Verslag van de vergadering van 23 november 2021 (2021/2022 nr. 7)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.40 uur
De heer Van Dijk i (SGP):
Voorzitter. Ik spreek voor iedereen in deze Kamer als ik zeg dat we gehoopt hadden dat we nu in een andere situatie zouden zitten, de situatie zoals het kabinet suggereerde afgelopen zomer: corona grotendeels achter de rug en de meeste maatregelen opgeheven. Maar nu zitten we met een record aan besmettingscijfers en een code zwart die niet zo ver weg is als wenselijk zou zijn. Zorgelijk, en dat in een samenleving waarin de moeheid toeslaat, de onderlinge verdraagzaamheid krassen oploopt en het respect voor de overheid kraakt. Het vaasje dreigt te breken.
Hoe belangrijk is het dan dat parlementariërs en kabinet in ieder geval het goede voorbeeld geven, elkaar op de inhoud waar nodig stevig bestrijden, maar altijd op een manier waarop de ander als persoon in z'n waarde wordt gelaten vanuit de vooronderstelling dat die ander, al begrijp je er niks van, ook zoekt naar het goede voor de samenleving en dat je daarom de bereidheid hebt om te luisteren naar de ander. Laten we het besef voeden dat er veel te verliezen is als het gaat om aantasting van onze democratie.
Als het gaat om onze democratische rechtsorde, de barsten die daarin kunnen ontstaan en de constante inzet die hiervoor moet worden gepleegd, denk ik aan dichtregels van T.S. Eliot:
"Er is enkel de strijd om te heroveren wat verloren ging, gevonden werd en weer verloren, telkens opnieuw; en nu in omstandigheden, die ongunstig lijken."
Voorzitter. Terug naar het virus. Het coronavirus blijkt grillig en is minder voorspelbaar dan we hoopten. We zien hier onze menselijke beperktheid en dat mag nopen tot bescheidenheid en ons vooral brengen tot de levende God. We kunnen ons niet uit elke situatie regelen met pasklare oplossingen. In die zin is het vandaag niet de tijd voor grote woorden of beloften. Op welke wijze geeft de minister in zijn communicatie hieraan gestalte? Mag het kabinetsbeleid dit niet méér uitstralen? "Nog een klein stukje. Nog even volhouden", dat zijn niet direct wijze woorden in de huidige onzekere omstandigheden. Hoewel ik weet, ook met T.S. Eliot, dat de menselijke soort niet heel veel werkelijkheid verdraagt, werkt het volstrekt averechts als we de samenleving opzadelen met hoop die we niet waarmaken. Hoe ziet de minister dit?
Alle voorgaande overwegingen ontslaan ons uiteraard niet van het nemen van onze verantwoordelijkheid en het denken in praktische mogelijkheden. Inmiddels kennen we de werking van vaccinatie. De vaccins leiden tot een verlaging van de ziektelast en de bijbehorende gezondheidsschade. Daarover kunnen we stellig zijn. Het is daarom belangrijk dat er goede en toegankelijke informatievoorziening hieromtrent beschikbaar blijft. Tegelijkertijd moeten we ons wel rekenschap geven van het feit dat vaccinatie niet de veel beloofde ultieme oplossing blijkt te zijn. We prikken ons niet eenvoudigweg uit deze crisis, ook dat inzicht dringt door.
Zoals gezegd, de werking van vaccinatie is er, maar er is ook een andere kant. Inmiddels heeft iedereen de mogelijkheid gehad om zich te laten vaccineren. Een klein deel van de bevolking heeft om uiteenlopende redenen ervoor gekozen dit niet te doen. Deze mensen hebben hun keuze gemaakt en geen nieuwe informatiegolf of dichtstbijzijnde prikbus zal daarin zomaar heel veel verandering aanbrengen. De vrijheid om een keuze te maken impliceert ook de verantwoordelijkheid voor de samenleving om die keuze te respecteren.
Er is meer aan de hand. Dit debat gaat strikt genomen over de derde verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. Het gegeven dat we nu pas in deze Kamer aan de bespreking toe kunnen komen, als de termijn al bijna verlopen is, is al op meerdere wijzen aan de orde geweest en er is ook het nodige over gefoeterd. Ik sluit me daar kortheidshalve maar bij aan.
De afgelopen week is er veel gebeurd. Er zijn nieuwe maatregelen genomen, het kabinet wil graag het coronatoegangsbewijs, CTB, uitbreiden en een 2G-systeem is bespreekbaar gemaakt. Dat baart zorgen. De geloofwaardigheid van de overheid en onze democratische instituties kan in het geding raken. Het vertrouwen in de overheid is laag. Is dat vreemd? Via een interruptie hadden we het er net over: als een voltallig parlement zich onomwonden uitspreekt tegen enige vorm van vaccinatiedwang en dat van een vaccinatiebewijs als toegangsbewijs nimmer sprake kan zijn, en als de regering dan ongeveer een halfjaar later dit toch alsnog voorstelt, is het dan verwonderlijk dat mensen de overheid scheef aankijken? Inmiddels kreeg ik van meerdere mensen de vraag — dat zet mij ook aan het denken — of wij hier ook een vaccinatieplicht gaan krijgen. Een halfjaar geleden zei ik dan met overtuiging: nee, dat hebben kabinet en parlement helder beloofd. Nu durf ik niet meer zo heel stellig te zijn, en dat sentiment proef ik veel breder. In hoeverre kunnen we van deze overheid op aan? Dit alles maakt dat de SGP huiverig is voor de koers die het kabinet nu heeft gekozen. De wijze waarop de regering het CTB in het maatregelenpakket heeft verwerkt spreekt ons niet aan. Daarbij was de 1,5 meter inruilen voor het CTB ook geen goede ruil. Een bewezen effectief middel werd ingeruild voor een middel waarvan de effectiviteit veel minder duidelijk is.
Ernstiger is dat dit CTB de tweedeling in de samenleving alleen maar meer aanwakkert en dat de proportionaliteit van het CTB allerminst bewezen is door de regering. Dat is niet zomaar een mening van de SGP, ook het College voor de Rechten van de Mens wijst erop. Daarom heeft de SGP grote bedenkingen bij deze verlenging. Ten overvloede: die bedenkingen impliceren niet dat de SGP het bestaan of de ernst van de coronacrisis ontkent of dat we zelfs maar zouden suggereren dat er geen enkele maatregel meer nodig is. De realiteit van de situatie is geheel anders. Er zijn maatregelen nodig, maatregelen die proportioneel zijn, primair epidemiologisch en niet politiek of sociaal gemotiveerd zijn en niet rieken naar vaccinatiedwang of uitsluiting.
Onze bezwaren tegen de verlenging van de wet zijn derhalve gelegen in de invulling die de regering aan de tijdelijke wet geeft door van de coronapas de ruggengraat van het beleid te maken. Ik hoop dat de minister in zijn beantwoording onze zorgen kan wegnemen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.