Verslag van de vergadering van 29 juni 2021 (2020/2021 nr. 43)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.12 uur
De heer Pijlman i (D66):
Voorzitter. Dank aan de staatssecretaris voor de buitengewoon adequate beantwoording. Met u moeten we misschien maar niet meer spreken over biobrandstof, maar over biogrondstof. U verwijst ook heel terecht naar het rapport van de SER, waarvan ik namens mijn fractie nog eens zeg dat wij het verbranden van biogrondstoffen als bijdrage in de energietransitie zien, maar niet als een definitieve oplossing. Misschien binnen enkele terreinen wel, maar in het algemeen niet. Daarvoor is het ook bureaucratisch toch fraudegevoelig en zou je daar op den duur vanaf moeten. Elektrificeren van een heel groot deel van de sectoren is dan de stap vooruit.
U hebt mij wel overtuigd dat de publieke controle door de NEa in dit wetsvoorstel aanmerkelijk verbeterd is in relatie tot wat er tot dusverre ligt. U bent niet ingegaan op het nog niet in laten gaan van de BKE. De NEa zei: ja, dat is toch heel erg lastig. Daarvan hebt u gezegd dat het fraudegevoelig en moeilijk is, en dat u het dan nog even niet doet. Dat bracht mij erop: hebben we nu dan wel voldoende instrumenten om ervoor te zorgen dat het publieke toezicht echt verbeterd is? Dat is zo, daar ben ik inmiddels wel van overtuigd. Maar ik zou graag nog eens willen dat u even reflecteert op die BKE.
Ik heb nogmaals gevraagd naar de waterstofagenda. Ik ben het met Dessing eens dat het goed zou zijn om daarover eens een fundamenteel debat te voeren. Als ik het hierover heb, heb ik het wel over groene waterstof. Zeker gaat er ook weel energie verloren en is de opslag een probleem. Maar als je om ons heen ziet hoeveel er wordt geïnvesteerd, in Duitsland, in Frankrijk; als je ziet wat voor mogelijkheden Nederland als gasland heeft om de bestaande infrastructuur weer te gebruiken en daar ook internationaal veel werkgelegenheid en handel uit te halen, dan denk ik: tempo, tempo, tempo.
Natuurlijk, we hebben de kabinetsformatie die niet opschiet. Er is een kabinetscommissie ingesteld en er komt een nationale waterstofagenda. Dan is mijn laatste vraag: wanneer kunnen we die tegemoetzien? Gaat dit door, ongeacht die kabinetsformatie? Als dit nog lang gaat duren, komt u daar dan nog mee? Ik denk dat het land daar heel erg behoefte aan heeft.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Pijlman.
Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Staatssecretaris, bent u in de gelegenheid om direct te antwoorden? Vijf minuten, zegt u? Dan schors ik tot 11.20 uur.