Verslag van de vergadering van 30 november 2021 (2021/2022 nr. 8)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 9.56 uur
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. Vandaag zijn wij in dit huis wederom bij elkaar in verband met nieuwe maatregelen die zijn bedacht in het kader van de bestrijding van de pandemie covid. Inmiddels is wel duidelijk geworden dat ondanks alle optimistische uitspraken van onze minister in het verleden over de doeltreffendheid van de vaccins en de weg naar de vrijheid, de realiteit toch even iets anders is dan voorheen geschetst. We hebben nu al 1.000 meer ziekenhuisopnamen dan vorig jaar, toen nog niemand gevaccineerd was. Er is een nieuwe variant, omikron, uitgebroken, een sterk gemuteerde versie van de deltavariant.
De WHO waarschuwde gisteren dat deze variant een groot, wereldwijd risico vormt. Steeds meer landen sluiten hun grenzen. Wil het kabinet deze week nog extra strengere maatregelen overwegen en zo ja, aan welke instrumenten denkt de minister? Wordt u wel steeds goed geïnformeerd, minister, zo vragen wij. Ik las dat op Schiphol niet iedere passagier uit zuidelijk Afrika verplicht wordt getest voordat deze wordt toegelaten. U zei, dacht ik, van wel. Waar gaat het dan fout? Komt er een vaccinatieplicht bij aankomst op Schiphol? Het is daar nogal rommelig, hoor ik. Is de GGD wel in staat te doen wat nu van hen wordt gevraagd?
Wordt het geen tijd om de urgentie en de diepe crisis, die erger is dan toen de pandemie begon, kenbaar te maken aan het brede publiek, zo vraag ik de minister. Wordt het geen tijd om keihard in te grijpen? Want iedereen weet dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken. Dat blijkt wel uit de exponentiële groei van het aantal patiënten, ondanks de hoge vaccinatiegraad. Vaccineren helpt; dat bewijst Portugal met een vaccinatiegraad van bijna 100%. Maar de bescherming wordt internationaal gezien toch steeds kleiner.
Bij ons laat de helft van de mensen die zich ziek voelen, zich niet testen. Dat is zorgelijk; dat wordt dweilen met de kraan open. De WRR en de KNMG hebben in hun advies van 2 september al vijf scenario's geschetst. Vier gingen er uit van langdurige besmetting, en dat zien we nu. Waarom is hier niet toen al adequaat op gereageerd, ook met een langetermijnplan?
Voorzitter. En nu de boosters. Waarom is Nederland zo laat gestart met de booster, die effectief is voor ouderen en kwetsbaren? De heer Nicolaï sprak al over de sterk en snel dalende vaccinatie-effectiviteit en wees op cijfers uit Italië. Het kabinet kwam pas twéé weken geleden met een groen licht voor de booster, op 16 november. Reactief in optima forma in plaats van proactief. Buurlanden begonnen veel sneller: het Verenigd Koninkrijk in september, Duitsland en België volgden in oktober, en zijn op grote schaal gaan boosteren. Wij bungelen triest onderaan; de heer Nicolaï noemde dat al.
Het Verenigd Koninkrijk gaf en geeft het goede voorbeeld, nu weer met een grote opschaling na de nieuwe variant omikron. En wat doen wij? Te weinig en te laat. Het is om ons te schamen en — ik zeg het toch maar inmiddels — om ons dood te schamen. Want de sterfte in de verpleeghuizen stijgt onheilspellend. Voor de 50PLUS-fractie is deze situatie alarmerend. De ouderen zijn bezorgd, onze fractie ook. Wij krijgen daar heel veel signalen over, vooral gisteren na het nieuws.
De NOS berichtte maandagmorgen: "Sterftecijfer in verpleeghuizen weer net zo hoog als in de tweede golf, in november vorig jaar." Dat zegt hoogleraar ouderengeneeskunde Cees Hertogh, die erop wees dat toen nog niemand was gevaccineerd. Uit de meest recente data blijkt dat zo'n 22% van de gevaccineerde bewoners overlijdt. De afnemende effectiviteit van de vaccins, vooral bij ouderen, is een van de oorzaken hiervan. Ook de kwetsbaarheid van de verpleeghuisbewoners en de eigenschappen van de deltavariant spelen volgens deze hoogleraar een rol. Die is niet alleen besmettelijker dan eerdere varianten, zegt hij, maar kent bij kwetsbare ouderen mogelijk ook vaker een fatale afloop. In 970 verpleeghuizen, zo'n 40% van alle locaties, zijn in de afgelopen vier weken bewoners positief getest. Dat is het hoogste aantal sinds het begin van de pandemie. De symptomen bij een besmetting zijn door de hoge vaccinatiegraad wel een stuk milder. Toch verslechtert een deel van de besmette bewoners snel, aldus Hertogh.
En wat doet het kabinet? Veel te weinig. Ik lees in het NOS-bericht: " Deze week" — let wel, déze week — "starten de meeste verpleeghuizen met het toedienen van boostervaccins aan de bewoners. De hoop is dat de boosters het sterftecijfer omlaag zullen brengen." Het personeel zou dan volgende week aan de beurt komen.
Ik vraag de minister of hij de volgende vragen van mijn fractie wil beantwoorden. Eén. Kunt u ons exact inzicht geven hoe de toestand op dit moment is in de verpleeghuizen? Op dit moment. Is een herhaling van de mensonterende toestanden van anderhalf, twee jaar geleden weer aan de orde? Bejaarden verdienen onze dankbaarheid voor wat zij voor hun omgeving, hun kinderen en voor de maatschappij hebben betekend. Ik hoor te veel de woorden "dor hout". Dat bevalt mij helemaal niet. Kan de minister toezeggen dat nog deze week de boostercampagne voor verpleeghuizen maximaal wordt vergroot en opgeschaald om de verdere toename van sterftecijfers te voorkomen en te verminderen? Wil de minister zo snel mogelijk extra maatregelen nemen om de sterfte en besmetting in verpleeghuizen terug te dringen? En welke zijn dat? Ten slotte, wil de minister extra maatregelen nemen in de mantelzorg om te voorkomen dat ook daar een grote besmetting plaatsvindt?
De ziekenhuizen lopen weer vol en de besmettingscijfers breken de laatste dagen record na record. De besmettingscijfers zijn in deze anderhalf jaar durende pandemie nog nooit zo hoog geweest. Ondanks een percentage van 85% volledig gevaccineerden in ons land is de situatie uit de hand gelopen. De covidpandemie woedt inmiddels twee jaar in de wereld en we zijn verder van huis dan ooit. Het aantal vacatures in de zorg is de afgelopen anderhalf jaar enorm gestegen.
De voorzitter:
Meneer Van Rooijen, mag ik u iets vragen? U bent op twee derde van uw spreektijd. U heeft het nog niet gehad over het wetsvoorstel dat voorligt.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Daar kom ik zo op.
De voorzitter:
De minister is vast benieuwd naar uw mening.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ja, voorzitter, maar u zult het mij toch niet euvel duiden, nu wij gisteren voor het eerst hoorden hoe zorgelijk de situatie in de verpleeghuizen is, waar ik werkelijk een bombardement aan alarmsignalen over krijg, dat ik dat hier aan de orde stel?
De voorzitter:
Ik begrijp die spanning heel goed, maar aan de orde is een wetsvoorstel. Daarover heeft u het woord gekregen. U heeft nu twee derde van uw spreektijd gebruikt buiten het wetsvoorstel. Dus ik doe een vriendelijk verzoek aan u om zich nu op het wetsvoorstel te richten. Gaat uw gang.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik neem toch aan dat u het met mij eens bent dat de minister hier klemmender snelle en duidelijke antwoorden op moet geven.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog over het wetsvoorstel.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. Voor onze fractie is het vijf voor twaalf. Onze rechtsstaat heeft de verplichting om de algehele gezondheid te beschermen. Dit behelst niet alleen de zorgcapaciteit maar ook het voorkomen van verdere polarisatie, niet alleen debat over 3G, 2G of 1G maar vooral ook over gedrag, gezond verstand, geduld en geen geweld alstublieft.
Voorzitter, ik heb ten slotte vragen over de wet zelf. In de nota naar aanleiding van het verslag geeft de minister het volgende antwoord op de vraag van de VVD: "Een winkelcentrum kan inderdaad zowel essentiële als niet-essentiële winkels huisvesten. Het is dan ook mogelijk dat daar een deel van de winkels een coronatoegangsbewijs (CTB) dient te vragen en een ander deel niet. In hoeverre hiervan sprake zal zijn, zal afhangen van de activiteiten en voorzieningen waar de inzet van het CTB noodzakelijk is.". En wat zijn dan de criteria en wie bepaalt de criteria, zo vragen de leden van mijn fractie aan de minister. Met het amendement-Bikker/Aukje de Vries is bepaald dat ten aanzien van de niet-essentiële detailhandel de betrokken ministers kunnen bepalen dat geen CTB wordt gevraagd in winkels waar de veilige afstand een evenrediger maatregel is dan de inzet van het CTB. De leden van mijn fractie vragen zich af hoe de minister dit voor zich ziet. Op basis waarvan kunnen winkels aantonen dat een veilige afstand in hun specifieke geval een evenrediger maatregel is?
Voorzitter. Ik wacht de antwoorden van de minister, met name ook over de zorgelijke situatie in de verpleeghuizen, met grote belangstelling af en ik zie uit naar de verdere beraadslaging over dit voorstel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is nu het woord aan de heer Verkerk namens de fractie van de ChristenUnie.