Verslag van de vergadering van 6 juli 2021 (2020/2021 nr. 44)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.28 uur
De heer Pijlman i (D66):
Dank, voorzitter. Dank, minister, voor de heldere beantwoording. Toen ik zonet mijn bijdrage uitsprak, had ik de evaluatie niet gelezen. Maar de uitspraak van deze Kamer was natuurlijk heel helder en duidelijk. Iedereen die meedeed aan het debat, vond de ingreep die op het laatst in de Tweede Kamer plaatsvond, ongelukkig. De VVD heeft niet meegedaan, maar in de tussentijd hebben we even overlegd. Ook aan die kant was er wel "begrip", als ik meneer Keunen zo mag citeren, voor wat hier nu plaatsvindt. Ook bij de VVD zei men: we willen wel graag die doelgroepen overeind houden. Dat is ook wat wij graag zouden willen. Immers, destijds is het ook om die reden ingevuld. Ik denk overigens dat ook de VVD-indiener misschien net te snel even een coronamaatregel heeft verlengd en dat de Kamer daarmee akkoord is gegaan.
Maar goed, er is nu een evaluatie. Dit amendement — dit onderdeel van de wet, moet ik volgens de minister zeggen — zou ongewenste neveneffecten kunnen hebben. Die snellere huurstijgingen moeten we echt niet willen. Ook de minimumperiode waarin een huurder niet op kan zeggen, vind ik erg ongelukkig. Daarmee is het onevenwichtig geworden.
Maar ik blijf ook zeggen: compliment voor de hele wet. Inwerkingtreding per 1 januari is ook onze wens. We zijn dankbaar dat de minister een reparatiewet aangekondigd heeft. Ik snap ook voor welke dilemma's ze daarbij weer staat. Daarover gaan we ook weer in overleg met de Tweede Kamer. Maar daarmee kunnen we deze wet weer verder helpen en de volkshuisvesting een goede, nieuwe wet bezorgen, waar met name de corporaties verder mee kunnen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Pijlman. Dan is het woord aan de heer Van Hattem namens de PVV.