer daarvan op de hoogte kan houden. Wellicht kan zij aan het einde van het jaar al of anders begin volgend jaar aangeven hoe zo'n fairtradesystematiek uitpakt. Ik heb wel eens begrepen dat de patatvlucht ongeveer het frituurvet van half Europa verbrandt. Dus wat dat betreft hebben we een obesitaspandemie nodig om de luchtvaart in de benen te houden of we moeten toch iets anders bedenken. Graag krijg ik daar een brief over.

Ik waardeer ook hoe de staatssecretaris de dilemma's schetst. In transitie naar een duurzame samenleving zullen wij heel veel van dit soort dilemma's met elkaar tegenkomen. Dan is het een beetje zoeken en soms ook een beetje vertrouwen geven. De fracties van GroenLinks en de PvdA willen dat wel graag met de hand aan de kraan doen. Dus we zijn blij dat de staatssecretaris jaarlijks een rapportage wil sturen naar de Eerste Kamer, waarin wordt aangegeven hoe de inzet van de biobrandstoffen verloopt, welke sectoren daarbij betrokken zijn en ook welk financieel belang zij daaruit halen of juist niet uit halen om ook goed zicht te houden op het level playing field binnen de sector van transport en logistiek.

Tot slot de VTH. Wij zijn blij dat de staatssecretaris de inzet verdubbeld heeft. We vragen ons af of acht inspecteurs voldoende zijn in een markt van 80 bedrijven, die gaat groeien. Dus ook als het hier om gaat zouden wij graag jaarlijks een brief krijgen over hoe die markt zich ontwikkelt, ook als het gaat om het aandeel naast de administratieve controle, waar wij heel veel vertrouwen in kunnen hebben. Dat kan omdat de dataontwikkeling goed is en steeds beter wordt, maar juist die fysieke controle is nodig om de bewustwording bij de bedrijven scherp te houden. Als er net als bij de meststoffen minder dan een promille kans is dat er iemand bij jou op het bedrijf langskomt, wordt het wel verleidelijk om de bochtjes wat kort te nemen. Ook hierop krijgen wij graag een reactie van de staatssecretaris.

Mochten de antwoorden ons tevreden stemmen, dan zullen wij onze fracties adviseren positief te stemmen over dit wetsvoorstel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kluit. Mevrouw Bezaan.

Mevrouw Bezaan i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik hoor mevrouw Kluit vertellen over de posities van ondernemers, hoe we die moeten controleren en dat we er in ieder geval goed op moeten letten dat ze geen verkeerde dingen doen. Heeft mevrouw Kluit ook wel eens gedacht aan de economische kant van het hele verhaal voor ondernemers?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ja, ik denk heel regelmatig aan de positie van Nederlandse ondernemers in het kader van de dingen waar wij over praten in deze Kamer. Het is mijn stelling dat we ons bedrijfsleven enorm in de steek laten op dit vlak. Als je ziet welke innovaties er wereldwijd zijn, hoe Zuidoost-Azië innoveert en duurzame fabrieken neerzet en als je kijkt naar wat de ons omliggende landen doen, dan zijn wij absoluut hekkensluiter. U had het over het beste jongetje van de klas. Ook vandaag was er een rapportage van het PBL waaruit weer bleek dat wij een van de slechtste jongetjes van de Europese klas zijn. Als wij niet heel snel vanuit de overheid zorgen dat het speelveld voor onze ondernemers toekomstgericht doch echt duurzaam is, zullen wij zien dat ons bedrijfsleven ernstig gaat achterblijven in de marktontwikkeling de komende jaren.

Mevrouw Bezaan (PVV):

Wat u zegt klinkt allemaal prachtig, helemaal mooi en idyllisch. Het lijkt bij wijze van spreken La La Land. Maar wat ik eigenlijk bedoel is dat de maatregelen waar u het nu over hebt, weer investeringen zijn die door bedrijven moeten worden gedaan. Soms zullen ze misschien een beetje hulp krijgen in de zin van subsidies of whatever, waar onze partij niet echt een voorstander van is. Maar hoe ziet u dat dan? Die ondernemers zullen dat toch op de een of andere manier moeten opbrengen als ik uw gedachtegang volg. Hoe ziet u dat voor zich?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Bij een onderneming hoort ook innoveren. Als je niet innoveert als ondernemer is je toekomst zeer beperkt. Relevante innovatie op dit moment gaat over verduurzaming. Als je daar niet op tijd bij bent, ben je te laat en dan is jouw markt al weggekaapt door andere ondernemingen. Ik heb in een ander debat Kodak als voorbeeld genoemd. Nokia is ook een prachtig voorbeeld. Ook in Nederland zie je bedrijven die gewoon achteraan beginnen te hobbelen en die niet meer kunnen meedoen in de markt omdat hun concurrenten veel goedkoper, want duurzamer, werken. Duurzaam betekent namelijk: schaars met grondstoffen, schaars met energie en schaars met je personeel omgaan, zodat je niet veel tijd kwijt hoeft te zijn om mensen te werven, grondstoffen in een schaarse markt te kopen, et cetera. Wij bereiden ons bedrijfsleven daar gewoon niet goed op voor en dat zouden wij wel moeten doen. Dus mijn pleidooi naar u is: zorg dat wij ons bedrijfsleven met de liefdevolle hand een duwtje in de rug geven in plaats van dat we doen alsof er niks aan de hand is, waarna ze voorbij gerend worden door de bedrijven van de rest van de wereld.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Bezaan.

Mevrouw Bezaan (PVV):

Ik begrijp uw gedachtegang, maar zoals u spreekt lijkt het net of de bedrijven alleen maar zouden bestaan uit grote multinationals die het vermogen hebben om bepaalde aanpassingen te kunnen doen. In Nederland daarentegen bestaat de motor van onze economie voor een groot gedeelte uit mensen uit het mkb. Zoals u weet hebben we onlangs de coronacrisis achter de rug. Dus hoe verwacht u dat dat soort bedrijven die investeringen nog kunnen doen?

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Kluit.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Dat is een heel goed punt dat u daar maakt. U hebt mij ook in de coronadebatten niet horen pleiten voor garantieregelingen of kredietregelingen, maar voor giften richting het mkb. Dus ik denk dat wij elkaar daar zeker in kunnen vinden. Daarnaast geldt voor het mkb onverkort wat voor multinationals ook geldt. Als u denkt dat de bakker op de hoek geen concurrentie zal krijgen van de bakker twee straten verder die wel een energiezuinige oven heeft neergezet, dan denk ik dat u in La La Land leeft.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Raven namens de fractie van de OSF.