Verslag van de vergadering van 23 november 2021 (2021/2022 nr. 7)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.56 uur
De heer Karakus i (PvdA):
Voorzitter. Er is al heel veel gezegd vanmorgen. Ik doe mijn best om te resumeren waar het kan en zal een poging doen ook nog nieuwe punten toe te voegen.
Voorzitter. Een paar weken terug hadden we in deze Kamer nog enig optimisme over de daling van de coronacijfers. De vaccins in combinatie met een periode van strikte maatregelen waren voor het kabinet reden genoeg voor drastische versoepeling van de maatregelen. Het permanente einde van de anderhalvemetersamenleving leek in zicht. Inmiddels heeft het optimisme van het kabinet plaatsgemaakt voor grote verontrusting. Op 19 november waren 24.000 mensen positief getest op het virus, het hoogste aantal sinds het begin van de pandemie. Daardoor staat de zorg wederom gigantisch onder druk. Ziekenhuizen door het hele land hebben alarm geslagen.
De Tijdelijke wet maatregelen moet daarom nu voor de derde, en straks zelfs voor de vierde, keer verlengd gaan worden. Dat terwijl het kabinet het afgelopen jaar in persconferenties steeds erg optimistisch was over een naderende toekomst waarin het coronavirus geen dominante rol meer speelt. Voordat we daar zijn, hebben we duidelijk nog een lange weg te gaan. Moet het kabinet niet gaan accepteren dat het coronavirus een onderdeel van ons leven wordt en moet het niet beginnen met het voorbereiden van de samenleving daarop, in plaats van steeds te kiezen voor nieuwe maatregelen voor de korte termijn? De PvdA-fractie begrijpt dat het verloop van een virus zich moeilijk laat voorspellen, maar snapt niet waarom het kabinet steeds alleen aandacht lijkt te hebben voor de korte termijn. Zelfs nadat het kabinet eerder dit jaar zijn excuses moest aanbieden voor de inschattingsfout die gemaakt is bij de versoepelingen in juni, lijkt het kabinet niet van koers veranderd te zijn. Het virus heeft ruimschoots bewezen dat een langetermijnaanpak noodzakelijk is. Dat is ook waar de PvdA-fractie al sinds de eerste verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen om vraagt en wat tot op de dag van vandaag te weinig reactie krijgt van de regering. Daarom vraagt de PvdA-fractie nog eens of de regering werkt aan een langetermijnvisie waarin beschreven staat hoe wij de komende maanden en misschien wel jaren omgaan met het rondwarende virus en de mogelijke opvolgers daarvan. De Tijdelijke wet maatregelen is nooit ingevoerd om alsmaar verlengd te worden. Deze wet is eindig en moet gevolgd worden door een aanpak die toekomstbestendig is en recht doet aan de rechten en vrijheden van onze burgers.
Het grote aantal verschillende maatregelen dat de regering het afgelopen jaar geïntroduceerd heeft, maakt dat veel burgers het coronabeleid niet meer begrijpen. Daar maakt de PvdA-fractie zich grote zorgen over. Het afnemende begrip zorgt ervoor dat het draagvlak voor de naleving van de regels verder afneemt en dat ook de basisregels steeds minder goed nageleefd worden. Maar we hebben de medewerking van de inwoners, de organisaties en de ondernemers juist zo hard nodig om te zorgen dat de verspreiding van het coronavirus ingeperkt wordt en de druk op de zorg afneemt. Hoe is de regering van plan te werken aan hernieuwd vertrouwen van de burgers en op welke manier denkt de regering dat ze de onafhankelijke professionele positie van het OMT en de GGD beter kan borgen? Het is van het grootste belang dat deze organisaties vanuit hun professionaliteit en onafhankelijkheid open kunnen blijven adviseren. Juist die professionaliteit en onafhankelijkheid staan in het maatschappelijk debat steeds vaker ter discussie.
In vorige debatten over de verlenging van de coronawetten heeft de PvdA ook steeds benadrukt dat het van groot belang is dat de wetten handhaafbaar zijn. De mate waarin maatregelen effect hebben, is immers grotendeels afhankelijk van de nalevingsbereidheid van de burgers en de handhaving. Hoewel er voor de handhaving al vaak aandacht is gevraagd, lijkt de regering ook op dat punt niet al haar zaken op orde te hebben. Een voorbeeld is de handhaving van het gebruik van de CoronaCheck-app. Uit een onderzoek dat werd gedaan in opdracht van de NOS bleek dat bij een op de drie bezoeken aan horecagelegenheden de QR-code niet wordt gescand. Zeker nu de regering heeft aangekondigd het gebruik van QR-codes steeds verder te willen uitbreiden, vragen wij de regering hoe zij de integriteit van het gekozen systeem borgt. Handhaving is immers niet alleen een middel om ervoor te zorgen dat mensen niet kunnen wegkomen met het niet volgen van de maatregelen, het is ook een middel dat ervoor moet zorgen dat de burgers die de maatregelen wel volgen, het vertrouwen in de aanpak niet verliezen. Wij vragen het kabinet om nu echt met een geloofwaardig plan te komen voor de handhaving van de maatregelen. Graag een toezegging daarop.
Voorzitter. De nieuwe maatregelen vragen opnieuw veel van maatschappelijke organisaties en ondernemers. Dat leidt ertoe dat organisaties opnieuw te maken krijgen met minder inkomsten. Net als de coronamaatregelen zijn ook de steunpakketten de afgelopen maanden in hoog tempo afgebouwd. In hoeverre worden steunpakketten nu weer opgebouwd om ontslaggolven, leegstand en faillissementen te voorkomen? Graag een reactie daarop.
Voorzitter. Dan misschien wel de meest prangende zorg die de PvdA-fractie op dit moment heeft. Onze fractie maakt zich grote zorgen over de groeiende tweedeling in onze samenleving. De gekozen maatregelen lijken de samenleving te polariseren: gevaccineerden tegen ongevaccineerden, voorstanders van 2G tegen tegenstanders. De samenleving lijkt steeds vaker te bestaan uit groepen die lijnrecht tegenover elkaar staan doordat de weerstand tegen het coronabeleid steeds heviger lijkt te worden. Het blijft daarom van het grootste belang om als overheid te zorgen voor draagvlak voor de maatregelen en begrip voor elkaar onder de burgers. Als de overheid wispelturig handelt, het nut en de noodzaak van de maatregelen niet helder aan de inwoners kan of wil uitleggen, en de effecten niet zichtbaar zijn, werkt dat wantrouwen in de hand. Hoe reflecteert de regering op haar rol in de groeiende polarisatie van onze samenleving? Graag een reactie.
Voorzitter. Ik ben mijn betoog begonnen met aandacht voor de zorg, die opnieuw gigantisch onder druk staat. Zorgmedewerkers zijn de frontsoldaten van deze pandemie. Door de langdurige druk die de afgelopen twee jaar op hen is gelegd, zijn zij overwerkt en is de zorgsector overbelast. Dit leidt overal in de zorg tot problemen, zeker bij het ook weer noodzakelijk opschalen van het aantal ic-bedden. Eind oktober stelde de voorzitter van de beroepsvereniging voor verpleegkundigen al dat het opschalen van de ic-capaciteit naar 1.350 bedden onmogelijk is door het gebrek aan inzetbaar personeel. Dit terwijl het RIVM blijft waarschuwen dat de huidige ic's de komende maanden weer vol zullen raken en opschaling noodzakelijk is.
Kan de regering aangeven hoe de ic-capaciteit omhooggebracht kan worden zonder het zorgpersoneel nog verder te belasten? Deze crisis maakt nog maar eens pijnlijk duidelijk dat de Nederlandse zorg ontzettend kwetsbaar is en dat investeringen noodzakelijk zijn. Kan de minister aangeven wanneer er een investeringsplan voor de zorg komt, te beginnen met de ic? Graag een reactie.
Voorzitter. De komende weken zullen wij nog meerdere malen spreken over spoedwetgeving om nieuwe coronamaatregelen in het leven te roepen. Er zullen nieuwe maatregelen worden toegevoegd aan de Tijdelijke wet maatregelen, een tijdelijke wet die alsmaar weer wordt verlengd zonder dat de regering inzicht geeft in een strategie en een maatregelenpakket voor de lange termijn verstrekt. We hopen dat de regering daar na vandaag eindelijk verandering in brengt. De PvdA-fractie zal elk voorstel de komende weken en maanden kritisch beoordelen op effectiviteit, handhaafbaarheid en doelmatigheid van de maatregelen. De maatregelen moeten noodzakelijk en handhaafbaar zijn en moeten goed uit te leggen zijn aan onze burgers. Alleen als aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan de PvdA nieuwe maatregelen steunen.
Voorzitter. Precies op tijd en ik hoor graag een reactie van de regering op mijn opmerkingen en vragen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Karakus. De heer Van Hattem.
De heer Van Hattem i (PVV):
Ik hoor de heer Karakus van de PvdA zeggen dat de wet telkens maar weer wordt verlengd en verlengd, terwijl het maar een tijdelijke wet is. De PvdA-fractie stoort zich daar terecht aan. Er is een makkelijke uitweg om van deze voortdurende verlenging af te komen en dat is door tegen dit wetsvoorstel te stemmen. Dan stopt het ook en is de regering wel genoodzaakt met een andere visie te komen en met een strategie op beleid, in plaats van dit alsmaar voortdurend uit te stellen. Is het misschien een idee dat de PvdA ook eens meegaat om tegen deze wet te stemmen?
De heer Karakus (PvdA):
We zijn heel erg kritisch, maar er is ook een noodzaak, namelijk het virus. Hoe gaan we daarmee om? Je kunt tegen een wet stemmen, maar daarmee vervallen alle maatregelen. Is dat verstandig? We wachten rustig de beantwoording van de minister op onze vragen af. Wij zien het afwijzen van deze wet op dit moment niet als een oplossing voor de crisis.
De heer Van Hattem (PVV):
Maar dan is de PvdA evengoed medeplichtig aan het visieloos verlengen van de maatregelen, zonder dat er een duidelijke strategie en visie achter zitten, iets waar de PvdA zelf terecht om vraagt. Dan is het toch een probleem dat mede door de PvdA wordt veroorzaakt door deze wet steeds maar in de lucht te houden?
De heer Karakus (PvdA):
Ik vind het te gemakkelijk om alle dingen die misgaan, de PvdA in de schoenen te schuiven. Wij vragen de regering wat zij allemaal gaat doen. Wij roepen al een hele tijd om een permanent maatregelenpakket om de pandemie te bestrijden. Dat is een oproep die ik nogmaals in mijn speech heb meegenomen. Ik hoop dat de minister er nu werk van maakt om een permanent maatregelenpakket in te dienen waarover we met elkaar kunnen spreken. Wij zijn het met u eens dat de Tijdelijke wet maatregelen niet de oplossing is voor een permanente aanpak.
De heer Van Hattem (PVV):
Maar dan komt de aap uit de mouw. De PvdA wil een permanent maatregelenpakket. Dan kunnen we als parlement niet meer zeggen "ho, nu stoppen we ermee, want dit is te gek; deze maatregelen zijn echt niet meer nodig en de regering kan maar blijven doorgaan". Waar is de parlementaire noodrem dan gebleven als de PvdA zo graag een permanent maatregelenpakket wil, waardoor Nederland helemaal niet meer van al die onnodige en beperkende maatregelen af kan komen?
De voorzitter:
Tot slot, meneer Karakus.
De heer Karakus (PvdA):
Ik wil de heer Van Hattem erop wijzen dat de wetgeving en alle maatregelen eerst naar de Tweede Kamer gaan en vervolgens hier besproken worden. We hebben daar zeker inbreng in en we hebben daar naar mijn mening ook zeggenschap in.
De heer Nicolaï i (PvdD):
Ik hoor de heer Karakus zeggen: we gaan alle maatregelen kritisch bekijken. Daar ben ik blij om. Dat is ook onze taak. Maar ik neem aan dat hij zich er wel bewust van is dat de Tijdelijke wet maatregelen het onmogelijk maakt voor de Eerste Kamer om een formele positie in te nemen. Ook als wij in meerderheid uitspreken dat we het ergens niet mee eens zijn, kan de ministeriële regeling gewoon blijven bestaan.
De heer Karakus (PvdA):
Dat is een vraag die mevrouw De Boer vanmorgen ook stelde. We hebben het hier over een wetsvoorstel dat op 1 december afloopt. Wat gebeurt er in de periode hierna als je dit wetsvoorstel afwijst? Ik ben benieuwd naar de antwoorden van de minister op die vragen. Dat is best interessant. Aan de andere kant heb je, los van het wetsvoorstel en wat wij ervan vinden, maatregelen nodig om de crisis te bestrijden, want daar zitten we middenin. Dat is urgent. Ik vraag het kabinet om het over een permanente maatregel te hebben en te handhaven wat we invoeren. Laten we kijken naar de effecten daarvan. Dat zijn de vragen die ik stel. Ik ben geëindigd met waar wij de komende maatregel op zullen toetsen.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Nicolaï.
De heer Nicolaï (PvdD):
Eigenlijk krijg ik niet echt een antwoord op mijn vraag. Mijn vraag is: is het niet zo dat, als de PvdA nu weer instemt met een verlenging van de wet, zij eigenlijk ook instemt met een verlenging van de amputatie van de Eerste Kamer? Daar hoor ik u helemaal niet over praten. Natuurlijk moeten er maatregelen genomen kunnen worden. Daar heeft u het over gehad. Maar het gaat om de vraag waarom de regering niet is gekomen met een ander ontwerp, waarin ook de reguliere positie van de Eerste Kamer gegarandeerd is.
De heer Karakus (PvdA):
Daar stelt de heer Nicolaï terecht vragen over. Ik sluit me daarbij aan. Sterker nog, ik geef aan dat het wenselijk is dat we eindelijk een langetermijnvisie hebben van het kabinet, met daarin opgenomen welke wetgeving en welke maatregelen relevant zijn om de pandemie te bestrijden. Dat is de vraag die ik heb gesteld aan de minister.
De voorzitter:
U bent het dus eens. Dan geef ik nu graag het woord aan de heer Verkerk. Hij zal spreken namens de fractie van de ChristenUnie.