Verslag van de vergadering van 14 september 2021 (2020/2021 nr. 47)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.33 uur
De heer Janssen i (SP):
Voorzitter, dank u wel. Het kabinet denkt dat het juridisch kan. Wij hebben bij wetsvoorstellen vaker gezien dat adviseurs zeggen "het kan niet" en dat het kabinet zegt "wij denken dat het wel kan." Wij gaan dat zien in de toekomst, maar het zijn wel heel veel bochten. Het gaat niet over een vrouwenquotum, ondanks dat het criterium het vrouw zijn is. Het gaat niet over een mannenquotum, ondanks dat het criterium het man zijn is. Maar het gaat over een diversiteitsquotum. De rechter zal het uitmaken.
Wat ik wat onzorgvuldig vond en waarover wat misverstand ontstond in de discussie, ook met de heer Schalk, is dat de heer Schalk het had over het inroepen van nietigheid. Maar het gaat niet over het inroepen van nietigheid. Wij zijn het er toch over eens dat nietig nietig is en niet vernietigbaar? Daar zit volgens mij een misverstand in. We hebben het over artikel 14, lid 1, en niet over artikel 15. Volgens mij is het goed om nog een keer helder te zeggen dat het alleen om de kenbaarheid gaat eventueel voor de vervolgbesluiten. Dat is iets anders dan dat aangaande het besluit zelf nietigheid ingeroepen zou moeten worden. Misschien kan de minister nog een eind maken aan die wat langs elkaar gaande discussie, want het wekt de schijn van vernietigbaarheid, terwijl het dat volgens mij niet is.
Je mag dat niet aan het toeval overlaten. Dat leek de minister een beetje te zeggen, in de trant van: ja, er is best wel iemand die dat opvalt en die kan dan naar de rechter et cetera. Maar wij hebben toch niet voor niets een waakhond voor beursgenoteerde bedrijven? Die zou dat moeten opvallen. En we hebben toch ook de accountant? Is de minister het met mij eens dat de accountant geen goedkeurende verklaring kan afgeven als er sprake is geweest van een nietige benoeming? Dat zou toch in ieder geval het moment moeten zijn waarop het genoteerd moet worden en waarop het klaar moet zijn, omdat er dan gewoon iets wordt vastgesteld. De toevalligheid van de minister stoort mij, dus dat hij zegt: het zal wel iemand opvallen en die kan dan naar de rechter gaan. Dat vind ik ingewikkeld. Het is een vreemde constructie als die is: het gaat goed zolang er geen haan naar kraait. Dat kan hier niet het geval zijn.
Dan over het plan van aanpak. We hadden het er eerder over. Er ligt een motie uit 2019 en die wordt gewoon niet uitgevoerd. Zo simpel is het. Er komt geen plan van aanpak. De minister zegt: het is ingewikkeld, want bijvoorbeeld kindvoorzieningen kosten veel geld en er is misschien geen draagvlak in de Kamer. Wij hebben niks voorgelegd gekregen, dus ik weet niet waar de minister dat op baseert. Ik stel wel vast dat de motie uit 2019 kindvoorzieningen heel nadrukkelijk als onderdeel van de integrale aanpak noemde. Dus als de minister nu zegt "dat kost veel geld, dus er is geen draagvlak voor", vraag ik haar om nog eens te kijken hoeveel Kamerleden ervoor hebben gestemd: VVD, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA, ChristenUnie, 50PLUS, Partij voor de Dieren, DENK en Van Kooten-Arissen. Meer dan 80% was twintig maanden geleden voor een integrale aanpak waar ook kindvoorzieningen onderdeel van uitmaakten.
Voorzitter. Ik stel vast, tot slot, dat het kabinet nu wel binnen tien maanden iets regelt voor de groep vrouwen die aan de vergadertafel in de boardroom gaan aanschuiven, maar niet voor de talloze vrouwen die de boardroom alleen vanbinnen kennen omdat ze die schoonmaken. Hun ongelijkheid op de arbeidsmarkt wordt niet aangepakt door het kabinet en zij worden nog langer in de wacht gezet omdat het noodzakelijke integrale plan van aanpak, waar meer dan 80% van de Tweede Kamer twintig maanden geleden om heeft gevraagd, uitblijft.
Met die woorden van teleurstelling en treurnis sluit ik af. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Janssen. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Ministers, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Moet ik dat als een ja interpreteren? Dat is het geval. Dan geef ik graag het woord aan de minister voor Rechtsbescherming.